ECLI:NL:RBMNE:2013:4892
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.H.J. Harmeijer
- C.W. Couperus-van Kooten
- L.G. Wijma
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak na verdenking van openlijk geweld in vereniging
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 oktober 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijk geweld in vereniging. De verdachte was aanwezig nabij de plaats delict op 6 oktober 2012, maar ontkende de beschuldigingen en gaf een alternatief scenario. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte niet op voorhand ongeloofwaardig was, omdat er geen bewijsmiddelen waren die zijn alternatieve lezing uitsloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had bewijs gepresenteerd, waaronder getuigenverklaringen en DNA-sporen, maar de verdediging betwistte de betrouwbaarheid van de verklaringen van de getuigen en pleitte voor vrijspraak. De rechtbank concludeerde dat de alternatieve lezing van de verdachte niet kon worden uitgesloten en sprak hem vrij van de tenlastegelegde feiten. Tevens werd de benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken.