ECLI:NL:RBMNE:2013:3627

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juni 2013
Publicatiedatum
30 augustus 2013
Zaaknummer
16-655297-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel voor stelselmatige daders

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 juni 2013 uitspraak gedaan over de voortzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor de veroordeelde, die momenteel verblijft in De Loef, Tussenvoorziening Noord-Holland te Utrecht. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 7 juni 2013 gehouden, waarbij de officier van justitie is gehoord. De veroordeelde was, ondanks een behoorlijke oproeping, niet verschenen. De raadsman van de veroordeelde, mr. A.M.P.M. Adank, had eerder om een tussentijdse toetsing verzocht vanwege onduidelijkheid over het vervolg van de ISD-maatregel. Echter, na het verkrijgen van duidelijkheid, heeft de veroordeelde geen bezwaar gemaakt tegen de voortzetting van de maatregel.

De officier van justitie heeft ter zitting geconcludeerd dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel moet worden voortgezet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de plaatsing, begeleiding en behandeling van de veroordeelde goed verloopt. De veroordeelde is op 21 mei 2013 overgeplaatst van FVK Basalt naar De Loef in Utrecht en heeft aangegeven bereid te zijn mee te werken aan de behandeling en begeleiding. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geen aanleiding gezien om de maatregel te beëindigen en heeft zij de voortzetting van de maatregel noodzakelijk geacht.

De rechtbank heeft haar beslissing gebaseerd op artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht en heeft geoordeeld dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders moet worden voortgezet. Deze beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer voor strafzaken, bestaande uit de voorzitter mr. P.W.G. de Beer en de rechters mrs. M.A.A.T. Engbers en P.P.C.M. Waarts, in aanwezigheid van drs. E.M.S. Arduin, griffier. De uitspraak is gedaan tijdens de openbare terechtzitting van 21 juni 2013.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer(s): 16/655297-12
Datum uitspraak: 21 juni 2013
Beslissing ex artikel 38s Wetboek van Strafrecht
Beslissing van de meervoudige raadkamer voor strafzaken, naar aanleiding van het onderzoek ex artikel 509aa van het Wetboek van Strafvordering, betrekking hebbend op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders opgelegd aan:

[verdachte],

geboren te[geboorteplaats] op[geboortedatum],
thans verblijvende in De Loef, Tussenvoorziening Noord-Holland, te Utrecht.
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 27 april 2012 waaruit blijkt dat aan de veroordeelde is opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaar en waarbij de rechtbank heeft bepaald dat het openbaar ministerie binnen negen maanden dient te berichten over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel;
- het verzoek van de raadsman van veroordeelde d.d. 19 februari 2013 inhoudende dat de rechtbank zal bepalen dat het openbaar ministerie bericht over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel;
- een voortgangsverslag tenuitvoerlegging ISD maatregel van de P.I. Utrecht, locatie Wolvenplein d.d. 28 maart 2013 en de aanvulling op het verslag d.d. 23 mei 2013, opgemaakt door J. Haitjema, individueel trajectbegeleider Wolvenplein en -namens de directeur- J. Drenth, plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de P.I. Utrecht, locatie Wolvenplein, omtrent de stand van de uitvoering van het plan van opvang van de veroordeelde en inhoudende het advies tot voortzetting van de ISD maatregel;
- het proces-verbaal van de zitting van de meervoudige strafkamer d.d. 5 april 2013, waaruit blijkt dat de rechtbank de behandeling van de zaak heeft aangehouden teneinde meer duidelijkheid te verkrijgen over de plaatsing en behandeling van veroordeelde na 1 juli 2013.
Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 7 juni 2013, waarbij de officier van justitie is gehoord.
De veroordeelde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
OVERWEGINGEN:
De raadsman van veroordeelde, mr. A.M.P.M. Adank, heeft bij brief van 6 juni 2013 aangegeven dat hij om een tussentijdse toetsing had verzocht vanwege de onduidelijkheid van het vervolg van de ISD maatregel. Nu de duidelijkheid er wel is, heeft veroordeelde geen problemen met de voortzetting van de ISD maatregel.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting geconcludeerd tot voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD maatregel.
De rechtbank stelt vast dat uit het onderzoek ter zitting blijkt dat de plaatsing, begeleiding en behandeling van veroordeelde goed verloopt. Veroordeelde is op 21 mei 2013 overgeplaatst vanuit FVK Basalt naar De Loef in Utrecht. De veroordeelde is bereid mee te werken aan behandeling en begeleiding. Derhalve is er geen aanleiding de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders te beëindigen en de rechtbank beoordeelt de voortzetting van de maatregel ook noodzakelijk.
De rechtbank heeft gelet op artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
De rechtbank verstaat dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, opgelegd aan [verdachte] voornoemd, wordt voortgezet.
Deze beslissing is genomen door mr. P.W.G. de Beer, voorzitter, mrs. M.A.A.T. Engbers en
P.P.C.M. Waarts, rechters, in tegenwoordigheid van drs. E.M.S. Arduin, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 juni 2013.