ECLI:NL:RBMNE:2013:7823

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 augustus 2013
Publicatiedatum
5 april 2014
Zaaknummer
16-661552-13, 16-057988-13, 16-067491-13, 16-075260-13, 16-058137-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens meerdere diefstallen en woninginbraken

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 30 augustus 2013, is de verdachte beschuldigd van meerdere diefstallen en woninginbraken. De rechtbank heeft op tegenspraak geoordeeld naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 16 augustus 2013. De verdachte, geboren in 1980 en gedetineerd in het Huis van Bewaring te Nieuwersluis, is aangeklaagd voor verschillende feiten, waaronder diefstal uit woningen en winkeldiefstal. De tenlastelegging omvat onder andere diefstal van goederen uit woningen in Amersfoort en Driebergen-Rijsenburg, alsook een tasjesroof in een supermarkt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om kennis te nemen van de ten laste gelegde feiten. De officier van justitie heeft bewijs gepresenteerd, waaronder aangiften, getuigenverklaringen, DNA-onderzoek en camerabeelden. De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor een aantal feiten, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de meeste ten laste gelegde feiten.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van feit 2 onder parketnummer 16/661552-13, maar heeft haar wel schuldig bevonden aan de andere feiten. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en behandeling voor haar alcohol- en drugsverslaving. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan benadeelde partijen, waaronder de benadeelde partij [A] voor materiële schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummers: 16/661552-13, 16/057988-13, 16/067491-13, 16/075260-13, 16/058137-13
(P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 30 augustus 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats]op [1980],
gedetineerd in het Huis van Bewaring “Nieuwersluis” te Nieuwersluis.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 augustus 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. C.M. Bast, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16/661552-13
feit 1: in de periode van 2 maart 2013 tot en met 6 maart 2013 te Amersfoort goederen heeft gestolen uit een woning;
feit 2: op 6 maart 2013 te Amersfoort een woninginbraak heeft gepleegd;
feit 3: op 25 februari 2013 te Driebergen-Rijsenburg een woninginbraak heeft gepleegd;
feit 4 primair: op 24 februari 2013 te Driebergen-Rijsenburg heeft geprobeerd in te breken in een woning;
feit 4 subsidiair: op 24 februari 2013 opzettelijk een raamhor heeft vernield;
16/057988-13
op 22 maart 2013 te Amersfoort [J]heeft beroofd van haar handtas;
16/067491-13
op 8 april 2013 te Utrecht een winkeldiefstal heeft gepleegd;
16/075260-13
op 20 april 2013 te Utrecht een winkeldiefstal heeft gepleegd;
16/058137-13
in de periode van 9 februari 2013 tot en met 10 februari 2013 te Amersfoort samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste
gelegde onder parketnummer 16/661552-13, feit 1, feit 2, feit 3 en feit 4 primair en het ten laste gelegde onder de parketnummers 16/057988-13, 16/067491-13, 16/075260-13 en 16/058137-13 heeft begaan. De officier van justitie baseert zich daarbij op de aangiften, de getuigenverklaringen, de resultaten van het DNA-onderzoek, de camerabeelden en de deels bekennende verklaring van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van de onder parketnummer 16/661552-13 ten laste gelegde feiten het volgende aangevoerd.
De verdediging is van mening dat feit 1 wettig en overtuigend kan worden bewezen gelet op de bekennende verklaring van verdachte. De verdediging heeft ten aanzien van feit 2, feit 3 en feit 4 primair en subsidiair vrijspraak bepleit. De verdediging heeft daarbij aangevoerd dat de rechtbank - op grond van de verklaringen en stukken, zoals deze zich in het dossier bevinden - niet tot een bewezenverklaring kan komen.
De verdediging heeft ten aanzien van het onder parketnummer 16/075260-13 ten laste gelegde feit aangevoerd dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen van de diefstal van de sigaretten. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde goederen heeft weggenomen. Verdachte dient daarvan te worden vrijgesproken.
De verdediging refereert zich ten aanzien van de onder de parketnummers 16/057988-13 en 16/067491-13 ten laste gelegde feiten aan het oordeel van de rechtbank.
De verdediging heeft ten aanzien van het onder parketnummer 16/058137-13 aangevoerd dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de woninginbraak alleen heeft gepleegd. Verdachte dient te worden vrijgesproken van het samen en in vereniging plegen van deze diefstal.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak(
parketnummer 16/661552-13, feit 2)
De rechtbank heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte feit 2 van parketnummer 16/661552-13 heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
4.3.2
Partiële vrijspraak(parketnummer 16/075260-13)
De rechtbank heeft niet de overtuiging bekomen dat verdachte een sixpack bier, een fles rode wijn en twee blikjes tonijn heeft weggenomen uit de Albert Heijn. De rechtbank overweegt daartoe dat zich in het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevinden waaruit volgt dat verdachte deze goederen uit de Albert Heijn heeft weggenomen. De rechtbank zal verdachte dan ook partieel vrijspreken van deze onderdelen van de tenlastelegging.
4.3.3
Bewijs
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 1, feit 3 en feit 4 primair van parketnummer 16/661552-13 heeft begaan. De rechtbank acht tevens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder parketnummers 16/057988-13, 16/067491-13, 16/075260-13 en 16/058137-13 ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. [1]
16/661552-13
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aan haar ten laste gelegde feit heeft begaan. Aangezien verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend zal de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen dienaangaande:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting; [2]
- de aangifte van [Q]. [3]
Ten aanzien van feit 3
Aangeefster [A]heeft verklaard dat zij op 25 februari 2013 om 08:15 uur haar woning aan de [adres]te Driebergen-Rijsenburg heeft verlaten. Aangeefster heeft haar woning volledig afgesloten en in onbeschadigde staat achtergelaten. Toen aangeefster op dezelfde dag, omstreeks 16:00 uur, thuis kwam zag zij de politie in haar woning staan. [4] Aangeefster zag dat het glas van de ruit van de achterdeur kapot was. Zij zag dat er veel glas en een baksteen op de vloer van de bijkeuken lag. Aangeefster zag dat er goederen uit haar woning waren weggenomen. Zij zag dat door de hele woning kasten en deuren geopend waren. Aangeefster zag dat er een zak chips was weggenomen vanuit een voorraad kratje in de keuken. Zij zag dat er in de badkamer flesjes parfum waren weggenomen. Zij zag dat er in de slaapkamer een televisietoestel was weggenomen. [5] Aangeefster heeft tevens verklaard dat er een navigatiesysteem en een digitale fotocamera waren weggenomen. [6]
Getuige[getuige 1] heeft verklaard dat hij op 25 februari 2013, omstreeks 15:40 uur, in zijn woning was aan de [adres]te Driebergen-Rijsenburg. Hij had vrij zicht op de woning en de voordeur van de woning van zijn buren van de [adres]. De getuige zag dat er een vrouw met de capuchon van haar jas op haar hoofd op het pad bij zijn buren liep. De getuige omschrijft de vrouw als volgt: getint uiterlijk, slank postuur, zwarte jas, halflang model met capuchon, lichtbruine bontkraag aan de capuchon, 2 tassen in haar handen, 1 tas was een Albert Heijn tas. De getuige herkende de vrouw niet en wist dat de buren aan het werk waren. De getuige zag dat de vrouw schijnbaar achter de woning van de buren vandaan kwam. De getuige zag dat de vrouw met een stevige pas in de richting van de Arnhemsebovenweg liep. [7] De getuige zag dat de deur van de buurvrouw open stond. Hij zag dat dit de deur van de bijkeuken van de woning was. De getuige zag ook dat de ruit van de deur kapot was. Hij zag dat er een groot gat in de ruit zat. Hij heeft toen direct de politie gebeld. [8]
