ECLI:NL:RBMNE:2013:4697

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 oktober 2013
Publicatiedatum
1 oktober 2013
Zaaknummer
16/701334-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan overval op zonnestudio met geweld en bedreiging

Op 1 oktober 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die medeplichtig was aan een gewapende overval op een zonnestudio in Utrecht. De verdachte had aan bekenden informatie verstrekt over de inhoud van een kluis van haar werkgever, met de bedoeling dat deze bekenden haar werkgever zouden beroven. De overval vond plaats op 18 juli 2012, waarbij de daders met vuurwapens de zonnestudio binnengingen en geweld gebruikten tegen de aanwezige slachtoffers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk inlichtingen heeft verschaft die de overval mogelijk maakten. Tijdens de rechtszaak heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte medeplichtig was aan de overval en heeft haar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. De rechtbank overwoog dat de verdachte het vertrouwen van haar werkgever ernstig had geschaad en de klanten van de zonnestudio aan grote risico's had blootgesteld. De benadeelde partijen die schadevergoeding vorderden, werden niet-ontvankelijk verklaard omdat onvoldoende aannemelijk was dat de schade een rechtstreeks gevolg was van het bewezen verklaarde feit.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/701334-12
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 1 oktober 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1988] te[geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in de PIV, Huis van Bewaring Nieuwersluis, Zandpad 3 te Nieuwersluis.
Als raadsman van verdachte is mede ter terechtzitting aanwezig mr. J.P.M. Denissen, advocaat te Utrecht.
Verdachte wordt hierna ook aangeduid als [verdachte]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 17 september 2013, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer:
dat verdachte op 18 juli 2012 te Utrecht samen met anderen een overval heeft gepleegd op de zonnestudio [X] waarbij geld en goederen zijn weggenomen, welke overval is gepaard gegaan met bedreigingen met een vuurwapen en geweld jegens [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4],[slachtoffer 5] en[slachtoffer 6], althans dat verdachte medeplichtig is geweest aan die overval.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
4.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezen verklaring kan komen van de ten laste gelegde feiten en verzoekt om vrijspraak. Daartoe heeft de verdediging betoogd dat de gestelde vermeende betrokkenheid van verdachte door het waarschuwen van de overvallers aantoonbaar niet heeft plaatsgevonden en dat verdachte ook anderszins de overvallers niet heeft geïnformeerd over de locatie van de kluis of de inhoud daarvan.
4.3.
Het oordeel van de rechtbank
De vindplaatsvermeldingen van de bewijsmiddelen verwijzen naar de doorgenummerde paginanummers (van 1 tot en met 2405) van het onderzoek 09-TINT12 met dossiernummer 2012160387. De in de voetnoten aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht op grond van na te noemen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte medeplichtig is aan de overval op de zonnestudio die is gepleegd door [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] (hierna [medeverdachte 2]) en[medeverdachte 3] (hierna[medeverdachte 3]). Verdachte heeft hen daarvoor de inlichtingen omtrent de aanwezigheid van geld in de zonnestudio verstrekt.
Op 18 juli 2012 is zonnestudio [X] door drie gemaskerde mannen overvallen. De getuige [getuige] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] dit samen met zijn broer en nog iemand anders heeft overvallen. Een vrouw die bij de zonnestudio werkt zou hen daarbij hebben geholpen. Deze vrouw heeft zij op een foto herkend als [verdachte].
De informatie van [getuige] vindt bevestiging in de inhoud van verschillende telefoongesprekken. Dat deze telefoongesprekken betrekking hebben op de (voorbereiding van) de overval op de studio leidt de rechtbank af uit combinatie van de inhoud van deze gesprekken, de tijdstippen waarop deze telefoongesprekken hebben plaatsgevonden en het tijdstip waarop de overval heeft plaatsgevonden. Verder vindt de informatie van [getuige] bevestiging in een nota van hotel [naam], foto’s uit de telefoon van [medeverdachte 1] en de opname van een gesprek van [medeverdachte 1] met zijn vriendin[A].
