ECLI:NL:RBMNE:2013:7438

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 december 2013
Publicatiedatum
24 december 2013
Zaaknummer
16/661886-13 [P]
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van bedreiging van slachtoffer in strafzaak

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 24 december 2013, stond de verdachte terecht op verdenking van bedreiging van een slachtoffer op 25 januari 2012. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet aanwezig was bij het incident, dat zich voordeed bij de woning van het slachtoffer in Bosch en Duin. De officier van justitie had betoogd dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, maar de verdediging stelde dat de aangifte niet door ander bewijs werd ondersteund en dat de gsm waarmee de bedreigende sms-berichten waren verzonden niet aan de verdachte kon worden gekoppeld.

De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 december 2013, waarbij de raadsman van de verdachte aanwezig was. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van de officier van justitie bevestigd. Na beoordeling van het bewijs, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank oordeelde dat de herkenning van de verdachte op de camerabeelden niet betrouwbaar was en dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de bedreiging van het slachtoffer.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij aanwezig was bij het incident. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
parketnummer: 16/661886-13 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 24 december 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1969] te distrikt [distrikt] (Suriname)
wonende te [woonplaats], [adres]
Raadsman mr. C.J.J. Visser, advocaat te Amsterdam

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 12 december 2013. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 25 januari 2012, samen met anderen, [slachtoffer] en of zijn gezin hebben bedreigd.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en baseert zich daarbij op de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen.
De officier van justitie acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer] per sms heeft bedreigd, verdachte dient hiervan vrijgesproken te worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen, verdachte dient derhalve vrijgesproken te worden. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de aangifte van [slachtoffer] niet door enig ander bewijsmiddel wordt ondersteund. Voorts volgt uit het dossier dat de gsm waarmee de ten laste gelegde sms-berichten zijn verstuurd op geen enkele manier aan verdachte te linken is.
Subsidiair is er geen sprake van een bedreiging nu de volgens aangever geuite woorden: “Als je … en jou gezin” geen bedreiging bevatten en deze woorden multi-interpretabel zijn. Voorts is niet gebleken van andere bedreigende omstandigheden.
Eveneens kan niet bewezen worden dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking, verdachte had geen actieve rol. Voorts is het zich niet distantiëren, wat gelet op de korte tijdsduur niet mogelijk was, is onvoldoende om tot een bewezenverklaring van medeplegen te komen.
Tevens kan niet bewezen worden dat verdachte in Bosch en Duin was. Op de beelden betreffende het incident bij de woning van [slachtoffer] kan ik cliënt niet herkennen. De herkenning van medeverdachte [medeverdachte 1] door [getuige] bij het incident de volgende dag, werd kort daarop door [getuige] teruggedraaid. Derhalve kunnen er vraagtekens worden geplaatst bij de waarde van de herkenningen die door diverse personen aan de hand van die camerabeelden zijn gedaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, het dossier bevat daartoe onvoldoende aanknopingspunten.
De rechtbank overweegt dat op basis van het dossier niet is komen vast te staan dat verdachte op 25 januari 2012 aanwezig is geweest bij het incident bij de woning van aangever [slachtoffer]. Op de ter zitting vertoonde camerabeelden van het incident dat zich bij de woning van [slachtoffer] heeft afgespeeld, zijn de precieze gelaatstrekken van de daarop waarneembare personen niet zichtbaar. Voorts volgt uit het dossier niet hoe en onder welke omstandigheden de herkenningen gedaan door diverse personen aan de hand van voornoemde camerabeelden tot stand zijn gekomen. Getuige [getuige] heeft verklaard verdachte en zijn medeverdachten, aan onder andere hun gezicht, te herkennen op de camerabeelden betreffende het incident bij aangever [slachtoffer]. Voorts heeft de getuige verklaard medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] te herkennen op de beelden van een incident op het Sportpark, welk incident plaats vond op de dag na het incident bij [slachtoffer]. [getuige] heeft kort daarop zijn verklaring over de herkenning van [medeverdachte 1] betreffende het incident bij het Sportpark ingetrokken.
De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van het hem ten laste gelegde feit.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het tenlastegelegde feit;
Dit vonnis is gewezen door mr. P.K. van Riemsdijk, voorzitter, mr. E.A. Messer en
mr. N.E.M. Kranenbroek, rechters, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 24 december 2013.
@BuitenStaat
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
hij op of omstreeks 25 januari 2012 te Bosch en Duin, gemeente Zeist, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen [slachtoffer] en/of het gezin van [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) zich opgehouden bij en/of in de naaste omgeving van de woning van voornoemde [slachtoffer] en/of aangebeld bij de woning van voornoemde
[slachtoffer] en/of op dreigende toon tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd: "je moet oprotten uit de Arena, daar heb je niks te zoeken. Als je niet luistert hebben wij onze eigen methode om je dat duidelijk te maken, die zijn niet aangenaam voor jou en je gezin, heb je me verstaan" en/of opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend (per sms) de woorden/berichten toegevoegd: "Je hebt dit wel begrepen he ouwe" en/of "haal het niet in je kop om je je bij onze club te vertonen en wees wijs om je ontslag in te dienen" en/of "Ga maar bij [naam] janken, maar je hebt het niet begrepen. Je komt er zelf achter, het is jouw eigen keus", althans (telkens) woorden/berichten van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht