In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 april 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Goes Aalsmeer B.V. (hierna: TTL) en Ciccolella S.p.A. De eiseres, TTL, vorderde nakoming van een garantieovereenkomst die op 4 januari 2010 was gesloten met Ciccolella S.p.A. De vordering betrof een bedrag van € 5.357.068,21, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. TTL stelde dat Ciccolella S.p.A. tekort was geschoten in haar verplichtingen uit de garantieovereenkomst, omdat de vennootschappen van Leliveld Group, aan wie TTL diensten had verleend, niet tijdig hadden betaald.
De rechtbank oordeelde dat TTL met succes een beroep kon doen op opschorting van haar verplichtingen uit de service level agreement (SLA) vanwege de betalingsachterstanden van Ciccolella Holding en haar dochtervennootschappen. De voorzieningenrechter oordeelde dat Ciccolella S.p.A. niet kon aanvoeren dat TTL haar verplichtingen niet was nagekomen, omdat TTL gerechtigd was om haar verplichtingen op te schorten. De rechtbank wees de vordering van TTL tot betaling van € 3.724.894,15 toe, inclusief btw, en veroordeelde Ciccolella S.p.A. in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de nakoming van contractuele verplichtingen en de mogelijkheden voor partijen om zich te beroepen op opschorting in geval van wanprestatie door de wederpartij. De rechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de vordering van TTL voldoende aannemelijk was, waardoor de vordering werd toegewezen.