De verdediging heeft betoogd dat de informatie van[getuige] onbetrouwbaar is nu [getuige] deze verklaring uit rancune gedaan zou hebben en omdat de verklaringen tegenstrijdigheden en onjuistheden zouden bevatten. De rechtbank overweegt dat, gelet op de persoonlijke relatie tussen [getuige] en [medeverdachte 1], niet geheel onaannemelijk is dat bij[getuige] sprake is van rancune. Zij acht de informatie van [getuige] echter wel bruikbaar als bewijsmiddel omdat gebleken is dat [getuige] over daderwetenschap beschikte: er was in de media onder meer geen melding gemaakt dat één van de slachtoffers een zwangere vrouw was. Voorts vindt haar informatie steun in de hiervoor genoemde bewijsmiddelen. De rechtbank zal de verklaringen van [getuige] gelet op de persoonlijke relatie met [medeverdachte 1] slechts gebruiken voor zover deze worden ondersteund door ander bewijsmateriaal.
Dat verdachte de daders van de overval heeft getipt over de mogelijke buit blijkt uit het afgeluisterde telefoongesprek van 19 juli 2012 om 14.53 uur tussen [medeverdachte 1] naar [B], alsmede uit het gesprek op 17 oktober 2012 tussen [medeverdachte 1] en zijn vriendin[A]
Bewijsmiddelen
De gebeurtenissen tijdens de overval
Op 25 juli 2012 heeft medewerkster [verdachte] namens [X] en [W] aangifte gedaan van een overval op de Zonnestudio [X] op 18 juli 2012 om 22.01 uur. [1]
[verdachte] heeft verklaard dat een persoon met een panty op zijn hoofd binnenkwam en dat die persoon met een vuurwapen in zijn hand binnenkwam. [2] Achter hem zag ze dat er nog twee mensen de salon binnenkwamen. Zij droegen ook gezichtsbedekking op hun hoofd. [3]
[W], eigenaar van de [X], heeft verklaard dat er een kluis met inhoud is weggenomen en dat er uit de kassalade een dagomzet van ca € 500,-- is ontvreemd. In de kluis bevond zich briefgeld en muntgeld ter waarde van € 6.000,-- tot € 7.000,--, sleutels en pasjes. [4]
Op 19 juli 2012 heeft [slachtoffer 4] aangifte gedaan van diefstal met geweld op 18 juli 2012 waarbij hem zijn telefoon, een zwarte Blackberry Bold 9700, is afgenomen. [5]
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij onder de zonnebank lag toen zij haar moeder hoorde schreeuwen dat zij uit het hokje moest komen. Toen zij de deur van het hokje opende zag zij een man met een vuurwapen in zijn rechterhand. De man pakte haar vast bij haar bovenarm, sleurde haar door de gang en duwde haar tegen de muur. Hij sloeg haar met zijn vuist op haar rechter jukbeen. [6]
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij met de rug naar de ingang van de zonnestudio stond toen hij opeens een arm om zijn nek/hals voelde. Hij werd naar achteren geduwd. De dader had een vuurwapen in zijn hand. Hij hoorde de dader roepen: “Stay down” “Don’t move, I shoot you” of woorden van gelijke strekking. De dader drukte de loop van het vuurwapen in de oogkas van[slachtoffer 2]. [7]
[slachtoffer 5] heeft verklaard dat zij niet onder de zonnebank ging omdat zij zwanger was. Nadat zij gebruik gemaakt had van het toilet en de toiletruimte verliet zag zij dat een man [slachtoffer 1] onder schot hield. De man draaide zich om en richtte een vuurwapen op haar en greep haar vast. Een politieagente zag een rode, ronde afdruk in haar nek Toen zij zich verzette riep de man “I’ll shoot, I’ll shoot”. De man duwde haar tegen de grond en sloeg haar op haar hoofd. [8]
[slachtoffer 3]heeft verklaard dat een van de overvallers een vuurwapen op haar richtte en riep dat ze op de grond moest gaan liggen. [9]
