ECLI:NL:RBMNE:2013:3912

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 augustus 2013
Publicatiedatum
27 september 2013
Zaaknummer
C-16-342171 - FA RK 13-2402
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en niet-ontvankelijkheid van het verzoek door onjuiste betekening

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, betreft het een verzoek tot echtscheiding van de vrouw, die woonachtig is in Nederland, tegen de man, die verblijft op Curaçao. De procedure startte met een verzoekschrift dat op 12 april 2013 is ingediend. De vrouw heeft op 15 april 2013 geprobeerd het verzoekschrift aan de man te betekenen op het adres van de echtelijke woning, waar de man echter niet woonachtig was. De man was vertrokken naar het adres van zijn moeder op Curaçao, wat de vrouw bekend was. De rechtbank oordeelt dat de betekening niet correct heeft plaatsgevonden, aangezien deze had moeten geschieden op het werkelijke verblijfadres van de man in Curaçao, zoals voorgeschreven in artikel 816 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.).

De rechtbank stelt vast dat de man niet in de procedure is verschenen, wat leidt tot de conclusie dat het exploot van betekening nietig is. De rechtbank wijst erop dat de vrouw niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek tot echtscheiding, omdat de betekening niet aan de juiste persoon op het juiste adres heeft plaatsgevonden. De beslissing van de rechtbank is op 7 augustus 2013 openbaar uitgesproken door rechter G.L.M. Urbanus, tevens kinderrechter, in aanwezigheid van griffier A. Sie. De vrouw kan, indien zij dat wenst, binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Sector Familierecht
zaaknummer / rekestnummer: C/16/342171 / FA RK 13-2402
Beschikking van 7 augustus 2013 betreffende de echtscheiding
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te [woonplaats 1],
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. A.J. Kiela, gevestigd te Amersfoort,
tegen
[de man],
zonder bekende woon en/of verblijfplaats in Nederland,
verblijvende te [verblijfplaats], Curaçao,
hierna te noemen de man.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen op 12 april 2013;
- het betekeningsexploit;
- de brief van de zijde van de vrouw van 15 april 2013.
1.2.
Binnen de daarvoor gestelde termijn is door de man geen verweerschrift ingediend.
1.3.
De behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 12 juli 2013. Bij die gelegenheid zijn verschenen de vrouw met haar advocaat. De man is niet ter zitting verschenen.

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoek van de vrouw strekt tot het uitspreken van de echtscheiding met nevenvoorzieningen.
2.2.
Op grond van artikel 816 Rv. dient de verzoekende echtgenoot een afschrift van het verzoekschrift tot echtscheiding binnen veertien dagen na de indiening ervan ter griffie van de rechtbank te laten betekenen aan de andere echtgenoot. De betekening moet plaatsvinden aan de woonplaats van de andere echtgenoot.
2.3.
Het verzoekschrift is op 12 april 2013 ter griffie van deze rechtbank ingekomen. Op 15 april 2013 is het verzoekschrift aan de man betekend op het adres van de echtelijke woning van partijen. Daar is de man niet woonachtig. Dit blijkt uit de verklaring van de vrouw, die wel op dat adres woont. Volgens haar is de man vertrokken naar het adres van zijn moeder, die op het adres[adres] te[woonplaats 2], Curaçao woont.
2.4.
Naar het oordeel van de rechtbank had het exploot op artikel 55 lid 1 Rv. bepaalde wijze aan het adres [adres]te [woonplaats 2], Curaçao moeten worden betekend. Voor de vrouw was immers het adres van de man in Nederland onbekend en was het adres van het werkelijk verblijf van de man op Curaçao wel bekend. Het gegeven dat de man ondanks zijn vertrek uit de echtelijke woning nog wel in de gemeentelijke bevolkingsadministratie op het adres van de echtelijke woning stond ingeschreven brengt, gelet op de wetenschap van de vrouw omtrent de werkelijke verblijfplaats van de man, niet mee dat zij kon volstaan met betekening van het exploot op dat adres.
2.5.
De rechtbank overweegt dat aannemelijk is dat het exploot de man als gevolg van het uitblijven van betekening aan het verblijfsadres te Curaçao niet heeft bereikt. Nu de man niet in de procedure is verschenen moet de conclusie op grond van artikel 816 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) in verbinding met artikel 121 lid 3 Rv. luiden dat het exploot nietig is. Dat de advocaat van de vrouw telefonisch aan de man heeft meegedeeld dat het verzoekschrift aan het kantoor van de deurwaarder kon worden opgehaald, doet aan deze conclusie niet af.
2.6.
Het voorgaande brengt mee dat de vrouw niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek.

3.Beslissing

De rechtbank verklaart de vrouw niet ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.L.M. Urbanus, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. Sie op 7 augustus 2013.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.