Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1],
2.[eiseres sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 mei 2013;
- de brief van [gedaagde] van 15 juli 2013 met producties ten behoeve van de comparitie;
- het proces-verbaal van comparitie van 25 juli 2013.
2.Feiten
het betreft spoorvorming over een lengte van ± 220 m op perceel [nummer] als gevolg van het berijden zonder gebruik te maken van draglineschotten en door het berijden door een trekker die de draglineschotten aanvoerde.
deze schade is het gevolg van het draaien op het perceel met een kraan zonder gebruik te maken van draglineschotten.
Tijdens werkzaamheden was een van de schotten beschadigd waardoor tijdens het verplaatsen beschadiging van de grasmat is opgetreden.
deze schade tussen perceel [nummer] en [nummer] bestaat uit ernstige inklinking als gevolg van het oversteken van de sloot door een kraan.
deze schade bestaat uit inklinking als gevolg van onjuist gebruik/belasting van de draglineschotten.
3.Het geschil
4.De beoordeling
800,00(2 punten × tarief € 400,00)