[slachtoffer 4]heeft verklaard dat hij lawaai hoorde toen hij onder de zonnebank lag. Toen hij de deur van het slot draaide kwamen er twee mannen de cabine binnen. Deze mannen sloegen hem met hun vuisten. Eén van de mannen richtte een vuurwapen op hem en sloeg hem met het wapen op zijn hoofd. [10]
[slachtoffer 6]heeft verklaard dat hij met [slachtoffer 4] naar de zonnestudio was gegaan. Toen hij onder de zonnebank lag hoorde hij in het Engels en in het Nederlands schreeuwen “ga liggen of ik schiet”. [11]
De identiteit van de daders
Verbalisanten van politie hebben een proces-verbaal bevindingen opgesteld over een gesprek met [getuige] (hierna: [getuige]) op 31 juli 2012. Zij vertelde dat [medeverdachte 1] samen met zijn broer en nog iemand anders ergens in de maand juli 2012 een zonnestudio in Utrecht had overvallen. Dat hadden zij gedaan met behulp van een vrouw die in de zonnestudio werkte. Zij verklaarde dat [medeverdachte 1] haar had verteld dat er een zwangere vrouw was neergeslagen. Zij verklaarde dat er drie of vier jongens bij betrokken waren, [medeverdachte 1], zijn broer [medeverdachte 2] en een neef. [12]
[getuige] heeft op 4 december 2012 een getuigenverklaring afgelegd. Zij heeft toen verklaard dat [medeverdachte 1] haar verteld heeft dat er een meisje werkte die zou aangeven wanneer ze konden komen. Ze zouden binnenvallen zodra het meisje een teken zou geven, via de Blackberry. Ze hadden de zonnestudio uitgekozen omdat het makkelijk was. Het meisje werkte binnen en zou meewerken. Ze heeft het meisje ontmoet in de auto toen zij opgehaald werd bij Station Overvecht. [medeverdachte 2] en [C] zaten in de auto. [C]vertelde dat dat het meisje van de zonnestudio was. Ze had haar haar in een paardenstaart, was licht getint, krulletjes en ongeveer 23 jaar. Ze had bruine ogen. [getuige] heeft verklaard dat het meisje op de door de verbalisanten aan haar getoonde foto van[verdachte], het meisje van de zonnestudio is. Na de overval was [getuige] in hotel[naam] (naar de rechtbank begrijpt [naam]) met [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] had een pedaalemmer zakje bij zich waar geld in zat. Het was veel muntgeld en wat briefgeld. Hij vroeg haar of zij het geld wilde tellen.
Op 19 juli omstreeks 02.24 uur checkte een persoon met de naam [medeverdachte 1]in bij hotel [naam]. Omstreeks 13.31 uur checkte deze persoon uit. De factuur ten bedrage van € 143,63 werd contant betaald. [13]
De verklaring van de getuige [getuige] wordt door de volgende bewijsmiddelen ondersteund.
Inhoud telefoon
In de onder [medeverdachte 1] in beslag genomen telefoon zijn foto’s gevonden. Er is een foto waarop twee stapels geld zijn te zien, welke op een tafel liggen met diverse andere goederen. Op woensdag 13 maart 2013 (abusievelijk staat in het proces-verbaal 2012) heeft een verbalisant diverse foto’s gemaakt van het meubilair in kamer 316 van Hotel [naam] (de kamer toegewezen aan [medeverdachte 1] op 19 juli 2012), waaronder een foto van de salontafel en een foto van een plastic houder met de prijslijst van de minibar. [14] In de telefoon van [medeverdachte 1] is een foto aangetroffen waarop gesorteerd geld op een wit dekbed is te zien. Er liggen zes bundels met geld, elk voorzien van in ieder geval twee paperclips. Er is een opgerold/gevouwen bundel geld te zien waar een elastiek/touw om zit. [15] Deze foto is gemaakt op 20 juli 2012 omstreeks 3.30 uur.
