Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 februari 2013;
- het proces-verbaal van comparitie van 16 mei 2013.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
This is a gentleman’s agreement to be judged by AKZO NOBEL”, aldus PDC. Akzo Nobel stelt zich op haar beurt op het standpunt dat de clausule moet worden uitgelegd in die zin, dat deze de mogelijkheid biedt dat Akzo Nobel PDC een (aanvullende) vergoeding betaalt wanneer de implementatie van door haar ontwikkelde ideeën naar het oordeel van Akzo Nobel succesvol is gebleken.
- De door PDC in opdracht van Akzo Nobel uitgevoerde werkzaamheden waren gericht op het verbeteren van de efficiëntie van bestaande productieprocessen van Akzo Nobel voor een nieuwe fabriek in China, die nog moest worden opgestart;
- Akzo Nobel zal slechts overgaan tot het implementeren van een nieuw productieproces in één van haar fabrieken, indien dat naar verwachting tot een groter rendement zal leiden;
- Partijen hebben over de inhoud van artikel 4, onder b, van de overeenkomst onderhandeld, waarbij de zin “
- PDC is tijdens deze onderhandelingen - in tegenstelling tot Akzo Nobel - niet bijgestaan door een jurist;
- De aanvankelijke zinsnede “
- Verder is het aanvankelijk opgenomen sub c van artikel 4 van de overeenkomst komen te vervallen, waarin ten behoeve van PDC een licentievergoeding was bepaald;
- De voornoemde wijzigingen in de eerdere versie(s) van de overeenkomst vinden hun oorsprong in kritiek van Akzo Nobel op de oorspronkelijke redactie van het artikel;
- Deze oorspronkelijke redactie vindt haar oorsprong in de standaardcontracten die PDC gebruikt bij het sluiten van overeenkomsten met haar opdrachtgevers;
- Door PDC werd in de onderhandelingen aanvankelijk een hoger tarief voor haar werkzaamheden bedongen dan is overeengekomen in de bij de overeenkomst behorende “Appendix 1”;
- Akzo Nobel wenste de overeenkomst en de daaruit voor partijen voortkomende verplichtingen overzichtelijk en duidelijk te houden en wenste discussie achteraf over de uitleg ervan zoveel mogelijk te voorkomen.
to be judged by AKZO NOBEL” en betwist zij de door PDC voorgestane uitleg van de overeenkomst (zoals weergegeven in overweging 4.3.).
added value” in de zin van de overeenkomst. De rechtbank overweegt dat deze verweren beiden zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat de door Akzo Nobel voorgestane uitleg van de overeenkomst leidend is. Nu hiervoor reeds is overwogen dat de rechtbank dit uitgangspunt niet volgt behoeven deze verweren dan ook geen bespreking. De rechtbank zal de vordering, zoals weergegeven in overweging 3.1., onder a), toewijzen.
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)