In deze zaak vorderde de stichting Mitros, eisende partij, van de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1], gedaagde partij, een bijdrage in de kosten van een deskundigenbericht. De huurder, [gedaagde sub 1], weigerde een bijdrage te betalen, ondanks dat er overeenstemming was bereikt over de huurprijs. De kantonrechter oordeelde dat de kosten van het deskundigenbericht, ook al was de huurprijs vastgesteld, onder de proceskosten vallen zoals genoemd in artikel 7:304 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De huurder werd veroordeeld om de helft van de kosten te vergoeden, omdat hij als grotendeels in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. De procedure begon met een verzoek van Mitros om een deskundige te benoemen, nadat de huurder had geweigerd om mee te werken aan een huurprijsverhoging. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat de huurder niet had aangetoond dat er een nieuwe huurovereenkomst was ontstaan. Uiteindelijk werd de huurprijs vastgesteld op € 16.877,- per jaar, maar de huurder weigerde de kosten van de deskundige te vergoeden. De kantonrechter oordeelde dat de kosten van de deskundige als proceskosten moeten worden aangemerkt en dat de huurder in de overige proceskosten moest worden veroordeeld, omdat hij niet bereid was tot enige bijdrage. Het vonnis werd uitgesproken op 28 augustus 2013.