Telefoontaps
Uit een analyse binnen het onderzoek naar de overval op de zonnestudio van de opgevraagde historische verkeersgegevens, in combinatie met andere onderzoeksinformatie, zoals de afgeluisterde telefoongesprekken en uitgelezen mobiele telefoons zijn de navolgende bevindingen gedaan :
18 juli 2012 om 01.44 uur: [medeverdachte 1] belt naar [medeverdachte 3].[medeverdachte 3] informeert of hij “met haar” gesproken heeft. [medeverdachte 1] bevestigt dit en zegt dat alles is geregeld “voor morgen”, dat ze om half tien stand-by moeten staan en dat ze om acht, negen uur samen moeten zijn om “dingen in orde te maken, om kleding te regelen en dat soort dingen en dan kunnen we direct gaan”;
18 juli 2012 om 09.38 uur:[medeverdachte 3] belt naar [medeverdachte 2] en zegt dat [medeverdachte 2] om een uur of vijf, zes daar moet zijn. Het toestel straalt dan nog aan in Amsterdam;
18 juli 2012 om 14.18 uur:[medeverdachte 3] belt naar [medeverdachte 2]. Uit dit gesprek is af te leiden dat[medeverdachte 3] voorstelt verder te zoeken naar een autobestuurder. [medeverdachte 2] reageert hierop met de vraag: “Dus je bedoelt dat ik een auto moet regelen?”. Dit wordt door[medeverdachte 3] bevestigd.[medeverdachte 3] vraagt hoe laat “we daar moeten zijn”, waarop [medeverdachte 2] antwoordt: “half tien zo, maar we moeten van tevoren nog even….”;
Op 18 juli 2012 om 16.48 uur belt[medeverdachte 3] naar een nummer dat in gebruik is bij [D] Leerdam.[medeverdachte 3] vraagt of hij opgehaald kan worden. Het toestel van[medeverdachte 3] straalt dan aan de mast aan de Apollolaan 2 te Amsterdam;
Op 18 juli 2012 om 17.10 uur belt [medeverdachte 1] naar [C] en vraagt of ze “[E]” kunnen ophalen. [C]zegt dat hij[medeverdachte 3] net gebeld heeft en dat “ze” hem zo gaan ophalen en daarna naar Utrecht komen;
Op 18 juli om 17.37 uur is er een gesprek tussen[medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] waarin[medeverdachte 3] mogelijk reageert op de omstreeks 17.20 uur ontvangen sms van [medeverdachte 1] met de tekst “Ey hoor dan hebben we alle berekend enzo we zijn met zijn 4en drogen [F] mi en jij Anders wordt teveel man en we gaan niet proppen in die bak tog dus joe”.[medeverdachte 3] zegt dat die andere man hem een sms heeft gestuurd maar dat hij niet de auto wil gaan. [medeverdachte 2] reageert hierop met “ja ja ja, maar je moet weten dat wij alleen naar binnen gaan.”.
Op 18 juli 2012 om 19.37 uur straalt de telefoon van[medeverdachte 3] de mast aan de Perudreef (Overvecht) in Utrecht aan. De telefoon van [C] straalt om 18.39 uur de mast aan de Westkanaaldijk 7 (Utrecht) aan;
Op 18 juli om 21.11 uur belt [medeverdachte 1] naar [C], die hem vraagt of hij hem nog iets zou geven. [medeverdachte 1] vraagt “Ja, maar zijn ze bij jou?”, waarop [C] antwoordt “Ik heb alleen die van faro ”. [medeverdachte 1] gaat naar de Mariaplaats om [C]te zien en zegt “Ik ben er over tien minuten en blijf voor de deur want na deze kan ik niet bellen”. Vanaf dat moment tot na de overval straalt de telefoon van [medeverdachte 1] aan op de Nigerdreef in Utrecht;
Op 18 juli 2012 om 21.28 uur straalt de telefoon van[medeverdachte 3] aan bij Hoog Catharijne;
Op 18 juli 2012 om 22.58 uur wordt er door [G], vriendin van[medeverdachte 3], gebeld naar het nummer van[medeverdachte 3]. [C] beantwoordt de telefoon en zegt dat hij de telefoon van broertje even heeft;
Op 18 juli om 23.36 belt [G] naar het nummer van[medeverdachte 3]. [C] beantwoordt de telefoon en zegt dat [H] nog bezig is en “dat moet je hem zelf maar vragen, ik ga geen dingen vertellen door de telefoon, ze zijn nu onderweg naar mij, ik heb al hun telefoons;
Op 19 juli 2012 om 00.28 uur belt [medeverdachte 1] naar hotel [naam] en boekt daar een kamer;
Op 19 juli 2012 om 11.30 uur belt [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 1].
