ECLI:NL:RBMNE:2013:3237

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juli 2013
Publicatiedatum
7 augustus 2013
Zaaknummer
16-710392-09
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplichtigheid aan oplichting en witwassen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan oplichting en witwassen. De verdachte was niet verschenen op de zitting, maar zijn raadsman, mr. H.J. Veen, was wel aanwezig. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten van oplichting, waarbij de verdachte samen met anderen Linde Gas Benelux BV en Atal BV zou hebben opgelicht door zich voor te doen als schuldeiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie vorderde vrijspraak voor het vierde feit, maar achtte de andere feiten wel bewezen. De verdediging stelde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging en dat de verdachte onder druk had gehandeld.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de medeplichtigheid aan de oplichtingen en sprak de verdachte vrij van de primair ten laste gelegde feiten. Echter, de rechtbank achtte de verdachte wel medeplichtig aan de oplichtingen en de poging tot oplichting, evenals het witwassen van geld. De rechtbank overwoog dat de verdachte zijn bankrekeningen ter beschikking had gesteld en dat hij betrokken was bij het witwassen van de opbrengsten van de misdrijven. De rechtbank besloot om de verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf, rekening houdend met de lange tijd die was verstreken sinds de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vermogensdelicten. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen omdat er al een civiele procedure was gevoerd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/710392-09
Vonnis van de meervoudige kamer van 9 juli 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te[geboorteplaats]
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 25 juni 2013. Verdachte is niet verschenen. Wel is zijn gemachtigde raadsman, mr. H.J. Veen, advocaat te Utrecht, verschenen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat de raadsman naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1.
primair: in de periode van 10 september 2008 tot en met 15 september 2008, samen met anderen, dan wel alleen, Linde Gas Benelux BV heeft opgelicht;
subsidiair: in de genoemde periode medeplichtig is geweest aan de oplichting van Linde Gas Benelux BV;
2.
primair: in de periode van 26 oktober 2008 tot en met 31 oktober 2008, samen met anderen, dan wel alleen, Atal BV heeft opgelicht;
subsidiair: in de genoemde periode medeplichtig is geweest aan de oplichting van Atal BV;
3.
primair: in de periode van 16 december 2008 tot en met 31 december 2008 heeft geprobeerd, samen met anderen, dan wel alleen, Linde Gas Benelux BV op te lichten;
subsidiair: in de genoemde periode medeplichtig is geweest aan de poging om Linde Gas Benelux BV op te lichten;
4.
in de periode van 12 september 2008 tot en met 19 februari 2009 samen met anderen, dan wel alleen, geld heeft witgewassen
De rechtbank verbetert in de tenlastelegging eventuele kennelijke schrijffouten. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

3.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aan hem onder 4 ten laste gelegde feit heeft begaan en zij heeft gevorderd om verdachte van dat feit vrij te spreken. De officier van justitie acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de primair onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en baseert zich daarbij op zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle (vier) ten laste gelegde feiten, nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De raadsman heeft toegelicht dat verdachte niet ontkent dat hij zijn rekeningen ter beschikking heeft gesteld en ook niet dat verdachte naar het casino is geweest, terwijl de andere personen buiten zaten te wachten. Uiteindelijk heeft verdachte zijn rekening geblokkeerd. Door het voorgaande heeft hij enkel zijn schuld van 500 euro ingelost. Voorgaande kan echter niet leiden tot een veroordeling van de ten laste gelegde feiten, nu de rechtbank geen nauwe en bewuste samenwerking kan inlezen en er daarnaast bij verdachte de wetenschap ontbrak. Subsidiair stelt de raadsman zich op het standpunt dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging omdat verdachte onder bedreiging heeft moeten meewerken aan de tenlastegelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak
De rechtbank overweegt dat er zich in het dossier, ten aanzien van de
primairten laste gelegde feiten onder 1, 2 en 3, onvoldoende bewijsmiddelen bevinden dat er sprake is van medeplegen van de oplichtingen en de poging tot oplichting en nu verdachte dit heeft ontkend, kan niet worden vastgesteld dat verdachte de onder 1, 2 en 3
primairten laste gelegde feiten heeft gepleegd. Gelet op het voorgaande is de rechtbank met de raadsman van oordeel dat de onder 1,2 en 3 primair ten laste gelegde feiten niet bewezen kunnen worden. De rechtbank overweegt verder dat ook het onder 3 subsidiair ten laste gelegde niet bewezen kan worden, nu uit het dossier niet blijkt dat verdachte in de tenlastegelegde periode het ten laste gelegde feit heeft gepleegd. De rechtbank overweegt dat uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat het bedrijf [eenmanszaak] in september 2008 reeds is ingeschreven en verdachte ten aanzien van zijn bankrekening(en) heeft verklaard dat hij deze al voor de tenlastegelegde periode heeft geblokkeerd. De rechtbank zal verdachte daarom eveneens van het onder 3 subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.
