Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het tenlastegelegde feit;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 december 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van bedreiging van een slachtoffer op 25 januari 2012. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet aanwezig was bij het incident bij de woning van het slachtoffer, en spreekt hem daarom vrij van de tenlastelegging. De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 12 december 2013, waar de raadsman van de verdachte aanwezig was, maar de verdachte zelf niet. De officier van justitie heeft betoogd dat er voldoende bewijs is voor de beschuldiging, maar de verdediging heeft aangevoerd dat de aangifte van het slachtoffer niet door ander bewijs wordt ondersteund. De rechtbank heeft de bewijsvoering van de officier van justitie kritisch bekeken en geconcludeerd dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft daarbij opgemerkt dat de camerabeelden van het incident niet duidelijk genoeg zijn om de verdachte te identificeren en dat de herkenning door getuigen niet betrouwbaar is. Bovendien blijkt uit telecomonderzoek dat de gsm van de verdachte zich op de dag van het incident in de buurt van de woning van het slachtoffer bevond, maar dit is niet voldoende om te concluderen dat hij betrokken was bij de bedreiging. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit.