Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
2.Vaststaande feiten
3.Beoordeling van het verzochte
4.Beslissing
[moeder], wonende te [woonplaats],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 oktober 2013 een beschikking gegeven inzake de ontheffing van het gezag van de moeder over haar minderjarige dochter, die ernstig gehandicapt is geraakt door het baby shaken syndroom. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om ontheffing van het gezag, omdat de moeder ongeschikt of onmachtig zou zijn om haar plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is geweest om haar kind te beschermen tegen de mishandeling, waarvan de gevolgen ernstig zijn. De minderjarige, geboren in 2008, heeft ernstig hersenletsel opgelopen en heeft constante zorg en begeleiding nodig. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van het kind niet kan worden gewaarborgd, ongeacht wie van de ouders verantwoordelijk is voor het letsel. De moeder heeft zich verzet tegen de ontheffing, maar de rechtbank oordeelde dat de huidige maatregelen van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing onvoldoende zijn om de dreiging van verdere schade aan het kind af te wenden. De rechtbank heeft besloten om de moeder van het gezag te ontheffen en Bureau Jeugdzorg Regiokantoor Het Gooi Jeugdbescherming tot voogdij te benoemen, met als doel de veiligheid en continuïteit van de zorg voor het kind te waarborgen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.