4.3.2
Bewijsmiddelen
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1, 2 en 3
Aangifte feit 1
Aangever heeft bij de politie verklaard dat er op 10 september 2008 een faxbericht bij Linde Gas Benelux BV binnenkwam ter attentie van de heer [A], de debiteuren medewerker. Het faxbericht was afkomstig van de firma Essent, met als ondergetekende de heer [naam 2], werkzaam als manager crediteuren administratie. In het faxbericht wordt gerefereerd aan het telefonisch onderhoud dat er inderdaad is geweest met de heer [A], waarin een verzoek was gedaan om het verschil tussen credit en debet over 2007, zijnde € 55.456,06, van Linde Gas Benelux BV over te maken naar Essent Facility BV op rekeningnummer [rekeningnummer 1]. Op 11 september 2008 is dit bedrag in twee bedragen zijnde € 6.415,27 en € 49.040,79 in een batch klaargezet voor betaling. Op 12 september 2008 is de betaling geaccordeerd en feitelijk gedaan. In de loop van de week bleek echter dat het bovengenoemde bedrag niet was aangekomen bij Essent. [1]
Aangifte feit 2
Aangever heeft op 24 maart 2009 bij de politie verklaard dat Atal BV op 30 oktober 2008 een emailbericht kreeg. [2] In deze email stond beschreven dat zij nog een bedrag terug moesten storten naar het bedrijf van Essent op rekeningnummer [rekeningnummer 2]. [3] Naar aanleiding van dit emailbericht heeft Atal BV een bedrag van € 2.325,26 naar het rekeningnummer gestort dat in het emailbericht stond vermeld. [4]
Overige bewijsmiddelen
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat rekeningnummer [rekeningnummer 1] op naam staat van verdachte [5] en dat het bedrag van € 55.456,06 op deze rekening is terechtgekomen. [6] Tevens blijkt uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel dat op 4 september 2008 de heer [verdachte] zich met een eenmanszaak onder de naam [eenmanszaak] te Zeist heeft ingeschreven [7] en dat de rekening met nummer [rekeningnummer 3] op naam staat van [eenmanszaak], met als procuratiehouder verdachte. [8]
Verdachte heeft ook bij de politie verklaard dat hij zowel zijn bedrijfsrekening van [eenmanszaak] alsook zijn privérekening ter beschikking van een ander heeft gesteld. [9]
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 4
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat het geld dat op 15 september 2008 op de rekening van verdachte is terechtgekomen, nog diezelfde dag is opgenomen dan wel is doorgestort naar andere bankrekeningen. Onder andere is er geld (€ 2.500,00) opgenomen bij Holland Casino Utrecht, er is geld (€ 1.000,00) gepind en er is geld (€ 4.500,00) opgenomen bij het postkantoor in Utrecht. [10] Op 3 november 2008 is er geld (€ 1.250,00) overgemaakt van de bedrijfsrekening van verdachte naar zijn privérekening. [11] Verdachte heeft bovenstaande bij de politie bevestigd. [12]
4.3.3
Bewijsoverwegingen
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte medeplichtig is aan de ten laste gelegde oplichtingen (feit 1 en 2) en de poging tot oplichting (feit 3). Verdachte heeft ook niet ontkend zijn bankrekeningen ter beschikking te hebben gesteld en zijn pinpassen te hebben afgestaan. Anders dan de raadsman, is de rechtbank wel van oordeel dat verdachte medeplichtig is.
Ook is de rechtbank, anders dan de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat ook het onder 4 ten laste gelegde witwassen wettig en overtuigend kan worden bewezen, nu verdachte geld heeft gepind, fiches heeft gekocht en geld heeft overgeboekt naar een andere rekening.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de onder 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat
1.
