ECLI:NL:RBMNE:2013:3760
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van facturen voor vervanging van koelinstallaties en de vraag naar vertegenwoordigingsbevoegdheid
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vorderde de eiseres, een besloten vennootschap gevestigd te Sint Anthonis, betaling van facturen van de gedaagde, een andere besloten vennootschap gevestigd te Amersfoort. De vorderingen waren gebaseerd op twee onderhoudsovereenkomsten die op 1 juli 2008 waren gesloten, met betrekking tot de airco- en luchtbehandelingsinstallaties van de panden die door de gedaagde werden verhuurd. De eiseres had in september 2011 werkzaamheden uitgevoerd aan de koelinstallaties van de huurders van de gedaagde, maar de gedaagde had de facturen voor deze werkzaamheden niet betaald.
De eiseres stelde dat de huurders van de panden namens de gedaagde opdracht hadden gegeven voor de vervanging van de compressoren, terwijl de gedaagde dit betwistte. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende had onderbouwd dat de werkzaamheden niet waren uitgevoerd en dat de eiseres gerechtvaardigd had mogen vertrouwen op de mededelingen van de huurders dat zij bevoegd waren om namens de gedaagde opdrachten te geven. De kantonrechter verwees naar artikel 3:61 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat betrekking heeft op de vertegenwoordigingsbevoegdheid.
Uiteindelijk concludeerde de kantonrechter dat de eiseres niet had aangetoond dat de gedaagde de schijn had gewekt dat de huurders een volmacht hadden om namens haar te handelen. De vorderingen van de eiseres werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot, aangezien deze zich niet door een professionele juridische dienstverlener had laten vertegenwoordigen. Het vonnis werd uitgesproken op 25 september 2013 door kantonrechter M.E. Heinemann.