In deze zaak vorderde eiser, een klant, schadevergoeding van de gedaagde werkgever wegens mishandeling door een medewerker in de winkel op 2 januari 2009. Eiser was in de winkel om shirts te ruilen, maar werd door een medewerker mishandeld en uit de winkel gezet. Eiser deed aangifte bij de politie, maar deze heeft het voorval niet verder onderzocht. Eiser heeft medische behandeling ondergaan en ontving een uitkering van zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het schadefonds geweldsmisdrijven kende hem een uitkering toe van € 5.663,00.
Eiser vorderde dat de gedaagde aansprakelijk werd gesteld voor de schade die hij had geleden als gevolg van de mishandeling. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde aansprakelijk was op grond van artikel 6:170 BW, omdat de mishandeling was gepleegd door een medewerker die in dienst was van de gedaagde. De rechtbank achtte de getuigenverklaringen van omstanders geloofwaardig en concludeerde dat de gedaagde verantwoordelijk was voor de onrechtmatige daad van zijn medewerker.
De rechtbank kende eiser een voorschot toe van € 2.500,00 op de schadevergoeding, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. De rechtbank verklaarde dat de gedaagde de door eiser geleden schade diende te vergoeden, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de schade nader op te maken bij staat zou zijn. Het vonnis werd uitgesproken op 18 september 2013.