Subsidiair
een onbekend gebleven persoon in de periode van 10 september 2008 tot en met 15 september 2008 in Nederland, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen, Linde Gas Benelux BV, heeft bewogen tot de afgifte van geld (55.456,06 Euro), hebbende die onbekend gebleven persoon met vorenomschreven oogmerk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - toen daar het volgende gedaan:
-die onbekend gebleven persoon heeft zich voorgedaan als een schuldeiser (Essent en/of Essent Facility BV) van Linde Gas Benelux BV, en
-die onbekend gebleven persoon heeft een fax op briefpapier van Essent (met als verzender ene [naam 2], manager crediteuren administratie) verstuurd aan Linde Gas Benelux BV, inhoudende een verzoek om een tegoed over te maken op een rekeningnummer ([rekeningnummer 2]) dat op naam zou staan van Essent Facility BV (wetende dat voornoemde rekeningnummer in werkelijkheid op naam stond van hem, verdachte, althans zijn bedrijf [eenmanszaak]
Facilities)
waardoor Linde Gas Nederland BV werd bewogen tot bovenomschreven afgifte,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 16 december 2008 tot en met 31 december 2008 in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen heeft verschaft door het bedrijf [eenmanszaak] in te schrijven in het register van de Kamer van Koophandel en door bankpasjes en bankrekeningen (waaronder de rekening met het voornoemde rekeningnummer) ter beschikking te stellen (aan die onbekend gebleven persoon);
2.
Subsidiair
een onbekend gebleven persoon in de periode van 26 oktober 2008 tot en met 31 oktober 2008in Nederland, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen, Atal BV, heeft bewogen tot de afgifte van geld (2325,26 Euro), hebbende die onbekend gebleven persoon met vorenomschreven oogmerk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - toen daar het volgende gedaan:
-die onbekend gebleven persoon heeft zich voorgedaan als een schuldeiser (Essent en/of Essent Facility BV) van Atal BV, en
-die onbekend gebleven persoon heeft een e-mailbericht (vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] en met als verzender ene [naam], hoofd FA) verzonden aan Atal BV, inhoudende een verzoek om een tegoed over te maken op een rekeningnummer ([rekeningnummer 2]) dat op naam zou staan van Essent Facility BV (wetende dat voornoemde rekeningnummer in werkelijkheid op naam stond van hem, verdachte, althans zijn bedrijf [eenmanszaak]) en
waardoor Atal BV werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 16 december 2008 tot en met 31 december 2008 in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen heeft verschaft door het bedrijf [eenmanszaak] in te schrijven in het register van de Kamer van Koophandel en door bankpasjes en bankrekeningen (waaronder de rekening met het voornoemde rekeningnummer) ter beschikking te stellen aan die onbekend gebleven persoon en/of zijn mededader(s);
4.
hij in de periode van 12 september 2008 tot en met 19 februari 2009in Nederland, geld heeft witgewassen, door:
-van dat geld de herkomst te verhullen en te verbergen en te verhullen wie de rechthebbende op dat geld was,
terwijl hij wist dat dit geld afkomstig was uit enig misdrijf, immers:
-heeft hij op of omstreeks 15 september 2008 te Utrecht meermalen uit misdrijf afkomstige geldbedragen (tweemaal 1000 Euro, eenmaal 1500 Euro en eenmaal 4500 Euro) gepind en/of opgenomen en
-heeft hij op 15 september 2008 te Utrecht (een deel van) dat gepinde/opgenomen geld ingewisseld voor fiches van Holland Casino en
-heeft hij op 3 november 2008 in Nederland een uit misdrijf afkomstig geldbedrag (1250 Euro) overgeboekt naar een andere rekening van hem, verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair:
Medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd;
feit 4:
Witwassen.

7.De strafbaarheid van verdachte

De verdediging heeft bepleit dat verdachte de feiten onder bedreiging van geweld of enig misdrijf tegen het leven gericht, heeft gepleegd. De raadsman stelt zich op het standpunt dat er sprake is geweest een ongeoorloofde druk waaraan verdachte geen weerstand kon geven en derhalve moet verdachte worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte bij de politie heeft verklaard dat hij is gedwongen en bedreigd en verdachte heeft ook de namen genoemd van de mensen die hem gedwongen zoude hebben. Echter, verdachte heeft hierover wisselend verklaard en daarnaast komt hieromtrent verder geen enkele aanwijzing voor in het dossier.
