In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 oktober 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning aan de modelvliegclub Midden Nederland. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht voor de duur van vijf jaar voor het inrichten en gebruiken van een perceel in De Meern. Eiseres, eigenaar van aangrenzende gronden, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij van mening is dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gevolgen voor flora en fauna, met name de impact op haar agrarische activiteiten en de aanwezige beschermde diersoorten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit niet voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid en dat er onvoldoende rekening is gehouden met de Flora- en faunawet (Ffw). De rechtbank oordeelt dat er niet evident is dat een Ffw-toestemming niet vereist is, en dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de effecten van de vliegactiviteiten op de flora en fauna in de omgeving. De rechtbank heeft de vergunning vernietigd en het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van de omgeving en de flora en fauna beter in acht moeten worden genomen.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de ruimtelijke onderbouwing van het besluit tekortschiet, omdat deze niet voldoende inzicht biedt in de effecten van de activiteiten van de modelvliegclub op de agrarische bestemming van de gronden van eiseres. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en het griffierecht vergoed.