Op 25 februari 2013 omstreeks 15:40 uur kregen verbalisanten[B] en[C] de melding dat er ongeveer 5 minuten daarvoor een woninginbraak had plaatsgevonden op het adres [adres]te Driebergen-Rijsenburg. De verbalisanten reden de [adres] op in de richting van de Arnhemsebovenweg. De verbalisanten reden het perceel [adres]voorbij. Op de oprit rechts van het perceel [adres] zag verbalisant[B] een vrouw staan die voldeed aan het door de getuige opgegeven signalement. De vrouw stond buiten bij het open raam van de keuken van het perceel [adres]. Verbalisant[B] zag dat de vrouw uit haar rechter jaszak een grijs etuitje en een digitaal cameraatje pakte. Hij zag dat de vrouw de camera en het etuitje door het open raam binnen in de keuken op de vensterbank neer legde. Verbalisant[C] nam de camera en het etuitje in beslag. [9] De vrouw betrof verdachte [verdachte]. [10]
Op 27 februari 2013 waren verbalisanten [D] en [E]op de [adres]te Driebergen-Rijsenburg. Aldaar was op 25 februari 2013 een inbraak gepleegd waarbij onder andere een navigatiesysteem en een fototoestel waren weggenomen. Deze goederen waren in beslag genomen bij verdachte. De verbalisanten zijn naar aangeefster gegaan om deze goederen te tonen om te verifiëren of deze goederen van aangeefster waren. Aangeefster herkende direct de goederen als de goederen van haar. Vervolgens zijn de verbalisanten verder over de [adres] gereden en zagen ter hoogte van huisnummer [adres]de collega’s [F]en [G] staan bij een berg afval. Vervolgens kwam aangeefster ter plaatse. Zij herkende een aantal goederen die uit haar woning afkomstig waren. [11]
Ten aanzien van feit 4, primair
Aangever [H] heeft verklaard dat hij op 24 februari 2013, omstreeks 04:00 uur, sliep in zijn huis aan de [adres] in Driebergen-Rijsenburg. Hij werd wakker door lawaai om het huis. Aangever keek boven uit het raam naar beneden. Hij zag toen dat er een vrouw voor zijn voordeur stond. Aangever vroeg de vrouw of zij aan het inbreken was en zag dat de vrouw toen wegliep. Aangever heeft de politie gebeld. Toen de politie er was, zag aangever dat de hor van zijn raam aan de voorkant kapot was. Ook kwam hij erachter dat er bloed op de vernielde hor zat. Aangever zag dat er ook bloed aan de deurknop van de voordeur zat en later ontdekte aangever dat er bloed aan de achterdeur zat. [12]
Verdachte heeft verklaard dat zij bij de [adres] heeft gewandeld en dat het zo kan zijn dat haar bloed daar is aangetroffen. [13]
Uit het proces-verbaal van sporenonderzoek blijkt dat er op de vernielde raamhor een op bloed gelijkende substantie is aangetroffen. Dit bloedspoor is veiliggesteld en voorzien van het zegel met nummer AAFQ3448NL. [14]
Uit het DNA-onderzoek is gebleken dat het sporenmateriaal met de identiteitszegel AAFQ3448NL#01 afkomstig kan zijn van verdachte. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon overeenkomt met het DNA-profiel van verdachte dat is opgenomen in de DNA-databank is kleiner dan één op één miljard. [15]
Aanvullende bewijsoverweging
Verdachte heeft verklaard dat zij in de nacht van 23 op 24 februari 2013 bij de woning aan de [adres] te Driebergen-Rijsenburg is geweest. Zij heeft echter geen aannemelijke verklaring gegeven voor de aanwezigheid van haar bloed op de vernielde raamhor. Het feit dat er bloed op zowel de voordeur als de achterdeur zat en er een hor is vernield om 04.00 uur ’s-nachts duidt erop dat geprobeerd is in de woning in te breken. De vondst van het bloed van verdachte op de hor leidt dan tot de conclusie dat het niet anders kan dan dat het verdachte is geweest die heeft geprobeerd de woning binnen te komen. De rechtbank acht de poging diefstal dan ook wettig en overtuigend bewezen.
