In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 14 augustus 2013, betreft het een deelgeschil over de aansprakelijkheid na een verkeersongeluk dat plaatsvond op 6 april 1997. De verzoeker, een bromfietser, was betrokken bij een aanrijding met een auto, bestuurd door de verweerster, de Noordhollandsche van 1816 Schadeverzekeringsmaatschappij N.V. De bromfietser verzocht de rechtbank om te bepalen dat de verzekeraar 100% aansprakelijk was voor de schade die hij had geleden. De rechtbank oordeelde dat de automobilist gevaarzettend had gehandeld door vanuit een parkeervak de weg op te rijden zonder voldoende op te letten, wat leidde tot de aanrijding. Echter, de rechtbank concludeerde ook dat de bromfietser voor 10% had bijgedragen aan het ontstaan van de schade door de maximumsnelheid van 30 km per uur te overschrijden. De rechtbank wees het verzoek om volledige aansprakelijkheid af en bepaalde dat de vergoedingsplicht van de verzekeraar verminderd moest worden tot 90% van de schade. Daarnaast werd de hoogte van de buitengerechtelijke kosten en de kosten van het deelgeschil beoordeeld, waarbij de rechtbank de kosten begrootte op € 274,00 voor griffierecht en € 4.213,50 voor rechtsbijstand, die de verzekeraar moest vergoeden.