In deze zaak heeft de kantonrechter op 11 oktober 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgevers, Global Security Education B.V. (GSE) en Global Aviation Security B.V. (GAS). De werknemer vorderde betaling van achterstallig loon, overuren, reiskostenvergoeding, vakantiebijslag en telefoonkosten. De werknemer was op 1 april 2013 in dienst getreden bij GSE en had recht op een salaris van € 2.500,00 netto per vier weken, vermeerderd met vakantietoeslag. De arbeidsovereenkomst viel onder de CAO Particuliere Beveiliging. De werknemer stelde dat GSE vanaf 22 april 2013 geen loon meer had betaald en dat hij door financiële problemen niet meer naar zijn werk kon reizen. GSE erkende dat het loon over de periode tot 17 juni 2013 niet was voldaan, maar voerde aan dat de werknemer zonder geldige reden niet had gewerkt.
De kantonrechter oordeelde dat GSE gehouden was het achterstallige loon te betalen voor de periode waarin de werknemer werkzaamheden had verricht. De vordering tot betaling van loon na 17 juni 2013 werd afgewezen, omdat de werknemer niet had aangetoond dat het niet verrichten van arbeid voor rekening van GSE kwam. De kantonrechter kende de gevorderde reiskostenvergoeding gedeeltelijk toe, evenals de vakantiebijslag en telefoonkosten. De vordering tot betaling van overuren werd afgewezen, omdat nader feitenonderzoek noodzakelijk was. GSE werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente over de toegewezen bedragen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.