16/057988-13
Aangeefster [J]heeft verklaard dat zij zich op vrijdag 22 maart 2013, omstreeks 15:00 uur, bevond in de supermarkt Kippersluis aan de Leusderweg te Amersfoort. Op het moment dat aangeefster de supermarkt binnen liep voelde zij plots dat haar bruine handtas met enorme kracht werd weggetrokken onder haar linkerarm door een dame. Aangeefster zag dat de vrouw met haast de uitgang van de supermarkt opzocht en naar buiten liep. Op het moment dat ze buiten was zag aangeefster dat er 4 à 5 omstanders haar vastgrepen zodat zij niet verder kon rennen. Aangeefster zag dat de omstanders haar bruine handtas terug hadden gepakt van de vrouw. De vrouw die de tas van aangeefster had afgepakt werd naar een kamertje in de supermarkt gebracht tot het moment dat de politie kwam. [16]
De getuige [K] heeft verklaard dat hij op vrijdag 22 maart 2013 in de supermarkt Kippersluis op de Leusderweg in Amersfoort was. De getuige hoorde een vrouw schreeuwen: “Ze heeft mijn tas”. Hij zag vanuit zijn ooghoek dat een vrouw door het toegangshekje, vanuit de winkel, weer terug naar buiten rende. De getuige was in drie stappen bij de vrouw en heeft haar vastgepakt. De getuige zag dat de vrouw die hij vast had, de tas van de oudere vrouw bij zich had. De getuige heeft de vrouw vastgehouden en haar terug de supermarkt in gebracht. Hij heeft haar daar in een kamertje gezet. [17]
Uit het proces-verbaal van aanhouding door burger blijkt dat [verdachte], zijnde verdachte, op 22 maart 2013 op heterdaad is aangehouden te Leusderweg 150 in Amersfoort door [L], afdelingschef supermarkt. [18]
16/067491-13
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aan haar ten laste gelegde feit heeft begaan. Aangezien verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend zal de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen dienaangaande:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting; [19]
- de aangifte van[M], namens de Albert Heijn. [20]
16/075260-13
Aangeefster[N] heeft verklaard dat zij werkzaam is als assistent filiaal manager bij de Albert Heijn, gevestigd aan de Händelstraat 77a te Utrecht. Op 20 april 2013, omstreeks 17:00 uur, vertelde één van de medewerkers haar dat hij zojuist een klant een pakje sigaretten had gegeven om af te rekenen maar dat deze klant vervolgens weer de winkel in was gelopen. Op dat moment zag aangeefster dat de vrouw langs de kassa liep. Aangeefster zag dat de vrouw hierbij geen producten ter betaling aanbood. [21]
Verdachte heeft ter zitting verklaard het pakje sigaretten te hebben gestolen uit de Albert Heijn in Utrecht. [22]
16/058137-13
Aangever [O] heeft verklaard dat hij op 9 februari 2013, omstreeks 15:00 uur, zijn woning op de [adres] te Amersfoort heeft afgesloten. Toen hij op 10 februari 2013 omstreeks 00:40 uur weer thuis kwam zag hij dat het keukenraam naast de voordeur eruit lag en dat een gordijn door het raam was gehangen. Aangever zag dat de daders alle kamers van zijn woning hadden doorzocht. Hij zag dat in alle kamers goederen op de grond lagen en lades en deuren van kasten open stonden. [23]
Aangever heeft verklaard dat er een Replay Spijkerbroek, één paar Nike schoenen, twee flesjes parfum, een spaarpot en een digitale fotocamera is weggenomen. [24]
Verbalisant [P]heeft naar aanleiding van de diefstal uit de woning aan de [adres] te Amersfoort de camerabeelden van de lift en de centrale hal van de flat aan [adres]uitgekeken. De verbalisant zag op de beelden van 9 februari 2013 te 22:06:04 een man en een vrouw de centrale hal in komen lopen. Hij zag dat de vrouw een zwarte schoudertas bij zich droeg. De verbalisant zag dat de vrouw richting de deur liep en bukte naar het paneel met de huisnummers. Verbalisant zag dat de man naast haar kwam staan. [25] Hij zag dat de vrouw en de man de lift in liepen. Hij zag dat de vrouw op het bovenste knopje in de lift drukt. De verbalisant wist dat de lift dan uitkwam op de vierde etage, de huisnummers met toevoeging D. Verbalisant zag de deuren van de lift dicht gaan en zag dat de man en de vrouw om 22:07:12 uit de lift stapten.
