In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 1 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vennootschap onder firma, eiseres, en het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht, verweerder, over een subsidiebesluit op grond van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht. Eiseres had een aanvraag ingediend voor subsidie ten behoeve van agrarisch natuur- en landschapsbeheer en had in eerdere besluiten een subsidie vastgesteld gekregen. Echter, bij het bestreden besluit van 14 januari 2013 heeft verweerder de subsidie gewijzigd en het bezwaar van eiseres deels gegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit nagenoeg identiek is aan een eerder besluit van 6 november 2012, waartegen eiseres geen beroep had ingesteld. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet kan worden vrijgesteld van het instellen van beroep tegen het eerdere besluit, ondanks haar argumenten dat zij op het verkeerde been was gezet door de Dienst Regelingen. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres voor een groot deel niet-ontvankelijk is, maar dat het beroep tegen het bestreden besluit II, dat een herziene beslissing op bezwaar betreft, gegrond is. Dit besluit wordt vernietigd omdat het niet voldoet aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht.
De rechtbank draagt verweerder op om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en moet het betaalde griffierecht worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.