In de strafzaak tegen de verdachte, betrokken bij de Urker visfraude, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 6 december 2013 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van valsheid in geschrift door valse facturen op te maken voor visleveringen. De aanklacht betrof het feit dat op de facturen schol werd vermeld, terwijl in werkelijkheid Yellow Fin Sole of schar werd geleverd. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de facturen onjuist waren, het oogmerk tot misleiding niet bewezen kon worden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, vertegenwoordigd door [A] en bijgestaan door advocaten, niet opzettelijk de waarheid had willen vervalsen. De rechtbank stelde vast dat de afnemers in veel gevallen op de hoogte waren van de geleverde vissoorten en dat er geen bewijs was dat de verdachte de facturen als echt en onvervalst had willen gebruiken. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was voor de opzet en het oogmerk tot misleiding. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs voor zowel de valsheid als de intentie tot misleiding in zaken van valsheid in geschrift.