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat er sprake is geweest van een zo heftige, van buiten komende druk dat verdachte daaraan redelijkerwijs geen weerstand kon bieden. De rechtbank zal het verweer van de raadsman dan ook verwerpen.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft – gelet op het tijdsverloop in deze zaak – gevorderd dat verdachte moet worden schuldig verklaard zonder strafoplegging overeenkomstig artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken, dan wel moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Subsidiair heeft de raadsman zich aangesloten bij de vordering van de officier van justitie.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte is medeplichtig aan twee oplichtingen en een poging oplichting door bij de slachtoffers het vertrouwen te wekken dat ze zaken deden met een betrouwbare zakenpartner en hen te vragen hun schulden aan hen over te maken alsof zij de crediteurs waren. Aldus heeft verdachte niet alleen de slachtoffers behoorlijke financiële schade berokkend, maar heeft hij ook het vertrouwen dat men in het handelsverkeer in elkaar moet kunnen stellen meermalen op ernstige wijze geschonden.
Vervolgens heeft verdachte het geld dat hij door oplichting had verkregen witgewassen door deze voorhanden te hebben of over te dragen, waarbij hij de werkelijke aard van dit geld, alsmede de rechthebbenden op dit geld heeft verhuld. Verdachte heeft door zijn handelen er aan bijgedragen dat opbrengsten van misdrijven aan het zicht worden onttrokken en daaraan een schijnbaar legale herkomst wordt verschaft. Dit vormt een bedreiging van de legale economie en een aantasting van de integriteit van het financiële en economische verkeer.
Verdachte is eerder voor vermogensdelicten veroordeeld. In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met de periode die is verstreken sinds het verhoor van verdachte. Verdachte is in maart 2010 door de politie gehoord. Ook de medeverdachten zijn omstreeks diezelfde periode, in mei 2010, verhoord. Het einddossier was in april 2011 reeds gereed. Verdachte is op 30 mei 2013 voor het eerst in deze zaak gedagvaard. Dat betekent dat er meer dan drie jaren zijn verstreken sinds het verhoor van verdachte. De redelijke termijn is daarmee fors overschreden.
Bij soortgelijke delicten zou de rechtbank wellicht overgegaan zijn tot het opleggen van een aanzienlijke werkstraf, maar gelet op bovengenoemde forse overschrijding van de redelijke termijn en het belang dat de rechtbank hecht aan het terugbetalen van het bedrag aan de benadeelde partij, is de rechtbank van oordeel dat een schuldigverklaring zonder oplegging van straf passend is.

9.Benadeelde partij

De benadeelde partij Linde Gas Benelux BV heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering.
De benadeelde partij vordert in totaal een bedrag van € 55.465,06 aan materiële schade en
€ 3.601,30 aan proceskosten.
De officier van justitie heeft afwijzing gevorderd van de vordering van de benadeelde partij in verband met het civiele vonnis dat reeds tussen partijen gewezen is. De officier van justitie heeft separaat oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevraagd tot een bedrag van € 45.815,06 (€ 55.465,06 - € 9.650,00).
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen omdat er al een civiele uitspraak in het dossier zit tussen de benadeelde partij en verdachte. De raadsman heeft zich verder op het standpunt gesteld dat de schademaatregel niet separaat dient te worden opgelegd nu het een oud feit betreft.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de benadeel partij dient te worden afgewezen omdat er tussen partijen reeds een civiele procedure is gevoerd. Dit is dan wel een bij verstek gewezen vonnis dat nog niet in kracht van gewijsde is gegaan, maar desalniettemin is het in strijd met het ne bis in idem-beginsel om nogmaals over hetzelfde feit te oordelen. De rechtbank zal eveneens de door de officier van justitie gevorderde schadevergoedingsmaatregel afwijzen nu de benadeelde partij al over een civiel vonnis beschikt om de vordering met de daarbij behorende dwangmiddelen te innen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9a, 48, 57, 63, 326 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten.
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
De bewezen verklaarde feiten leveren op:
feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair:
Medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd;
feit 4:
Witwassen.
Strafoplegging
Verklaart verdachte schuldig zonder oplegging van straf.
