Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
STICHTING WOONZORG NEDERLAND,
gevestigd te Amstelveen,
eiseres,
gemachtigde Jongejan Wisseborn Gerechtsdeurwaarders,
1.[gedaagde sub 1],wonende te [woonplaats],2. [gedaagde sub 2],wonende te[woonplaats],gedaagden,verschenen in persoon.
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 mei 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 30 juli 2013
- de akte van Woonzorg Nederland
- de akte van [gedaagden].
2.De feiten
3.De vordering
4.De beoordeling
Woonzorg Nederland stelt dat nadien buitengerechtelijke incassohandelingen zijn verricht, maar heeft niet concreet aangegeven welke dat zijn geweest noch daarvan enige onderbouwing gegeven, bijvoorbeeld door het overleggen van een nadere brief, zodat de kantonrechter als vaststaand moet aannemen, dat na de verzending van die brief geen nadere incassohandelingen zijn verricht.
Ter onderbouwing van dit standpunt heeft Woonzorg Nederland onder meer gewezen op het volgende.
- Blijkens de Memorie van Toelichting is het forfaitaire percentage niet gekoppeld aan een precieze berekening van de kosten in een individuele zaak.
- De eis tot het verzenden van de veertiendagenbrief alvorens incassokosten verschuldigd worden is in de wet opgenomen op aandringen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal met de bedoeling de schuldenaar er van te doordringen dat hij na de termijn in die brief onherroepelijk buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is.
- De minister heeft aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal geschreven:
“De consument wordt middels de aanmaning de kans geboden het verschuldigde bedrag alsnog te voldoen, zonder dat incassokosten worden verschuldigd. Op grond van de regeling is duidelijk wat er aan incassokosten in rekening mag worden gebracht. Ook de rechter zal de incassokosten overeenkomstig de wettelijke regeling bepalen. De dreiging van een gerechtelijke procedure, waarbij de schuldenaar als hij verliest in de kosten van het geding wordt veroordeeld, zal een stimulans zijn voor de debiteur om tijdig te betalen. Het nieuwe systeem biedt de schuldenaar een kans zijn vordering alsnog binnen 14 dagen te voldoen, maar doet hij dat niet, dan zal de schuldenaar veel te verliezen hebben.”(Tweede kamer 2010-2011, 32 418 nr. 5 p. 9).
- In antwoord op een vraag van de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft de minister geschreven:
“Het is mogelijk dat een schuldeiser direct 14 dagen na zijn aanmaning het gehele bedrag aan incassokosten in rekening brengt.”(Eerste Kamer, 2011-2012, 32 418, C, p. 9).
- In de Nota van toelichting bij het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is vermeld:
“Als de schuldenaar een consument is, heeft een schuldeiser recht op een vergoeding van incassokosten indien hij de schuldenaar heeft aangemaand in de zin van artikel 6:96 lid 5 BW(thans zesde lid, kantonrechter)
en betaling vervolgens is uitgebleven.”
“2.13.
De kantonrechter gaat er van uit dat de kantonrechter te Arnhem genoemde vraag kort na de door de eisende partij in die (verstek)zaak te nemen akte aan de Hoge Raad zal stellen.
Als dat daadwerkelijk gebeurt, acht de kantonrechter het, gezien het standpunt van Woonzorg Nederland, nodig de beslissing over de buitengerechtelijke incassokosten in deze zaak aan te houden tot de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan. Het lijkt de kantonrechter in dat geval niet nodig deze vraag ook in onderhavige procedure aan de Hoge Raad te stellen.