ECLI:NL:RBMNE:2013:5913

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 november 2013
Publicatiedatum
27 november 2013
Zaaknummer
356782 / HA RK 13-308
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechters in civiele procedure

In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 19 november 2013, heeft verzoeker, wonende te Amersfoort, een verzoek tot wraking ingediend tegen de kantonrechter mr. H. Phaff. Dit verzoek volgde op een eerdere procedure tussen verzoeker en de Vereniging van Eigenaars Appartementencomplex [naam]. Het wrakingsverzoek werd geregistreerd onder rekestnummer 354572 / HA RK 13-286 en werd behandeld tijdens een zitting op 5 november 2013. De wrakingskamer bestond oorspronkelijk uit mrs. L. Verschoor, M. ter Brugge en J. Sap, maar door roostertechnische redenen en ziekte zijn mrs. P. Bender en A.A.T. van Rens in hun plaats gekomen.

Verzoeker heeft zijn wrakingsverzoek ingediend op basis van verschillende gronden, waaronder het opzettelijk weigeren van identiteitscontrole en schending van het wrakingsprotocol. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet aan de vereisten voldeed, omdat de gewraakte rechters niet langer betrokken waren bij de behandeling van de zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker zijn verzoek niet tijdig heeft ingediend, aangezien de feiten en omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag lagen al eerder bekend waren.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er sprake is van misbruik van procesrecht, omdat verzoeker herhaaldelijk wrakingsverzoeken indiende in dezelfde procedure. Daarom heeft de rechtbank besloten om verzoeker niet ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek en te bepalen dat toekomstige wrakingsverzoeken van verzoeker tegen leden van de rechtbank niet in behandeling zullen worden genomen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Locatie: Lelystad
Rekestnummer: 356782 / HA RK 13-308
Zaaknummer: WK2013/039
Beslissing van 19 november 2013 van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken.
op het verzoek in de zin van artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van:
[verzoeker],
wonende te Amersfoort,
verder ook te noemen verzoeker.

1.De procedure

1.1
Bij de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Civiel recht, locatie Amersfoort, is tussen verzoeker en de verenigingVereniging van Eigenaars Appartementencomplex [naam] een procedure aanhangig met zaaknummer 2029290 AE VERZ 13-96 DJ/4066. De zaak is in behandeling bij de kantonrechter mr. H. Phaff. Op 13 oktober 2013 heeft verzoeker een verzoek tot wraking van de kantonrechter ingediend.
1.2
Voormeld verzoek, bij de rechtbank geregistreerd onder rekestnummer 354572 / HA RK 13-286, is behandeld ter terechtzitting van 5 november 2013 om 10.00 uur. De oorspronkelijke samenstelling van de bezetting van de wrakingskamer bestond uit mrs. L. Verschoor, M. ter Brugge en J. Sap. Mr. M. ter Brugge is wegens roostertechnische reden vervangen door mr. P. Bender en mr. J. Sap is wegens ziekte vervangen door mr. A.A.T. van Rens.
1.3
Ter terechtzitting van 5 november 2013 is de uitspraak in het wrakingsverzoek met rekestnummer 354572 / HA RK 13-286 bepaald op 19 november 2013. Op 5 november 2013 heeft verzoeker mr. H. Phaff wederom gewraakt in een procedure tussen de heer [A] en de vereniging Vereniging van Eigenaars Appartementencomplex [naam], dit verzoek is geregistreerd onder rekestnummer 356197 / HA RK 13-302.
1.4
Op 11 november 2013 heeft verzoeker telefonisch contact gehad met het Bureau wrakingen van de Rechtbank Midden-Nederland en is hem kenbaar gemaakt dat mr. J. Sap vooralsnog deel uit maakt van de wrakingskamer die het verzoek in de zaak van de heer [A] zal behandelen. In reactie op het bovenstaande heeft verzoeker op 13 november 2013 mrs. L. Verschoor, P. Bender, A.A.T. van Rens, J. Sap en M. ter Brugge gewraakt in de wrakingszaak met rekestnummer 354572 / HA RK 13-286.

2.De gronden van het verzoek

2.1
Aan zijn verzoek heeft verzoeker het volgende ten grondslag gelegd:
- opzettelijk weigeren de identiteit te controleren van een procespartij;
- opzettelijk faciliteren van de belemmering van de rechtsgang door de wrakingskamer;
- schending van het wrakingsprotocol;
- weigering om de inhoud van het verzet serieus te nemen;
- banden, georganiseerde partijdigheid en sfeercumulatie;
- bewust buiten werking stellen van rechten en
- bewust de waarheid niet boven tafel willen halen.