Benadeelde partij
Wijst af de vordering van Linde Gas Benelux BV;
Wijst af het verzoek van de officier van justitie tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.G. de Weerd, voorzitter, mrs. M.J. Veldhuijzen en E.A.A. van Kalveen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van der Meulen, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 juli 2013.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
Primair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 september
2008 tot en met 15 september 2008 te Zeist en/of Nijkerk en/of Amsterdam
en/of Schiedam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Linde Gas Benelux BV, in elk
geval een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s) heeft bewogen tot de
afgifte van geld (55.456,06 Euro), in elk geval van enig goed, hebbende
verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk
weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid toen daar het volgende gedaan:
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben zich voorgedaan als een
schuldeiser (Essent en/of Essent Facility BV) van Linde Gas Benelux BV,
althans die ander, en/of
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben het bedrijf[eenmanszaak]
ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel en/of
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben een fax op briefpapier van
Essent (met als verzender ene [naam 2], manager crediteuren administratie)
verstuurd aan Linde Gas Benelux BV, althans die ander, inhoudende een verzoek
om een tegoed over te maken op een rekeningnummer ([rekeningnummer 2]) dat op naam zou
staan van Essent Facility BV (wetende dat voornoemde rekeningnummer in
werkelijkheid op naam stond van hem, verdachte, althans zijn bedrijf [eenmanszaak]
) en/of
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben daarbij (een) (echt(e))
factuurnummer(s) en/of de (werkelijke) hoogte van de/het (aan Essent en/of
Essent Facility BV) verschuldigde bedrag(en) vermeld,
waardoor Linde Gas Benelux BV, althans die ander, werd bewogen tot
bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een onbekend
gebleven persoon op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
10 september 2008 tot en met 15 september 2008 te Zeist en/of Nijkerk en/of
Amsterdam en/of Schiedam en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Linde Gas Benelux BV, in elk
geval een ander dan die perso(o)n(en) en/of verdachte, heeft/hebben bewogen
tot de afgifte van geld (55.456,06 Euro), in elk geval van enig goed,
hebbende die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend
gebleven persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s) met vorenomschreven oogmerk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid -
zakelijk weergegeven - toen daar het volgende gedaan:
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend gebleven
persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s) heeft/hebben zich voorgedaan als een
schuldeiser (Essent en/of Essent Facility BV) van Linde Gas Benelux BV,
althans die ander, en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend gebleven
persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s) heeft/hebben een fax op briefpapier
van Essent (met als verzender ene [naam 2], manager crediteuren administratie)
verstuurd aan Linde Gas Benelux BV, althans die ander, inhoudende een verzoek
om een tegoed over te maken op een rekeningnummer ([rekeningnummer 2]) dat op naam zou
staan van Essent Facility BV (wetende dat voornoemde rekeningnummer in
werkelijkheid op naam stond van hem, verdachte, althans zijn bedrijf [eenmanszaak]
) en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend gebleven
persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s) heeft/hebben daarbij (een) (echt(e))
factuurnummer(s) en/of de (werkelijke) hoogte van de/het (aan Essent en/of
Essent Facility BV) verschuldigde bedrag(en) vermeld,
waardoor Linde Gas Nederland BV werd bewogen tot bovenomschreven afgifte,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte (op één of meer tijdstip(pen)) in
de periode van 16 december 2008 tot en met 31 december 2008 te Zeist en/of
elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft door het bedrijf [eenmanszaak] in te schrijven in het register
van de Kamer van Koophandel en/of door (een) bankpasje(s) en/of (een)
bankrekening(en) (waaronder de rekening met het voornoemde rekeningnummer) ter
beschikking te stellen (aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
en/of die onbekend gebleven persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s));
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
Primair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 oktober
2008 tot en met 31 oktober 2008 te Zeist en/of Purmerend en/of (elders) in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, Atal BV, in elk geval een ander dan verdachte en/of zijn
mededader(s) heeft bewogen tot de afgifte van geld (2325,26 Euro), in elk
geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid toen daar het volgende
