ECLI:NL:RBMNE:2013:6256
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in Urker visfraudezaak wegens gebrek aan bewijs voor valsheid in geschrift
In de Urker visfraudezaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 6 december 2013 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van valsheid in geschrift. De verdachte werd ervan verdacht valse facturen te hebben opgemaakt voor leveringen van vis aan voornamelijk buitenlandse afnemers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de facturen schol vermeldde, terwijl in werkelijkheid Yellow Fin Sole of schar werd geleverd. De rechtbank concludeerde echter dat, hoewel de verdachte opzet had, het oogmerk tot misleiding niet bewezen kon worden. Hierdoor sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastelegging.
Het onderzoek ter terechtzitting begon op 12 april 2011 en werd meerdere keren geschorst. De verdachte was vertegenwoordigd door een advocaat, en de officier van justitie vorderde veroordeling op basis van de bewijsstukken en getuigenverklaringen. De verdediging betoogde dat de verdachte niet verantwoordelijk was voor het opmaken van de facturen, aangezien deze afkomstig waren van een andere rechtspersoon. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet betrokken was bij het opmaken van de facturen en dat er geen bewijs was dat de facturen valselijk waren opgemaakt in de zin van artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank besloot tot vrijspraak van de verdachte en gelastte de teruggave van in beslag genomen vis. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank en is openbaar uitgesproken.