[medeverdachte 2]: “het is op het net” (…),
[medeverdachte 1]: “Die…[I]…hoeveel kleingeld van mij he?”,
[medeverdachte 2]: “Alles is hier. Alles is hier toch” (…) “Het was precies een barkie” (…) “Ja, alles eh verdeeld ehm jou 50, heb het in de kleine portemonnee van je gedaan. Je weet toch”(…) “Ik zeg. We hebben het al verdeeld. In de kleine portemonnee gedaan”,
[medeverdachte 1]: “zoveel al verdeeld”,
[medeverdachte 2]: “Nee, die 100 van jou en mij”(…) “Uit het kleingeld dat je genomen hebt”(…) “… geld dan… in ieder geval niet via de telefoon, als je thuis bent dan zullen we praten”;
Op 19 juli 2012 om 14.53 uur belt [medeverdachte 1] naar [B]. [B] vraagt of het iets was of niets. [medeverdachte 1] antwoordt dat ‘de wijf geen bullshit heeft gedaan, maar dat de inhoud maar 5 rooitjes was”. [16]
Opname vertrouwelijke communicatie
Op 17 oktober 2012 is [medeverdachte 1] gedetineerd in de PI Almere voor het voorhanden hebben van een vuurwapen. In een gesprek tussen hem en zijn vriendin[A] zegt hij: “Maar die tipgever van die torie zit wel binnen (…) Ik heb gehoord ze gaan 4 jaar krijgen. Als die chickie die vast zit nu ook gaat praten ofzo, dan geldt hetzelfde voor mij man serieus. Weet je hoe mijn hart tekeer gaat het schiet van hier tot mijn billen….. En ze zit al twee weken vast en zo je weet toch en als ze had gepraat waren ze er al toch of niet?”. [17]
Bewijsoverweging ten aanzien van de opname vertrouwelijke communicatie
Op het moment van opname van dit gesprek zat [verdachte] gedetineerd. De rechtbank leidt hieruit af dat zij wordt bedoeld met “de tipgever van die torie” en “die chickie die vast zit.”
Bewijsoverweging ten aanzien van opzet
Op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen –meer in het bijzonder uit de verklaring van [getuige] en het gesprek tussen [medeverdachte 1] en[A]- acht de rechtbank de tenlastegelegde opzet wettig en overtuigend bewezen.

5.De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat
[medeverdachte 1]en[medeverdachte 2] en[medeverdachte 3] op 18 juli 2012 te Utrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening te zamen en in vereniging hebben weggenomen een geldbedrag (uit de kassala) en een kluis (met daarin een geldbedrag en 'klanten'passen en sleutels) en een mobiele telefoon, toebehorende aan zonnestudio [X] en/of [W] en [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of [medeverdachte 1],[medeverdachte 2] en[medeverdachte 3], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en[slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en[slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat [medeverdachte 1]en/of,[medeverdachte 2] en/of[medeverdachte 3],
- met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, de zonnestudio zijn binnen gegaan en daarbij gezichtsbedekking over het hoofd hebben gedragen en daarbij hebben geroepen "ga liggen of ik schiet" , althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de hand, die [slachtoffer 1] bij de arm heeft/hebben vastgepakt en meegenomen en geduwd en met gebalde vuist tegen het hoofd hebben gestompt en geslagen en
- die [slachtoffer 2] van achteren bij de nek hebben vastgepakt en naar achter hebben geduwd en een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in/ de oogkas hebben geduwd en tegen die [slachtoffer 2] hebben gezegd "stay down" en "don't move, I shoot you", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 5] hebben gericht en aan haar getoond en in haar nek hebben gedrukt en haar tegen de grond hebben geduwd en hebben geslagen en gestompt en tegen haar gezegd hebben "I'll shoot, I'll shoot', althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die[slachtoffer 3] hebben gericht en daarbij geroepen dat ze naar de grond moest gaan en
- en die [slachtoffer 4] hebben geslagen en gestompt en een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 4] hebben gericht en daarmee die [slachtoffer 4] op het hoofd hebben geslagen;
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 18 juli 2012 in Nederland opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door opzettelijk informatie te geven over de aanwezigheid van geld in de zonnestudio;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid

6.1.
