In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 24 december 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 25 januari 2012 te Bosch en Duin, gemeente Zeist, samen met anderen [slachtoffer] en diens gezin heeft bedreigd met zware mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zitting op 12 december 2013 hebben zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De officier van justitie beschouwde de bedreiging als wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging betoogde dat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen.
De rechtbank heeft de verklaringen van [slachtoffer] en de verdachte in overweging genomen. [slachtoffer] verklaarde dat hij op de bewuste avond werd bedreigd door een groep van ongeveer tien personen, waaronder de verdachte. De verdachte heeft erkend dat hij bij de woning van [slachtoffer] is geweest en hem heeft aangesproken. De rechtbank oordeelde dat de bedreigende woorden, in combinatie met de omstandigheden waaronder deze zijn geuit, voldoende waren om de vrees voor geweld bij [slachtoffer] en zijn gezin te rechtvaardigen.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan medeplegen van bedreiging met zware mishandeling, maar sprak hem vrij van de beschuldiging dat hij [slachtoffer] per sms had bedreigd, omdat hiervoor onvoldoende bewijs was. De rechtbank legde een geldboete op van € 250,00, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd. De rechtbank benadrukte dat dergelijke delicten bijdragen aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving en dat slachtoffers langdurig last kunnen hebben van de gevolgen van dergelijke bedreigingen.