Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
LOCATIE UTRECHT
bijgestaan door mr. J.O.A.N. de Vries, advocaat te Amersfoort,
1.Procesgang
De rechtbank heeft de rechter-commissaris verzocht op deze vordering te beslissen.
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 februari 2013, waarin is opgenomen een verkorte weergave van de verklaring van getuige [nummer] d.d.
- het proces-verbaal ter terechtzitting van de meervoudige kamer in deze rechtbank, locatie Utrecht, d.d. 8 mei 2013 in de zaken [gedetineerde 1] en [gedetineerde 2];
- het proces-verbaal van verhoor van [K], officier van justitie bij de rechter-commissaris van de rechtbank Midden Nederland, locatie Utrecht, d.d. 27 mei 2013;
- de beschikking van de rechter-commissaris van deze rechtbank, locatie Lelystad ex
- de appelmemorie van de officier van justitie d.d. 5 november 2013;
- een brief d.d. 25 februari 2010 van E.M.H. Hirsch Ballin aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, een handleiding opnemen (deels) anonieme aangifte/verklaring en een samenvatting van een onderzoek met de titel ‘Anonimiteit in het strafproces’, opgesteld door [X] en [A] d.d. 13 november 2012, zoals overgelegd door de officier van justitie in raadkamer d.d. 7 november 2013;
- de aantekeningen van de officier van justitie, zoals overgelegd in raadkamer d.d.
- de pleitaantekeningen van mr. J.P.M. Denissen, zoals overlegd in raadkamer d.d.
- de mondelinge reactie van mr. J.O.A.N. de Vries, in raadkamer d.d. 7 november 2013.
2.De gronden van de beslissingDe rechter-commissaris heeft bij beslissing van 17 januari 2013 de vordering van de officier van justitie om aan getuige [nummer] de status van beperkt anonieme getuigete verlenen, afgewezen.
3. Standpunt van het openbaar ministerie
4.Standpunt van de verdediging
5.Beoordeling
De rechter-commissaris heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende inzichtelijk gemaakt en gemotiveerd dat geen gegrond vermoeden bestaat dat de getuige in verband met het afleggen van zijn verklaring overlast zal ondervinden.