De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op:
medeplichtigheid aan diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal makkelijker te maken, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
6.2.
De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.De strafoplegging

7.1.
De vordering van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarden het opvolgen van aanwijzingen van de Reclassering.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft met betrekking tot de door de officier van justitie gevorderde straf de eis buitenproportioneel genoemd, ook met betrekking tot de voor de andere verdachten gevorderde strafeis temeer daar verdachte een blanco strafblad heeft.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft aan bekenden van haar een tip gegeven over de inhoud van een kluis van haar werkgever, met de bedoeling dat deze bekenden haar werkgever van dit geld zouden beroven.. Verdachte is dan ook medeverantwoordelijk voor het feit dat de overval heeft plaatsgevonden, en heeft hiermee het vertrouwen van haar werkgever in zeer ernstige mate geschaad. Daarnaast heeft ze de klanten van de zonnestudio, die in een zonnestudio vaak ongekleed en daardoor kwetsbaarder zijn, aan grote risico’s blootgesteld.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de hierna te noemen strafoplegging in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank ziet geen aanleiding een deels voorwaardelijke straf op te leggen. Eventuele reclasseringsbegeleiding kan zo nodig in het kader van een voorlopige invrijheidsstelling worden vormgegeven.

8.De benadeelde partij

Benadeelde partij[slachtoffer 6]
De benadeelde partij[slachtoffer 6] vordert een schadevergoeding van € 1.500,--aan immateriële schade. De officier van justitie is van oordeel dat voor elk van de benadeelde partijen - dus ook voor[slachtoffer 6] – een bedrag van € 2.000,-- toewijsbaar is. De raadsman verzoekt de vordering af te wijzen.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit zodat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal verklaard. .
Benadeelde partij [slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] vordert een schadevergoeding van € 4.840,51, bestaande uit een bedrag van € 1.340,51 aan materiële schade en € 3.500,-- aan immateriële schade. De officier van justitie stemt wat betreft de gevorderde materiële schade in met een bedrag van
€ 1.040,51. De gevorderde immateriële schade is volgens haar toewijsbaar tot een bedrag van
€ 2.000,--. De raadsman verzoekt de vordering af te wijzen.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit en zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren Deze vordering kan bij de civiele rechter worden aangebracht.
Benadeelde partijen [slachtoffer 3] en[slachtoffer 5]
Benadeelde partijen [slachtoffer 3] en[slachtoffer 5] hebben geen bedrag aan schadevergoeding gevorderd. Nu hun vordering tot schadevergoeding niet onderbouwd is kan de rechtbank aan de door hen gelede schade geen bedrag toekennen. De vorderingen zullen niet-ontvankelijk worden verklaard. Deze kunnen bij de civiele rechter worden aangebracht.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 36f, 48, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
medeplichtigheid aan diefstal vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen gepleegd door twee of meer verenigde personen
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf vier en twintig maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht op de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partij[slachtoffer 6]
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 6] niet-ontvankelijk;
Benadeelde partij [slachtoffer 4]
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk;
Benadeelde partijen [slachtoffer 3] en[slachtoffer 5]
- verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 3] en[slachtoffer 5] niet-ontvankelijk;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A.A. van Kalveen, voorzitter, mrs. L.M.G. de Weerd en G.A. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Wismeijer, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 oktober 2013.
