Uitspraak
op tegenspraakgegeven in de zaak tegen:
1.Deprocedure
- de schriftelijke vordering van de officier van justitie strekkende tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 3.977,00 die binnen de in artikel 511b van het wetboek van strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
- het strafdossier onder parketnummer 16/700489-12;
- het veroordelend vonnis d.d. 6 december 2013 waaruit blijkt dat veroordeelde door de meervoudige strafkamer in deze rechtbank is veroordeeld tot de in die uitspraak vermelde straf ter zake van:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
- het proces-verbaal van de zitting van 22 november 2013 waar de officier van justitie een toelichting geeft op het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- de vordering ter terechtzitting van de officier van justitie van 22 november 2013 waaruit volgt dat het te ontnemen bedrag door hem nader is bepaald op een bedrag van € 990,00;
- de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting en de overige stukken in het dossier.
2.Het wederrechtelijk verkregen voordeel
3.De toepasselijke wettelijke voorschriften
4.De beslissing
6 december 2013,
die in handen van de rechter op de bij de wet voorgeschreven wijze de eed/belofte aflegt zijn/haar taak als tolk naar zijn/haar geweten te zullen vervullen. Al hetgeen ter terechtzitting is gesproken of voorgelezen is door voornoemde tolk vertolkt.