ECLI:NL:RBMNE:2013:4984
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing schuldsanering na huwelijk in gemeenschap van goederen met aanzienlijke schuldenlast
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 oktober 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling van verzoekster, die gehuwd was in gemeenschap van goederen. Verzoekster had een schuldenlast die was toegenomen van ongeveer € 18.000 naar circa € 104.000 door de schulden van haar echtgenoot in de gemeenschap te brengen. De rechtbank overwoog dat verzoekster had gehandeld op basis van mededelingen van haar budgetbeheerder en re-integratiebegeleider, en dat zij, gezien haar geestelijke en verstandelijke vermogens, niet in staat was om de gevolgen van haar huwelijk volledig te overzien. De rechtbank concludeerde dat verzoekster niet te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan van de extra schulden, maar dat dit niet aan haar kon worden tegengeworpen. De rechtbank wees erop dat de toename van de schuldenlast door het huwelijk niet automatisch leidt tot afwijzing van het verzoek om schuldsanering, vooral gezien de omstandigheden van verzoekster. De rechtbank sprak de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit en benoemde mr. D.M. Staal tot rechter-commissaris. Tevens werd er een voorschot op het salaris van de bewindvoerder toegekend en werden er specifieke instructies gegeven met betrekking tot de behandeling van brieven en telegrammen gericht aan de schuldenares. De uitspraak benadrukt de noodzaak om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verzoekster in het kader van de schuldsanering.