Verbalisant zag dat de man en de vrouw om 22:33:24 weer in de lift stapten. Het viel de verbalisant op dat de man nu een erg gevulde, rood met gele randjes, bigshopper tas vast had. Hij zag dat de tas tot aan de rand gevuld is. In de tas was een grote bruine schoenendoos te zien. [26]
Aan aangever werden foto’s getoond afkomstig van de camera’s welke zijn geplaatst in de centrale hal en in de lift van de [adres] te Amersfoort. Aangever verklaarde de vrouw voor honderd procent te herkennen als zijn ex-vriendin genaamd [verdachte], zijnde verdachte. De man die op de foto’s staat herkende verdachte voor honderd procent als de nieuwe vriend van verdachte. Aangever herkende de tas die de man droeg als zijn tas. Aangever herkende de schoenendoos waarin zijn Nike schoenen zaten. [27]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij in de woning aan de [adres] te Amersfoort heeft ingebroken. Zij heeft verklaard dat zij het keukenraam heeft ingegooid, de woning via het raam is binnen gegaan en goederen uit de woning heeft weggenomen. [28]

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
16/661552-13
1.
in de periode van 2 maart 2013 tot en met 6 maart 2013 te Amersfoort met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres]
aldaar heeft weggenomen een horloge en een paar laarzen en een
laptop en een telefoon en vier flessen wijn en een plastic tas van
Royal Canin toebehorende aan [Q], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder haar bereik heeft gebracht door middel van insluiping via een deur;
3.
op 25 februari 2013 te Driebergen-Rijsenburg met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres]aldaar heeft weggenomen een digitale fotocamera en een navigatiesysteem en een zak chips en parfum en een televisietoestel toebehorende aan[A] waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder haar bereik heeft gebracht door middel van braak van een ruit van de achterdeur;
4.
Primair
op 24 februari 2013 te Driebergen-Rijsenburg ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres] 48 aldaar weg te nemen goederen en/of geld toebehorende aan [H] en zich daarbij de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en dat weg te nemen voornoemde goed en/of het geld onder haar bereik te brengen door middel van braak van een raamhor, immers heeft zij, verdachte, voornoemde hor kapot gemaakt, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
16/057988-13,
op 22 maart 2013 te Amersfoort met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een handtas toebehorende aan [J], welke diefstal werd vergezeld met geweld tegen die [J], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat zij, verdachte, de handtas van die [J] met kracht onder de arm van die [J] heeft weggetrokken en vervolgens is weggerend;
16/067491-13
op 8 april 2013 te Utrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen wijn en tampons en kruidenboter en paturain en noten toebehorende aan Albert Heijn;
16/075260-13
op 20 april 2013 te Utrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pakje sigaretten toebehorende aan de Albert Heijn;
16/058137-13
in de periode van 9 februari 2013 tot en met 10 februari 2013 te Amersfoort tezamen
en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen één kledingstuk en één paar schoenen en een fotocamera en een spaarpot en parfum toebehorende aan [O], waarbij verdachte en haar mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak van een raam van die woning.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar als
16/661552-13
feit 1:diefstal;
feit 3:diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 4 primair:poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
16/067491-13
diefstal;
16/075260-13
diefstal;
16/057988-13
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken;
16/058137-13
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en een meldingsgebod en een klinische opname bij FPA Roosenburg of soortgelijke klinische forensische zorg als bijzondere voorwaarden.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Voorts heeft de verdediging de rechtbank verzocht de door de officier van justitie geëiste straf te matigen nu de verdediging vrijspraak heeft bepleit voor een deel van de ten laste gelegde feiten en het noodzakelijk is dat verdachte wordt behandeld. De verdediging verzoekt de rechtbank om verdachte de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering zijn geadviseerd, op te leggen.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich in een periode van drie maanden schuldig gemaakt aan een insluiping in een woning, twee woninginbraken, een poging tot woninginbraak, twee winkeldiefstallen en een tasjesroof. Verdachte heeft met de bewezen verklaarde feiten aangetoond geen respect te hebben voor de eigendommen van een ander. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een haar betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 28 juni 2013, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld, laatstelijk op 6 mei 2013 tot een werkstraf van 40 uren. Bij de beoordeling van de zaak houdt de rechtbank rekening met de hiervoor genoemde veroordeling en past daarom artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toe.
- een verdachte betreffend reclasseringsadvies d.d. 14 augustus 2013, opgemaakt door A. Schreurs, reclasseringswerker, inhoudende de conclusie dat het leven van verdachte zich begeeft in een vicieuze cirkel waar verdachte zonder hulp niet uitkomt. Er is intensive zorg met een verplicht kader nodig om het vertrouwde patroon van verslaving, prostitutie en afhankelijk zijn te doorbreken. Verdachte lijkt oprecht gemotiveerd hieraan mee te werken. Het advies is om verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen met een meldplicht en klinische opname bij FPA Roosenburg of een soortgelijke zorginstelling als bijzondere voorwaarden.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het aantal feiten en de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is. De rechtbank is tevens van oordeel dat, gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de goede wil en motivatie die van verdachte uitgaat om behandeld te worden voor haar alcohol- en drugsverslaving, het noodzakelijk is verdachte intensief te begeleiden en te behandelen om recidive te voorkomen. De rechtbank zal derhalve aan verdachte opleggen een gevangenisstraf van 14 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten en een proeftijd van twee jaren. Voorts zal de rechtbank aan verdachte de na te noemen bijzondere voorwaarden opleggen conform het reclasseringsadvies van 14 augustus 2013.

9.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [A]heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van in totaal € 477,00, waarvan € 200,00 voor materiële schade en € 277,00 voor immateriële schade, gevoegd in het strafproces ter zake parketnummer 16/661552-13, feit 3.
De benadeelde partij Albert Heijn, Goylaan te Utrecht, heeft in de aangifte d.d. 8 april 2013 aangegeven zich met een schadebedrag van € 12,16 te willen voegen in het strafproces ter zake parketnummer 16/067491-13.
De benadeelde partij Albert Heijn, Händelstraat te Utrecht, heeft in de aangifte d.d. 13 maart 2013 aangegeven zich met een schadebedrag van € 23,84 te willen voegen in het strafproces ter zake parketnummer 16/075260-13.
9.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de benadeelde partijen[A] Albert Heijn Goylaan en Albert Händelstraat geconcludeerd tot gehele toewijzing van de schadebedragen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de wettelijke rente.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de vordering van de benadeelde partij [A]niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu zij vrijspraak heeft bepleit. De verdediging is van mening dat de vordering van de benadeelde partijen Albert Heijn Goylaan en Albert Heijn Händelstraat dienen te worden afgewezen nu de benadeelde partijen geen schadevergoedingsformulieren hebben ingediend.
9.3.
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van de benadeelde partij[A]
De behandeling van de vordering van[A] levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 200,00 aan materiële schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde acht de rechtbank tot dat bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 25 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Met betrekking tot de toegekende vordering zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaring in het overige deel van de
vordering, nu de wet in beginsel niet voorziet in vergoeding van immateriële schade bij een onrechtmatige daad als een inbraak, waarbij geen (bedreiging met) geweld tegen personen is toegepast en er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd waarom dat in dit geval anders zou moeten zijn. De benadeelde partij kan desgewenst dat deel van haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering van de benadeelde partij Albert Heijn, Goylaan te Utrecht
De rechtbank is van oordeel dat het door de benadeelde partij Albert Heijn, Goylaan te Utrecht, opgegeven schadebedrag van € 12,16 onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank acht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering. De benadeelde partij kan desgewenst zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering van de benadeelde partij Albert Heijn, Händelstraat te Utrecht
De rechtbank is van oordeel dat het door de benadeelde partij Albert Heijn, Händelstraat te Utrecht, opgegeven schadebedrag van € 23,84 onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank acht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering. De benadeelde partij kan desgewenst zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f, 45, 57, 63, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
Spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer 16/661552-13, feit 2 ten laste gelegde.
