In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vereniging Veelzijdig Boerenland en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht. De zaak betreft de bevriezing van de tarieven van de beheervergoedingen voor agrarisch natuurbeheer voor het begrotingsjaar 2012, zoals vastgesteld in een besluit van 4 oktober 2011. Eiseres, de vereniging Veelzijdig Boerenland, was het niet eens met de beslissing van verweerder om haar bezwaar tegen dit besluit niet-ontvankelijk te verklaren, omdat zij geen belanghebbende zou zijn. De rechtbank heeft eerst onderzocht of het primaire besluit een algemeen verbindend voorschrift of een concretiserend besluit van algemene strekking is. De rechtbank concludeert dat het primaire besluit geen zelfstandige normstelling bevat, maar een concretisering van de norm die is neergelegd in de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht. Dit betekent dat eiseres in haar bezwaar en beroep kan worden ontvangen.
Vervolgens heeft de rechtbank geoordeeld dat verweerder eiseres ten onrechte niet als belanghebbende heeft aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat het bevriezen van de tarieven de financiële positie van de agrarische ondernemers raakt, en dat eiseres een collectief belang behartigt dat rechtstreeks bij het primaire besluit betrokken is. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Verweerder is opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak, zonder dat er een termijn is gesteld, omdat er nog twee andere zaken over dezelfde kwestie aanhangig zijn. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden en dat verweerder in de proceskosten moet worden veroordeeld.