ECLI:NL:RBMNE:2013:3242

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 juli 2013
Publicatiedatum
7 augustus 2013
Zaaknummer
16-700443-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M.J. Veldhuijzen
  • J.R. Krol
  • M.H.L. Schoenmakers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van voorwaardelijke invrijheidstelling wegens overtreding van bijzondere voorwaarden

Op 30 juli 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling van een veroordeelde. De veroordeelde, geboren in Somalië, was op 15 oktober 2012 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden. Hij was op 3 mei 2013 voorwaardelijk in vrijheid gesteld, onder de voorwaarde dat hij zich zou houden aan de bij wet gestelde algemene voorwaarden, waaronder het niet plegen van strafbare feiten, en zich zou melden bij Reclassering Nederland binnen 2 werkdagen na zijn invrijheidstelling.

Echter, de veroordeelde heeft nagelaten zich te melden bij Reclassering Nederland en heeft ook na herhaalde pogingen van de reclassering geen contact met hen opgenomen. De officier van justitie heeft daarop een vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling ingediend. Tijdens de zitting op 16 juli 2013 was de veroordeelde niet verschenen, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De verdediging pleitte voor afwijzing van de vordering, stellende dat de veroordeelde nog een kans verdiende, mede door zijn omstandigheden zoals het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats en taalbarrières.

De rechtbank oordeelde echter dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden had overtreden door zich niet te melden bij de reclassering. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging en concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat de veroordeelde zich in de toekomst wel zou melden. De rechtbank besloot de vordering van de officier van justitie tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toe te wijzen voor de resterende strafduur van 57 dagen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK Utrecht

Sector strafrecht
zaaknummer v.i. 99-000325-43
parketnummer 16/700443-12
Beslissing van de meervoudige kamer d.d. 30 juli 2013 op een vordering van de officier van justitie tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling
in de zaak tegen de veroordeelde
[veroordeelde]
geboren op [geboortedatum] te[geboorteplaats] (Somalië)
z.v.w.o.v.p. in Nederland
raadsvrouwe: mr. E. Vels, advocaat te Leusden.

1.De stukken

  • het afschrift van het vonnis van deze rechtbank d.d. 15 oktober 2012, waarbij de veroordeelde is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht;
  • een afschrift van het besluit van het Openbaar Ministerie van 28 maart 2013, waarbij aan de veroordeelde te kennen is gegeven (in persoon betekend op 29 maart 2013) dat de veroordeelde zich met ingang van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling op 3 mei 2013 heeft te houden aan de bij wet gestelde algemene voorwaarde, zijnde het niet plegen van een strafbaar feit, en dat hij zich met ingang van voornoemde datum gedurende een proeftijd van 57 dagen heeft te houden aan de volgende bijzondere voorwaarden:
*medewerking verlenen aan het vaststellen van de identiteit en meewerken aan reclasseringstoezicht (melden binnen 2 werkdagen na invrijheidstelling bij Reclassering Nederland te Rotterdam, melden bij toezichthouder, zo vaak en zo lang als nodig wordt geacht);
  • een vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling voor een periode van 57 dagen van de officier van justitie van 31 mei 2013;
  • een melding verzoek tot beoordeling van Reclassering Nederland d.d. 28 mei 2013 waaruit blijkt dat de veroordeelde heeft nagelaten zich binnen 2 werkdagen na invrijheidstelling te melden bij Reclassering Nederland en ook op het moment van opstellen van de melding is geen contact tot stand gekomen tussen Reclassering Nederland en de veroordeelde, waardoor het onmogelijk gebleken is om uitvoering te geven aan het reclasseringstoezicht.

2.De procesgang

Tijdens het onderzoek op de terechtzitting van 16 juli 2013 is de veroordeelde –ofschoon behoorlijk opgeroepen- niet verschenen. De officier van justitie en de raadsvrouwe hebben tijdens deze zitting hun standpunten kenbaar gemaakt.

3.De behandeling

3.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat last wordt gegeven tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling voor het gehele strafrestant.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, nu de veroordeelde nog een kans moet krijgen, gelet op het feit dat de veroordeelde geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft en geen telefoon. Wellicht was het voor de veroordeelde ook niet duidelijk wat de voorwaarden van de voorwaardelijke invrijheidsstelling waren, mede gelet op de taalbarrière. Daar komt bij dat de veroordeelde aan de raadsvrouwe heeft aangegeven dat hij graag begeleiding wil krijgen van Reclassering Nederland. Subsidiair stelt de raadsvrouwe zich op het standpunt dat de zaak om bovenstaande redenen moet worden aangehouden.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de veroordeelde zich niet binnen 2 dagen na zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling heeft gemeld bij Reclassering Nederland en overigens ook niet daarna. De Reclassering heeft ook na eigen initiatief geen contact kunnen leggen met de veroordeelde. Daarmee heeft de veroordeelde de aan zijn voorwaardelijke invrijheidstelling gestelde bijzondere voorwaarde overtreden. Het verweer van de raadsvrouwe dat de veroordeelde nog een kans verdient, verwerpt de rechtbank. De rechtbank heeft geen enkele reden om aan te nemen dat de veroordeelde zich in de nabije toekomst wel gaat melden bij Reclassering Nederland. Daar komt bij dat de veroordeelde ook niet ter zitting is verschenen om te laten zien dat hij nog een kans zou verdienen. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de vordering van de officier van justitie tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling dient te worden toegewezen, voor de gehele strafrestant van 57 dagen.

4.De beslissing

De rechtbank wijst de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toe.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter, mr. J.R. Krol en mr. M. H.L.Schoenmakers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van der Meulen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 juli 2013.
Mr. M.H.L. Schoenmakers is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.