Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van Biga.
2.De vaststaande feiten
Gedragscodeuitgereikt, een boekje met door Biga opgestelde regels en voorschriften. Deze
Gedragscodevermeld bij
Persoonlijke verzorgingonder meer:
”(…) Zorg voor gepaste werkkleding (bijv. geen strandkleding). Als Biga Groep BV/SWZ je werkkleding heeft verstrekt voor de uitoefening van je werk, moet je die dragen.”
”(…) In dit gesprek is gesproken over de verplichting van het dragen van bedrijfskleding conform de Gedragscode van de Biga Groep. U hebt een aantal maanden geleden op eigen initiatief en zonder toestemming van Biga Groep de door ons aan u verstrekte broek vermaakt tot een rok. Wij hebben u aangegeven dat de medewerkers van de schoonmaak verplicht zijn om de verstrekte bedrijfskleding te dragen. Een rok behoort vooralsnog niet tot het kledingpakket van Biga Groep.
”(…) Deze ochtend, maandag 3 juni 2013, is gebleken dat u zich nog steeds niet heeft geconformeerd aan het dragen van de door Biga Groep beschikbaar gestelde bedrijfskleding.
3.Het geschil
- betaling aan [eiseres] van haar salaris, vermeerderd met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW vanaf 1 juni 2013;
met veroordeling van Biga in de kosten van de procedure.
Voorts stelt [eiseres] zich op het standpunt dat de gedragscode niet heeft te gelden als een stelsel van verplichtende regels, maar meer moet worden gezien als een beroep op het personeel om zich correct te gedragen en zich verzorgd te kleden. [eiseres] stelt dat zij daar aan voldoet. Daarnaast betwist [eiseres] dat met het dragen van de rok de veiligheid niet in het geding is.
stelt dat zij vanaf 3 juni 2013 zonder inkomen zit en zij meent dan ook een spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen te hebben.
Voorts heeft Biga aangevoerd dat [eiseres] nimmer heeft gezegd geen broeken te dragen. [eiseres] is herhaaldelijk aangesproken op het dragen van een rok op het werk. Dat is niet alleen gebeurd toen zij in de nazomer van 2012 in een rok op het werk verscheen, maar ook tijdens het gesprek van 20 oktober 2012. Daarnaast is ook in het werkoverleg van 27 november 2012 wederom besproken dat de medewerkers de verstrekte bedrijfskleding dienen te dragen. Ondanks alle gesprekken die ook daarna met [eiseres] zijn gevoerd verschijnt zij op 3 juni 2013 met een rok op het werk. Aan haar is toen duidelijk gemaakt dat zij niet voldoet aan de instructies van de werkgever. Zij is daarom naar huis gestuurd met de mededeling dat zij tot het werk wordt toegelaten wanneer zij de ter beschikking gestelde bedrijfskleding draagt en dat tot die tijd de loondoorbetaling wordt stopgezet.
4.De beoordeling
Voorts heeft Biga onvoldoende aannemelijk gemaakt op welke wijze haar belang dat zij heeft ten aanzien van de SW-medewerkers bij het bieden van structuur en eenduidige regelgeving met het dragen van de betreffende rok door [eiseres] wordt doorkruist.
€ 75,00