Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Beschikking van 18 juni 2013
[verzoeker],
- mr. R.J.F.M. ten Berge, raadsvrouw van betrokkene,
- mevrouw[A], arts-assistent,
- de heer [B], groepsleiding Singelzicht,
- de heer[C], arts-assistent.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 18 juni 2013, werd een verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene besproken. De officier van justitie had op 14 juni 2013 een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling aangevraagd. De rechtbank ontving verschillende stukken, waaronder een geneeskundige verklaring en een beschikking van de burgemeester van Zeist. Tijdens de zitting werd de situatie van de betrokkene besproken, die tijdens een begeleid verlof was ontsnapt en niet meer in de instelling verbleef. Hierdoor kon de betrokkene niet worden gehoord.
De rechtbank hoorde verschillende getuigen, waaronder arts-assistenten en groepsleiding van de instelling. Er ontstond een verschil van mening over de geestelijke toestand van de betrokkene. De rechtbank benadrukte dat volgens het Varbanov-arrest van het EHRM een onafhankelijke medische beoordeling vereist is voor vrijheidsbeneming. De rechtbank concludeerde dat de geneeskundige verklaring niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat de betrokken artsen niet onafhankelijk waren en er geen objectieve medische expertise was verkregen.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was voor een ernstig vermoeden van een stoornis van de geestesvermogens, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om voortzetting van de inbewaringstelling. De rechtbank wees het verzoek af, en deze beschikking werd openbaar uitgesproken door rechter L.E. Verschoor-Bergsma, in aanwezigheid van griffier C.J. van Beers.