ECLI:NL:RBMNE:2013:3241

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 juli 2013
Publicatiedatum
7 augustus 2013
Zaaknummer
16-655643-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M.J. Veldhuijzen
  • J.R. Krol
  • M.H.L. Schoenmakers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel voor stelselmatige daders

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 juli 2013 uitspraak gedaan over de voortzetting van de ISD-maatregel voor de veroordeelde [A], die momenteel verblijft in de Forensisch Psychiatrische Kliniek te Assen. De rechtbank heeft de beslissing genomen naar aanleiding van een onderzoek ex artikel 509aa van het Wetboek van Strafvordering, waarbij de officier van justitie heeft gepleit voor voortzetting van de maatregel. De raadsvrouwe van de veroordeelde heeft primair verzocht om beëindiging van de maatregel, stellende dat de veroordeelde ook vanuit huis ambulante behandeling kan krijgen. Subsidiair heeft zij verzocht om aanhouding van de zaak om de voortgang van de uitvoering van de ISD-maatregel te bewaken.

De ISD-maatregel is op 28 oktober 2012 opgelegd en is eerder op 18 april 2013 voortgezet. De rechtbank heeft in haar overwegingen het recidiverisico van de veroordeelde als zeer hoog ingeschat. De rechtbank heeft geconstateerd dat de veroordeelde is aangemeld bij de afdeling IFZ van het NIFP en dat hij op 5 juni 2013 is overgeplaatst naar de kliniek in Assen voor een proefopname. De rechtbank benadrukt het belang van behandeling ter voorkoming van toekomstige strafbare feiten en concludeert dat voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is.

De rechtbank heeft gelet op artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht en heeft besloten dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders wordt voortgezet. De beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer voor strafzaken, waarbij mr. M.H.L. Schoenmakers niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een nieuwe toetsing van de voortgang van de uitvoering van de ISD-maatregel te bepalen, zoals door de raadsvrouwe was verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/655643-12
Datum uitspraak: 30 juli 2013
Beslissing ex artikel 38s Wetboek van Strafrecht
Beslissing van de meervoudige raadkamer voor strafzaken, naar aanleiding van het onderzoek ex artikel 509aa van het Wetboek van Strafvordering, betrekking hebbend op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders opgelegd aan:

[A]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
thans verblijvende in de Forensisch Psychiatrische Kliniek te Assen
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank d.d. 24 september 2012 waaruit blijkt dat aan de veroordeelde onder meer is opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaar en waarbij de rechtbank heeft bepaald dat het openbaar ministerie binnen zes maanden dient te berichten over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel;
  • de beslissing van 18 april 2013, waarbij tot voortzetting van de maatregel is beslist en waarbij daarnaast is bepaald dat binnen drie maanden na 18 april 2013 een hernieuwde beoordeling van de wenselijkheid en noodzakelijkheid van voorzetting van de ISD-maatregel dient plaats te vinden;
  • een voortgangsverslag van 26 juni 2013, opgesteld door mevrouw J. Haitjema, individueel trajectbegeleider ISD, verbonden aan het HvB Wolvenplein te Utrecht, welk verslag mede is ondertekend door de directeur van de inrichting.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van 16 juli 2013, waarbij zijn gehoord:
  • de officier van justitie,
  • de raadsvrouwe van de veroordeelde, mr. A.M.R. van Ginneken, advocaat te Utrecht,
  • de deskundige, mevrouw J. Haitjema.
OVERWEGINGEN:
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ISD-maatregel voortgezet dient te worden.
De raadsvrouwe heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de maatregel beëindigd dient te worden omdat de veroordeelde van mening is dat hij ook vanuit huis ambulante behandeling kan krijgen. Subsidiair is de verdediging van mening dat de zaak moet worden aangehouden teneinde de voortgang van het verloop van de uitvoering van de ISD-maatregel te bewaken, nu op dit moment nog niet duidelijk is of er aan veroordeelde een behandeltraject zal worden aangeboden.
De maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders is op 28 oktober 2012 van kracht geworden. Bij beslissing van 18 april 2013 is deze maatregel voortgezet.
Uit het voortgangsverslag van mevrouw Haitjema en haar toelichting op de zitting van 16 juli 2013 is gebleken dat de veroordeelde is aangemeld bij de afdeling IFZ van het NIFP. Nadat een indicatiebesluit voor de FPK Assen door het IFZ was afgegeven, vond op 21 mei 2013 de intake plaats. Deze verliep positief en veroordeelde is op 5 juni 2013 overgeplaatst naar de kliniek in Assen voor een proefopname van drie maanden. Daar wordt veroordeelde nu geobserveerd. Ruim acht weken na de plaatsing vindt een evaluatie plaats waarbij moet blijken of veroordeelde daar een passend behandelaanbod kan worden gedaan. Het recidiverisico wordt bij beëindiging van de ISD als zeer hoog ingeschat.
De rechtbank overweegt dat ter voorkoming van strafbare feiten door de veroordeelde in de toekomst van groot belang is dat hij behandeld zal worden. Plaatsing in een FPK is daartoe geïndiceerd en om die reden is door het IFZ een indicatiebesluit voor de PFK in Assen afgegeven. De veroordeelde wordt daar op dit moment geobserveerd. Nu het recidiverisico als zeer hoog wordt ingeschat, is de rechtbank van oordeel dat voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk en wenselijk is. Daarom is er geen aanleiding de maatregel te beëindigen.
De rechtbank ziet, gelet op het voorgaande, geen aanleiding om thans reeds een nieuwe toetsing van de voortgang van het verloop van de uitvoering van de ISD te bepalen, zoals door de raadsvrouwe is verzocht.
De rechtbank heeft gelet op artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
De rechtbank verstaat dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, opgelegd aan [A] voornoemd, wordt voortgezet.
Aldus gedaan door mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter en mrs. J.R. Krol en M.H.L. Schoenmakers, rechters, bijgestaan door mr. M. van der Meulen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 30 juli 2013.
Mr. M.H.L. Schoenmakers is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.