In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 oktober 2013 uitspraak gedaan over de geldigheid van een koopovereenkomst voor een woning. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J.M. Sintnicolaas, vorderde betaling van € 23.500,00 van de gedaagden, die de koopovereenkomst niet nagekomen zouden zijn. De gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.T. Zoutberg, voerden verweer en stelden dat er geen geldige koopovereenkomst tot stand was gekomen. De rechtbank heeft de feiten van de zaak onderzocht, waarbij naar voren kwam dat de partijen mondeling overeenstemming hadden bereikt, maar dat de schriftelijke overeenkomst niet correct was ondertekend door de verkoper, de eiser. De rechtbank oordeelde dat de aanvaarding van de koopovereenkomst in de juiste schriftelijke vorm de verkoper had moeten bereiken, wat niet het geval was. Hierdoor was er geen perfecte overeenkomst tot stand gekomen, en was de koopovereenkomst nietig. De rechtbank wees de vorderingen van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten van de gedaagden, die op € 2.000,00 werden begroot. De vordering in reconventie van de gedaagden behoeft geen verdere behandeling, aangezien de voorwaarden niet zijn vervuld.