Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
wegenshet vervullen van de functie van bestuurder van een pensioenfonds. Het opzegverbod van artikel 104 lid 5 van de Pensioenwet is een
tijdens-verbod,
wegenshet vervullen van de functie van bestuurder van het fonds is gedaan. [verweerster] heeft met overlegging van de e-mail van [A] van 16 januari 2013 aangetoond dat [A] toen heel boos was over de brief waarin zij kort daarvoor namens het fonds had aangekondigd dat het fonds de premie voor 2013 wilde verhogen en dat hij van haar eiste dat zij voortaan met hem overleg zou voeren voordat zij een dergelijke brief zou schrijven. [A] heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij alleen boos was over de procedure, dat hij van leden van de directie van ISS verwacht dat zij als teamspelers opereren en dat [verweerster] dit onvoldoende had gedaan. De kantonrechter kan echter niet uitsluiten dat deze kwestie, ook al is het alleen een procedurekwestie geweest, evenals de daarop gevolgde gang van zaken rond de opzegging van de uitvoeringsovereenkomst, een rol kan hebben gespeeld bij de beslissing in augustus 2013 om de functie van [verweerster] te laten vervallen en haar taken op het gebied van labour affairs onder te brengen bij de nieuwe directeur HR.