ECLI:NL:RBMNE:2013:7816
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Mishandeling in een café te Amersfoort met beroep op noodweer
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 13 december 2013, staat de verdachte terecht voor mishandeling van het slachtoffer op 4 oktober 2012 in een café te Amersfoort. De zaak werd op 18 september 2013 inhoudelijk behandeld, waarna het onderzoek werd heropend om getuigen te horen. De verdachte was niet aanwezig bij de zitting op 29 november 2013, waar zijn raadsman, mr. E.H. Bokhorst, de verdediging voerde. De tenlastelegging, die als bijlage aan het vonnis is gehecht, beschrijft dat de verdachte het slachtoffer heeft mishandeld door hem te slaan en te schoppen.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdediging in overweging genomen. De officier van justitie stelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de mishandeling, terwijl de verdediging aanvoerde dat de verdachte zich had verdedigd tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer. De rechtbank heeft de verklaringen van zowel de verdachte als getuigen in overweging genomen en vastgesteld dat er sprake was van een wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer, die de verdachte in een situatie van noodweer bracht.
De rechtbank concludeert dat de verdachte zich in redelijkheid heeft verdedigd tegen het onmiddellijk dreigende gevaar van de aanranding door het slachtoffer. Daarom oordeelt de rechtbank dat het feit niet strafbaar is, omdat er sprake is van een omstandigheid die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. De benadeelde partij, het slachtoffer, wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte van alle rechtsvervolging is ontslagen. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, met de voorzitter en twee andere rechters.