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
16/661552-13
feit 1:diefstal;
feit 3:diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 4 primair:poging diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
16/067491-13
diefstal;
16/075260-13
diefstal;
16/057988-13
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken;
16/058137-13
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
14 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 6 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Wetboek van Strafrecht de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich binnen vijf werkdagen na haar invrijheidstelling moet melden bij Reclassering Nederland op het adres Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht en zich daarna moet blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
2. zich verplicht laat behandelen voor haar alcohol- en druggebruik en emotionele problemen middels een klinische opname bij FPA Roosenburg of een soortgelijke klinische forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling zullen gegeven door of namens de instelling/behandelaar.
Geeft opdracht aan Reclassering Nederland om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Benadeelde partijen
[A](16/661552-13, feit 3)
Wijst de vordering van [A]toe tot een bedrag van €200,00 (tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 25 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [A]voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [A]€ 200,00 (tweehonderd euro) aan de Staat te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 25 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting door hechtenis van 4 dagen vervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Albert Heijn, Goylaan Utrecht (16/067491-13)
Verklaart de benadeelde partij Albert Heijn, Goylaan Utrecht, niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Albert Heijn, Händelstraat Utrecht (16/075260-13)
Verklaart de benadeelde partij Albert Heijn, Händelstraat Utrecht, niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.A.T. Engbers, voorzitter, mrs. C.S.K. Fung Fen Chung en G.D. Kleijne, rechters, in tegenwoordigheid van drs. E.M.S. Arduin, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 augustus 2013.
Mr. G.D. Kleijne is buiten staat dit vonnis mee te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
16/661552-13
1.
zij in of omstreeks de periode van 2 maart 2013 tot en met 6 maart 2013 te
Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk
van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres]
aldaar heeft weggenomen een horloge en/of een paar laarzen en/of een
laptop en/of een telefoon en/of vier flessen wijn en/of een plastic tas van
Royal Canin, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[Q], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij
verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of
de / het weg te nemen goed(eren) onder haar bereik heeft gebracht door middel
van insluiping via een deur;
2.
(16-701148-13)
zij op of omstreeks 06 maart 2013 te Amersfoort, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit
een woning gelegen aan de [adres] aldaar heeft weggenomen een hoeveelheid
geld (300 euro) en/of een parfum en/of een paar schoenen (Nike airmax) en/of
een spijkerbroek (replay) en/of een digitale fotocamera, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [O], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder haar bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking van
een (keuken)raam;
3.
zij op of omstreeks 25 februari 2013 te Driebergen-Rijsenburg, gemeente
Utrechtse Heuvelrug,, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelgen aan de
[adres]aldaar heeft weggenomen een digitale fotocamera en/of een
navigatiesysteem en/of een zak chips en/of een parfum en/of een
televisietoestel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[A] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder haar bereik heeft gebracht door
middel van braak en/of verbreking van een (ruit van de) achterdeur;
4.
