In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 november 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging en bedreiging met een mes. De feiten vonden plaats op 13 augustus 2013 in Almere, waar de verdachte samen met een medeverdachte een ruit van een woning insloeg en vervolgens de bewoners bedreigde met een mes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het openlijke geweld door samen met de medeverdachte de ruit in te slaan en de woning binnen te gaan. De bedreigingen aan het adres van de slachtoffers werden ook bewezen geacht, waarbij de verdachte dreigend met een mes in de hand tegenover de slachtoffers stond en hen met de dood bedreigde. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als betrouwbaar beoordeeld, en deze gaven een consistent beeld van de gebeurtenissen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarbij de rechtbank rekening hield met de ernst van de feiten en het strafrechtelijk verleden van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een onvoorwaardelijke straf moest krijgen, gezien de impact van zijn daden op de slachtoffers en de samenleving. Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank bepaalde dat de verdachte een schadevergoeding moest betalen aan een van de slachtoffers.