ECLI:NL:RBMNE:2013:7255
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering wegens gebrek aan nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 september 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die lijdt aan het syndroom van Ehlers-Danlos, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had eerder een Wajong-uitkering aangevraagd, maar deze was op 21 februari 2011 geweigerd omdat zij in staat werd geacht om ten minste 75% van het maatmaninkomen te verdienen. Eiseres heeft geen rechtsmiddelen aangewend tegen dit besluit, waardoor het in rechte onaantastbaar is geworden. Op 7 augustus 2012 diende eiseres een nieuwe aanvraag in, die door verweerder werd opgevat als een verzoek om terug te komen van het eerdere besluit. Verweerder heeft echter geoordeeld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die een heroverweging rechtvaardigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in mei 2011 ernstige knieklachten ontwikkelde, maar oordeelde dat deze klachten niet konden worden aangemerkt als nieuw gebleken feiten, omdat de verergering van haar aandoening niet betekende dat de eerdere beoordeling onjuist was. De rechtbank concludeerde dat er geen toegenomen beperkingen waren binnen vijf jaar na het einde van de wachttijd, en dat eiseres derhalve niet in aanmerking kwam voor een Wajong-uitkering. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat verweerder in redelijkheid had kunnen besluiten om niet terug te komen op het eerdere besluit van 21 februari 2011.
De uitspraak benadrukt het belang van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden in bestuursrechtelijke procedures en bevestigt dat een verergering van klachten niet automatisch leidt tot een herbeoordeling van eerdere besluiten. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de beslissing openbaar uitgesproken.