Mr. L.M.G. de Weerd is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
BIJLAGE: De tenlastelegging
aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
Primair
zij op of omstreeks 18 juli 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag (uit de kassala) en/of een kluis (met daarin een geldbedrag en/of 'klanten'passen en/of sleutels) en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan zonnestudio [X] en/of [W] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld en / of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of[slachtoffer 5] en/of[slachtoffer 6] en/of een (of meer) ander(en), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en / of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte, en/of haar mededader(s),
- met (een) vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen gelijkend(e) voorwerp(en), de zonnestudio is/zijn binnen gegaan en/of daarbij gezichtsbedekking over het hoofd heeft/hebben gedragen en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen "ga liggen of ik schiet" , althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de hand, die [slachtoffer 1] bij de arm heeft/hebben vastgepakt en/of meegenomen en/of geduwd en/of met gebalde vuist tegen het hoofd heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of
- die [slachtoffer 2] (van achteren) bij de nek heeft/hebben vastgepakt en/of naar achter heeft/hebben geduwd en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in/tegen de oog(kas) heeft/hebben geduwd en/of tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd "stay down" en/of "don't move, I
shoot you", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 5] heeft/hebben gericht en/of aan haar getoond en/of in haar nek heeft/hebben gedrukt en/of haar tegen de grond heeft/hebben geduwd en/of heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of tegen haar gezegd heeft/hebben "I'll shoot, I'll shoot', althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die[slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of (daarbij) geroepen dat ze naar de grond moest gaan en/of
- tegen die [slachtoffer 4] heeft/hebben geroepen dat hij de deur open moest doen en/of die [slachtoffer 4] heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 4] heeft/hebben gericht en/of (daarmee) die [slachtoffer 4] op het hoofd hebben geslagen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1]en/of[medeverdachte 2] en/of[medeverdachte 3] en/of een ander of anderen, op of omstreeks 18 juli 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag (uit de kassala) en/of een kluis (met daarin een geldbedrag en/of 'klanten'passen en/of sleutels) en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan zonnestudio [X] en/of [W] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld en / of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of[slachtoffer 5] en/of[slachtoffer 6] en/of een (of meer) ander(en), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en / of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte, en/of haar mededader(s),
- met (een) vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen gelijkend(e) voorwerp(en), de zonnestudio is/zijn binnen gegaan en/of daarbij gezichtsbedekking over het hoofd heeft/hebben gedragen en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen "ga liggen of ik schiet" , althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de hand, die [slachtoffer 1] bij de arm heeft/hebben vastgepakt en/of meegenomen en/of geduwd en/of met gebalde vuist tegen het hoofd heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of
- die [slachtoffer 2] (van achteren) bij de nek heeft/hebben vastgepakt en/of naar achter heeft/hebben geduwd en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in/tegen de oog(kas) heeft/hebben geduwd en/of tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd "stay down" en/of "don't move, I shoot you", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 5] heeft/hebben gericht en/of aan haar getoond en/of in haar nek heeft/hebben gedrukt en/of haar tegen de grond heeft/hebben geduwd en/of heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of tegen haar gezegd heeft/hebben "I'll shoot, I'll shoot', althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die[slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of (daarbij) geroepen dat ze naar de grond moest gaan en/of
- tegen die [slachtoffer 4] heeft/hebben geroepen dat hij de deur open moest doen en/of die [slachtoffer 4] heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 4] heeft/hebben gericht en/of (daarmee) die [slachtoffer 4] op het hoofd hebben geslagen,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 18 juli 2012 te Utrecht en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (opzettelijk) instructie en/of informatie te geven over het moment van instappen in de zonnestudio en/of de locatie van en/of looproute naar de kluis en/of de aanwezigheid van geld in de zonnestudio;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Het proces verbaal van aangifte d.d. 25 juli 2012, pagina 551 tot en met 554.
2.Het proces verbaal van verhoor getuige d.d. 19 juli 2012, pagina 563.
3.Het proces verbaal van verhoor getuige d.d. 19 juli 2012, pagina 564.
4.Het proces-verbaal van verhoor benadeelde d.d. 3 augustus 2012, pagina 555 tot en met 559.
5.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 19 juli 2012, pagina 560 tot en met 562 .
6.Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 18 juli 2012, pagina 567 tot en met 570.
7.Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 juli 2012, pagina 571 tot en met 575.
8.Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 juli 2012, pagina 576 tot en met 578.
9.Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 juli 2012, pagina 579 tot en met 582.
10.Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 juli 2012, pagina 583 tot en met 585.
11.Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 juli 2013, pagina 586 tot en met 585.
12.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 augustus 2012, pagina 663 tot en met 664.
13.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2013, pagina 683 tot en met 685.
14.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013 met bijlagen, pagina 696 tot en met 697.
15.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013 met bijlagen, pagina 704 tot en met 706.
16.Rapportage d.d. 1 mei 2013, pagina 39 tot en met 55.
17.Het proces-verbaal d.d. 15 november 2012, pagina 1113 tot en met 1115 en aanvulling 1119-1120.