ECLI:NL:RBMNE:2013:7827

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 augustus 2013
Publicatiedatum
7 april 2014
Zaaknummer
16-600309-11 ISD toetsing
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 augustus 2013 uitspraak gedaan in het kader van de ISD-toetsing (Inrichting voor Stelselmatige Daders) met parketnummer 16/600309-11. De rechtbank kwam niet toe aan de toetsing van de voortgang van de ISD-maatregel, omdat deze reeds was geëindigd. De zaak betreft een veroordeelde, geboren in 1971, die momenteel gedetineerd is in de P.I. Amsterdam, locatie Tafelbergweg. De rechtbank heeft de relevante stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere vonnissen en voortgangsverslagen. De officier van justitie en de raadsman van de veroordeelde, mr. J. Michels, waren aanwezig tijdens de zitting. De raadsman stelde dat de maatregel beëindigd diende te worden, omdat de voortgang van de ISD-maatregel was gestagneerd. De officier van justitie was van mening dat de maatregel voortgezet moest worden. De deskundige, de heer Th.P. Oud, lichtte het verslag van de P.I. Amsterdam toe en gaf aan dat de voortgang van de ISD-maatregel aan de veroordeelde zelf te wijten was. De rechtbank concludeerde dat de ISD-maatregel was ingegaan op 20 juli 2011 en geëindigd op 20 juli 2013. Gezien het feit dat de maatregel reeds was geëindigd, kwam de rechtbank niet toe aan een toetsing van de voortgang. Desondanks besloot de rechtbank uit praktische overwegingen dat de voortzetting van de ISD-maatregel niet langer vereist was en beëindigde de maatregel met ingang van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Locatie Utrecht
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 16/600309-11
Datum uitspraak: 20 augustus 2013
Beslissing ex artikel 38s Wetboek van Strafrecht
Beslissing van de meervoudige raadkamer voor strafzaken, naar aanleiding van het onderzoek ex artikel 509aa van het Wetboek van Strafvordering, betrekking hebbend op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders opgelegd aan:
[veroordeelde]
geboren op[1971] te [geboorteplaats]
thans gedetineerd P.I. Amsterdam, locatie Tafelbergweg, Amsterdam, Zuid-Oost
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
  • het vonnis van de rechtbank Utrecht d.d. 7 juli 2011 waaruit blijkt dat aan de veroordeelde onder meer is opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaar;
  • de beslissing van het Gerechtshof Amsterdam, zittinghoudende te Arnhem d.d. 21 februari 2013, waarbij tot voortzetting van de maatregel is beslist;
  • het verzoek van mr. J. Michels d.d. 26 juni 2013 strekkende tot een tussentijdse toetsing betreffende de voortgang van de ISD-maatregel;
  • een voortgangsverslag van 1 augustus 2013, opgesteld door de heer J. Vonk, plaatsvervangende vestigingsdirecteur van de P.I. Amsterdam, locatie De Tafelberg
  • uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 26 juli 2013.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van 20 augustus 2013, waarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie,
- de raadsman van de veroordeelde, mr. J. Michels, advocaat te Amersfoort,
- de deskundige, de heer Th.P. Oud, programmamanager.

OVERWEGINGEN:

De raadsman heeft gesteld dat de maatregel beëindigd dient te worden omdat de voortgang van de ISD-maatregel, sedert het mislukken van de plaatsing in de P. Roorda kliniek, is gestagneerd. Voorts gaat het goed met veroordeelde en zal beëindiging van de maatregel geen gevaar voor de samenleving opleveren. Hij heeft moeite met het mogelijk aansluitend ten uitvoerleggen van een openstaande straf van 3 weken.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ISD-maatregel voortgezet dient te worden. Hij zal van de nog openstaande vonnissen gratie verzoeken.
De heer Out heeft ter zitting het verslag van de P.I. Amsterdam toegelicht en – zakelijk weergegeven - verklaard dat er vanuit de inrichting alles aan is gedaan om de voortgang van de ISD-maatregel te continueren. Het is aan veroordeelde zelf te wijten dat de voortgang op meerdere momenten is gestagneerd. Veroordeelde kan op korte termijn geplaatst worden in Groot Batelaar.
De rechtbank heeft geconstateerd dat:
- uit het vonnis d.d. 7 juli 2011 in de onderhavige zaak volgt dat de officier van justitie destijds ter terechtzitting het volgende heeft aangegeven: “Vrijheidsstraffen van korter dan 4 maanden worden met het opleggen van de ISD-maatregel opgeschort. Na afloop van de ISD-maatregel, wordt gratie gevraagd voor de onherroepelijk geworden straffen.”;
- de onderhavige zaak op 20 juli 2011 onherroepelijk is geworden;
- dat, zoals blijkt uit de registratiekaart behorende bij het verslag van de P.I. Amsterdam d.d. 1 augustus 2013, verdachte in de periode van 20 juli 2011 tot 24 augustus 2011 kennelijk eerder opgelegde straffen heeft uitgezeten.
Voornoemde tenuitvoergelegde straffen vallen naar het oordeel van de rechtbank onder de vrijheidsstraffen als bedoeld in de toezegging van de officier van justitie zoals vermeld in het vonnis van 7 juli 2011.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat de ISD- maatregel is ingegaan op 20 juli 2011 en is geëindigd op 20 juli 2013.
De rechtbank komt, nu de maatregel naar het oordeel van de rechtbank reeds is geëindigd, niet toe aan een toetsing van de voortgang van de ISD-maatregel.

BESLISSING:

De rechtbank verstaat dat zij, nu de maatregel reeds is geëindigd, eigenlijk niet toekomt aan een toetsing van de voortgang van de ISD-maatregel, maar beslist uit praktische overwegingen dat de voortzetting van de ISD-maatregel niet langer is vereist en beëindigt de ISD-maatregel met ingang van heden.
Aldus gedaan door mr. P.W.G. de Beer, voorzitter en mr. C.S.K. Fung Fen Chung en
mr. P.P.C.M. Waarts, rechters, bijgestaan door G. van Engelenburg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 20 augustus 2013.