ECLI:NL:RBMNE:2013:7590
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.M. van Straalen
- J.P.W. Helmonds
- J.F. Haeck
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor ontucht met een minderjarig meisje
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is de verdachte vrijgesproken van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de terechtzittingen van 17 oktober en 16 december 2013. De officier van justitie had de verdachte primair beschuldigd van seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, dat op het moment van de feiten twaalf jaar oud was. Subsidiair werd de verdachte beschuldigd van ontuchtige handelingen zonder seksueel binnendringen. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuigen, alsook het DNA-onderzoek, in overweging genomen. De officier van justitie concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de primaire beschuldiging, maar dat het subsidiaire feit wel bewezen kon worden. De verdediging betwistte echter de geloofwaardigheid van de verklaringen van het slachtoffer en de getuigen, en stelde dat het DNA-onderzoek niet voldoende bewijs bood om de verdachte te veroordelen. Na zorgvuldige afweging van het bewijs oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel de primaire als de subsidiaire beschuldiging. Daarnaast werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten die aan de vordering ten grondslag lagen. De rechtbank besloot ook dat de kosten voor zowel de verdachte als de benadeelde partij voor eigen rekening komen en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op.