AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Meervoudige strafkamer vonnis inzake oplichting door verdachte in Utrecht
Op 19 augustus 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Utrecht, een vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere gevallen van oplichting. De zaak betreft vier incidenten waarbij de verdachte, door middel van valse voorwendselen, geld heeft gevraagd aan verschillende slachtoffers in Utrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 22 mei 2013, 20 april 2013 en 19 mei 2013 op verschillende manieren slachtoffers heeft benaderd met het verhaal dat hij in financiële nood verkeerde door inbraken in zijn auto. De verdachte heeft daarbij telkens een beroep gedaan op de medemenselijkheid van zijn slachtoffers, waardoor zij hem geld hebben gegeven. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor deze feiten zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden. De verdediging heeft betoogd dat niet alle feiten bewezen konden worden, met name het medeplegen van de oplichting in één van de gevallen. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk schuldig bevonden aan de oplichting en poging tot oplichting, maar heeft de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van de oplichting in één van de gevallen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van het voorarrest, en heeft een schadevergoeding toegewezen aan één van de benadeelde partijen. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan strafbare feiten.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met dossiernummer PL091A 2013113041 bevinden, genummerd van pagina 1 tot en met 36. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal aangifte door [benadeelde 1] d.d. 22 mei 2013, opgenomen op pagina 6 en 7 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 mei 2013, opgenomen op pagina 29 en 30 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
4.Kennisgevingen van inbeslagneming d.d. 22 en 23 mei 2013, opgenomen op pagina 19 en 20 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 mei 2013, opgenomen op pagina 35 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
6.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met dossiernummer PL091A 2013115279 bevinden, genummerd van pagina 1 tot en met 34. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
7.Proces-verbaal aangifte door [benadeelde 2] d.d. 22 mei 2013, opgenomen op pagina 12, 13, 14, 16 en 19 van het onder voetnoot 6 genoemde proces-verbaal.
8.Proces-verbaal aangifte door [benadeelde 3]d.d. 24 mei 2013, opgenomen op pagina 20 en 21 van het onder voetnoot 6 genoemde proces-verbaal.
9.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met dossiernummer PL091A 2013088527 bevinden, ongenummerd. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
10.Proces-verbaal aangifte door[benadeelde 4]d.d. 22 april 2013, opgenomen in het onder voetnoot 9 genoemd proces-verbaal.
11.Proces-verbaal verhoor getuige J. [getuige] d.d. 22 april 2013, opgenomen in het onder voetnoot 9 genoemde proces-verbaal.
12.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 augustus 2013.