3.De beoordeling van het verzoek

3.1
Op grond van artikel 10.3 van het wrakingsprotocol van de rechtbank Midden-Nederland worden wrakingsverzoeken die zijn gericht tegen (leden van) de wrakingskamer niet in behandeling genomen, indien zij kennelijk niet voldoen aan de in paragraaf 4 vermelde eisen.
3.2
Conform paragraaf 4.1 moet een wrakingsverzoek worden gedaan zodra de daaraan ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden bekend zijn geworden bij de verzoeker. Uit paragraaf 4.3 volgt dat wraking uitsluitend mogelijk is van rechter(s) door wie een zaak wordt behandeld. In paragraaf 4.3 is tevens vermeld dat de wrakingskamer de mogelijkheid heeft om kennelijk niet-ontvankelijke verzoeken tot wraking van de leden van de wrakingskamer buiten behandeling te laten.
3.3
In dit geval voldoet het verzoek om mrs. Sap en Ter Brugge te wraken niet aan de daaraan te stellen eisen. Immers wordt de wrakingszaak met rekestnummer 354572 / HA RK 13-286 niet – langer – behandeld door mrs. Sap en Ter Brugge. Zij zijn om uiteenlopende redenen vervangen door andere leden van de vaste wrakingskamer. Op grond van paragraaf 4.3 is het aldus niet mogelijk om mrs. Sap en Ter Brugge te wraken. Het beoogde doel van de wraking – vervanging van de gewraakte rechter(s) – kan namelijk niet bereikt worden omdat mrs. Sap en Ter Brugge niet langer de zaak behandelen waarin is gewraakt.
3.4
In dit geval voldoet het verzoek om mrs. Verschoor, Bender en Van Rens te wraken evenmin aan de daaraan te stellen eisen. Verzoeker legt aan zijn verzoek een aantal zaken ten grondslag die reeds ter zitting van 5 november 2013, of zelfs voorafgaand daaraan, aan hem bekend zijn geworden. Echter heeft verzoeker zijn verzoek pas gedaan op 13 november 2013 nadat hij telefonisch van het Bureau wrakingen had vernomen dat mr. Sap deel uit maakt van de wrakingskamer die het verzoek in de zaak van de heer [A] zal behandelen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verzoeker zijn verzoek aldus niet gedaan zodra de daaraan ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden aan hem bekend zijn geworden en is daarmee niet voldaan aan paragraaf 4.1.
3.5
Nu het verzoekschrift klaarblijkelijk niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen verplicht ook artikel 39 lid 2 Rv de rechtbank niet tot het horen van verzoeker. Met dat artikel wordt beoogd verzoekers de gelegenheid te bieden te worden gehoord op de door hen aangevoerde feiten en omstandigheden op grond waarvan zij menen dat de onpartijdigheid van één of meer bepaalde rechters in geding is. Het in deze bepaling als vanzelfsprekend opgenomen recht op hoor en wederhoor is door de wetgever beschouwd als een debat over de gegrondheid van het verzoek. Aan dat onderzoek komt de rechtbank in dit geval echter niet toe omdat het verzoek aanstonds niet ontvankelijk dient te worden verklaard
3.6
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zijn er termen aanwezig thans reeds te bepalen dat verdere wrakingsverzoeken van verzoeker tegen leden van de rechtbank belast met de behandeling van het wrakingsverzoek met rekestnummer 354572 / HA RK 13-286 niet in behandeling zullen worden genomen. Ingevolge artikel 39 lid 4 Rv heeft de rechtbank de bevoegdheid om dit te bepalen indien er sprake is van misbruik. Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake van misbruik als bedoeld in dit artikel, nu het onderhavige wrakingsverzoek aanstonds niet ontvankelijk is en door het herhaald indienen van wrakingsverzoeken in dezelfde procedure niet kan worden toegekomen aan de (verdere) inhoudelijke behandeling van de zaak.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1
verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek;
4.2
bepaalt dat een volgend verzoek van verzoeker tot wraking van leden van de rechtbank belast met de behandeling van het wrakingsverzoek met rekestnummer 354572 / HA RK 13-286 niet in behandeling wordt genomen.
Deze beslissing is gegeven door mr. O.E. Mulder (voorzitter) en de mrs. C.J. Hofman en A.E. Thé-Kouwenhoven in tegenwoordigheid van de griffier mr. L. van Gaal en in openbaar uitgesproken op 19 november 2013.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.