Primair
zij op of omstreeks 24 februari 2013 te Driebergen-Rijsenburg, gemeente
Utrechtse Heuvelrug,, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres]
aldaar weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan
[H], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich
daarbij de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en / of die / dat weg
te nemen voornoemde goederen en/of geld onder haar bereik te brengen door
middel van braak en/of verbreking van een raamhor, immers heeft zij,
verdachte, voornoemde hor kapot gemaakt, zijnde de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Subsidiair
zij op of omstreeks 24 februari 2013 te Driebergen-Rijsenburg, gemeente
Utrechtse Heuvelrug, opzettelijk en wederrechtelijk een raamhor, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [H], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en / of beschadigd en / of
onbruikbaar gemaakt, door toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk die hor
kapot te trekken en steken en/of door bloed te smeren op die hor;
16/057988-13,
zij op of omstreeks 22 maart 2013 te Amersfoort met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (hand)tas, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [J], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan
en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die [J], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat zij, verdachte, de (hand)tas van die [J] met kracht onder de arm van
die [J] heeft (weg)getrokken en/of (vervolgens) is weggerend;
16/067491-13
zij op of omstreeks 8 april 2013 te Utrecht met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen wijn en/of tampons en/of
kruidenboter en/of paturain en/of noten, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan Albert Heijn, in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte;
16/075260-13
zij op of omstreeks 20 april 2013 te Utrecht met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pakje sigaretten en/of een
six pack bier en/of een fles rode wijn en/of twee blikjes tonijn, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Albert Heijn, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
16/058137-13
zij, op of omstreeks de periode van 9 februari 2013 tot en met 10 februari
2013 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan [adres]
D) heeft weggenomen één of meerdere kledingstuk(ken) en/of één of meerdere
paar schoenen en/of een fotocamera en/of een spaarpot en/of parfum, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [O] in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),
waarbij verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak op en/of
verbreking van een raam van die woning.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2013.
3.Proces-verbaal van aangifte nr. PL0940 2013051437-1, blz. 12-17 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
4.Proces-verbaal van aangifte nr. PL0920 2013044248-1, blz. 49 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
5.Proces-verbaal van aangifte nr. PL0920 2013044248-1, blz. 50 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
6.Bijlage weggenomen goederen nr. PL0920 2013044248-1, blz. 51 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige nr. PL0920 2013044248-5, blz. 67 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige nr. PL0920 2013044248-5, blz. 68 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
9.Proces-verbaal van bevindingen nr. PL0950 2013044248-15, blz. 59 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
10.Proces-verbaal van bevindingen nr. PL0950 2013044248-15, blz. 60 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
11.Proces-verbaal van relaas nr. PL0950 2013044248-19, blz. 71 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
12.Proces-verbaal van verhoor aangifte nr. PL 0950 2013043249-1, blz. 74 en 75 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
13.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2013,
14.Proces-verbaal van sporenonderzoek nr. PL0981 2013043249-5, blz. 86 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
15.Het geschrift inhoudende een deskundigenverslag van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 19 april 2013, blz. 88-91 van het proces-verbaal nr. PL0940/2013123182.
16.Proces-verbaal van aangifte nr. PL0940 2013064397-1, blz. 5 en 6 van het proces-verbaal nr. PL0940 2013064397.
17.Proces-verbaal van verhoor getuige nr. PL0940 2013064397-7, blz. 10 van het proces-verbaal nr. PL0940 2013064397.
18.Proces-verbaal van aanhouding door burger nr. PL0940 2013064397-3, blz. 3 van het proces-verbaal nr. PL0940 2013064397.
19.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2013.
20.Het geschrift inhoudende een aangifteformulier voor winkeliers, blz. 4-12 van het proces-verbaal nr. PL091A 2013077399.
21.Het geschrift inhoudende een aangifteformulier voor winkeliers, blz. 6 van het proces-verbaal nr. PL091A 2013087703.
22.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2013.
23.Proces-verbaal van aangifte nr. PL0940 2013032085-1, blz. 6 en 7 van het proces-verbaal nr. 2013032085.
24.Bijlage weggenomen goederen nr. Pl0940 2013032085-1, blz. 9 van het proces-verbaal nr. 2013032085.
25.Proces-verbaal van bevindingen nr. PL0940 2013032085-5, blz. 17 van het proces-verbaal nr. 2013032085.
26.Proces-verbaal van bevindingen nr. PL0940 2013032085-5, blz. 18 van het proces-verbaal nr. 2013032085.
27.Proces-verbaal van aangifte nr. PL0940 2013032085-7, blz. 28 van het proces-verbaal nr. 2013032085.
28.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2013.