Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift
- het verweerschrift
- de pleitnota van Rova
- de mondelinge behandeling.
2.De feiten
concurrerend zijn voor het bedrijf van de werkgever;
schade toebrengen aan de belangen of goede naam van het bedrijf van de werkgever;
strijdigheid doen ontstaan met het bepaalde in de Arbeidstijdenwet;
3.Het verzoek en het verweer
"op scherp"stond, ondanks nadrukkelijke instructie en waarschuwing van Rova, heeft geweigerd zijn eigen onderneming te staken. Om die reden heeft Rova geen vertrouwen meer in de voortzetting van de arbeidsovereenkomst.
"stressklachten door prive situatie". Per 7 februari 2013 ging hij hierom weer voor halve dagen aan het werk. Nadien is gebleken dat hij zijn bedrijf - ondanks het intrekken van de toestemming op 18 juni 2009 - niet had beëindigd. Hij had dit eerst gedaan bij 12 november 2012.
Dat betekent dat u de regels van ROVA overtreedt indien u gedurende die tijd op welke wijze dan ook, u bezighoudt met uw bedrijf".Aldus heeft [verwerende partij] de brief van Rova ook opgevat. Tijdens werktijd heeft hij zich niet meer met zijn eigen bedrijf beziggehouden. Vanaf 1 september 2009 is de onderneming feitelijk geleid door zijn broer [A].
4.De beoordeling
"en wij zien natuurlijk niet alles". Ook mevrouw [D] (HRM) zou dit bellen een aantal malen hebben geconstateerd, maar zij gaf ter zitting tevens aan dat zij niet erg vaak
"op de zaak"aanwezig was. [verwerende partij] heeft ter zitting betwist dat hij na 2009 veelvuldig tijdens werktijd privé heeft gebeld, en dat dit zijn onderneming betrof.
"Prive-bellen is weer aan het toenemen". Aldus heeft Rova onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het functioneren van [verwerende partij] wordt belemmerd doordat hij zijn onderneming niet reeds in 2009 heeft opgegeven, en dat zijn functioneren hierdoor zo onder de maat was, dat dit ontbinding rechtvaardigt. Blijkens het eindejaarsgesprek 2011 was zijn functioneren voor het overige goed.