Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingslocatie Utrecht
Rechtbank Midden-Nederland
Op 1 oktober 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Utrecht, een vonnis gewezen in een ontnemingszaak tegen een verdachte die eerder was veroordeeld voor het medeplegen van een overval op een zonnestudio. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten ter hoogte van € 5.000,-. Dit bedrag is gebaseerd op de aangifte van een getuige die meldde dat er een dagopbrengst van ongeveer € 500,- uit de kassalade was weggenomen, en dat er tussen de € 6.000,- en € 7.000,- uit de kluis was gestolen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de verdachte te verplichten dit bedrag aan de Staat te betalen, beoordeeld. De verdediging heeft betoogd dat de vordering afgewezen moest worden, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte in staat is om het bedrag te betalen, gezien zijn huidige en toekomstige draagkracht. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de verdachte verplicht om het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel van € 5.000,- aan de Staat te betalen. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft bepaald dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor dit bedrag, met de mogelijkheid van bevrijding indien een van de mededaders betaalt. Het vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 oktober 2013, waarbij mr. L.M.G. de Weerd niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.