gedaan:
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben zich voorgedaan als een
schuldeiser (Essent en/of Essent Facility BV) van Atal BV, althans die ander,
en/of
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben het bedrijf [eenmanszaak]
ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel en/of
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben een e-mailbericht (vanaf het
e-mailadres [e-mailadres 1] en/of met als verzender ene [naam]
, hoofd FA) verzonden aan Atal BV, althans die ander, inhoudende een
verzoek om een tegoed over te maken op een rekeningnummer ([rekeningnummer 2]) dat op
naam zou staan van Essent Facility BV (wetende dat voornoemde rekeningnummer
in werkelijkheid op naam stond van hem, verdachte, althans zijn bedrijf
[eenmanszaak]) en/of
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben daarbij (een) (echt(e))
factuurnummer(s) en/of de (werkelijke) hoogte van de/het (aan Essent en/of
Essent Facility BV) verschuldigde bedrag(en) vermeld,
waardoor Atal BV, althans die ander, werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een onbekend
gebleven perso(o)n(en) op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de
periode van 26 oktober 2008 tot en met 31 oktober 2008 te Zeist en/of
Purmerend en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van
een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door
een samenweefsel van verdichtsels, Atal BV, in elk geval een ander dan die
perso(o)n(en) en/of verdachte, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geld
(2325,26 Euro), in elk geval van enig goed,
hebbende die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend
gebleven persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s) met vorenomschreven oogmerk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid -
zakelijk weergegeven - toen daar het volgende gedaan:
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend gebleven
persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s) heeft/hebben zich voorgedaan als een
schuldeiser (Essent en/of Essent Facility BV) van Atal BV, althans die ander,
en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend gebleven
persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s) heeft/hebben een e-mailbericht (vanaf
het e-mailadres [e-mailadres 1] en/of met als verzender ene [naam]
, hoofd FA) verzonden aan Atal BV, althans die ander, inhoudende een
verzoek om een tegoed over te maken op een rekeningnummer ([rekeningnummer 2]) dat op
naam zou staan van Essent Facility BV (wetende dat voornoemde rekeningnummer
in werkelijkheid op naam stond van hem, verdachte, althans zijn bedrijf
[eenmanszaak]) en/of
-verdachte en/of zijn/haar/hun mededader(s) heeft/hebben daarbij (een)
(echt(e)) factuurnummer(s) en/of de (werkelijke) hoogte van de/het (aan Essent
en/of Essent Facility BV) verschuldigde bedrag(en) vermeld,
waardoor Atal BV werd bewogen tot bovenomschreven afgifte,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte (op één of meer tijdstip(pen)) in
de periode van 16 december 2008 tot en met 31 december 2008 te Zeist en/of
elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft door het bedrijf [eenmanszaak] in te schrijven in het register
van de Kamer van Koophandel en/of door (een) bankpasje(s) en/of (een)
bankrekening(en) (waaronder de rekening met het voornoemde rekeningnummer) ter
beschikking te stellen aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
en/of die onbekend gebleven persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s);
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
3.
Primair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 december
2008 tot en met 31 december 2008 te Zeist en/of Utrecht en/of Schiedam en/of
(elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van
een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Linde Gas
Benelux BV, in elk geval een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s), te
bewegen tot de afgifte van geld (20.061,02, althans 17.732,81, Euro), in elk
geval van enig goed,
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid toen daar het
volgende gedaan:
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben zich voorgedaan als een
schuldeiser (KLM NV) van Linde Gas Benelux BV, althans die ander, en/of
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben een e-mailbericht (vanaf het
e-mailadres [e-mailadres 2] en/of met als verzender ene [naam 3],
accountant FA) verzonden aan Linde Gas Benelux BV, althans die ander,
inhoudende een verzoek om een tegoed over te maken op een rekeningnummer
([rekeningnummer 3]) dat op naam zou staan van KLM NV (wetende dat voornoemde
rekeningnummer in werkelijkheid op naam stond van [eenmanszaak], althans
van hem, verdachte,) en/of
-verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben daarbij (een) (echt(e))
factuurnummer(s) en/of de (werkelijke) hoogte van de/het (aan KLM NV)
verschuldigde bedrag(en) vermeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of[medeverdachte 3] en/of een onbekend
gebleven persoon op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
16 december 2008 tot en met 31 december 2008 te Zeist en/of Utrecht en/of
Schiedam en/of (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door hem/haar/hen voorgenomen misdrijf om tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om
zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen
van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Linde Gas
Benelux BV, in elk geval een ander dan die perso(o)n(en) en/of verdachte, te
bewegen tot de afgifte van geld (20.061,02, althans 17.732,81, Euro), in elk
geval van enig goed,
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid toen daar het
volgende heeft/hebben gedaan:
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend gebleven
persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s) heeft/hebben zich voorgedaan als een
schuldeiser (KLM NV) van Linde Gas Benelux BV, althans die ander, en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend gebleven
persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s) heeft/hebben een e-mailbericht
(vanaf het e-mailadres [e-mailadres 2] en/of met als verzender ene[naam 3]
, accountant FA) verzonden aan Linde Gas Benelux BV, althans die
ander, inhoudende een verzoek om een tegoed over te maken op een
rekeningnummer ([rekeningnummer 3]) dat op naam zou staan van KLM NV (wetende dat
voornoemde rekeningnummer in werkelijkheid op naam stond van [eenmanszaak]
, althans van hem, verdachte,) en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend gebleven
persoon en/of zijn/haar/hun mededader(s) heeft/hebben daarbij (een) (echt(e))
factuurnummer(s) en/of de (werkelijke) hoogte van de/het (aan KLM NV)
verschuldigde bedrag(en) vermeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte (op één of meer tijdstip(pen)) in
de periode van 16 december 2008 tot en met 31 december 2008 te Zeist en/of
elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
heeft verschaft door het bedrijf [eenmanszaak] in te schrijven in het
register van de Kamer van Koophandel en/of door (een) bankpasje(s) en/of
(een) bankrekening(en) (waaronder de rekening met het voornoemde
rekeningnummer) ter beschikking te stellen (aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
en/of [medeverdachte 3] en/of die onbekend gebleven persoon en/of zijn/haar/hun
mededader(s));
Art. 45 Sr jo.
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 september
2008 tot en met 19 februari 2009 te Zeist en/of Utrecht en/of (elders) in
Nederland en/of Antwerpen (België) en/of (elders) in België, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen van (een) voorwerp(en), te weten van één of
meerdere geldbedrag(en) (van in totaal (ongeveer) 57.781,32 Euro), een
gewoonte heeft gemaakt, althans
geld (van in totaal (ongeveer) 57.781,32 Euro) heeft witgewassen,
door:
-van dat/die voorwerp(en) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de
vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing te verbergen en/of te
verhullen en/of
-te verbergen en/of te verhullen wie de rechthebbende op dat/die voorwerp(en)
was en/of
-dat/die voorwerp(en) voorhanden te hebben,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) (steeds) wist(en) dat dat/die voorwerp(en)
afkomstig was/waren uit enig misdrijf, immers:
-heeft hij en/of zijn mededader(s) op of omstreeks 15 september 2008 te
Utrecht (meermalen) (een) (deels) uit misdrijf afkomstig(e) geldbedrag(en)
(tweemaal 1000 Euro, eenmaal 1500 Euro en/of eenmaal 4500 Euro) gepind en/of
opgenomen en/of
-heeft hij en/of zijn mededader(s) op of omstreeks 15 september 2008 te
Utrecht (een deel van) dat gepinde/opgenomen geld ingewisseld voor fiches van
Holland Casino en/of
-heeft hij en/of zijn mededader(s) op of omstreeks 15 september 2008 te Zeist
en/of elders in Nederland een (deels) uit misdrijf afkomstig geldbedrag (6950
Euro) overgeboekt naar de/een rekening van [medeverdachte 2], in elk geval
een ander dan verdachte, en/of
-heeft hij en/of zijn mededader(s) op één of meer tijdstip(pen) in of
omstreeks de periode van 15 september 2008 tot en met 16 september 2008 te
Zeist en/of elders in Nederland en/of in België een (deels) uit misdrijf
afkomstig(e) geldbedrag(en) (eenmaal 40.200 Euro en/of eenmaal 150 Euro)
overgeboekt naar (één van) zijn Belgische rekeningnummer(s) en/of
-heeft hij en/of zijn mededader(s) op één of meerdere tijdstip(pen) in of
omstreeks de periode van 16 september 2008 tot en met 17 september 2008 te
Antwerpen (België) in elk geval in België (een) (deels) uit misdrijf
afkomstig(e) geldbedrag(en) (eenmaal 500 Euro en/of eenmaal 39.850 Euro)
gepind en/of opgenomen en/of
-heeft hij en/of zijn mededader(s) op 3 november 2008 te Zeist en/of elders in
Nederland een (deels) uit misdrijf afkomstig(e) geldbedrag(en) (1250 Euro)
overgeboekt naar een andere rekening van hem, verdachte, en/of
-heeft hij en/of zijn mededader(s) op of omstreeks 3 november 2008 te Utrecht
(meermalen) (een) (deels) uit misdrijf afkomstig(e) geldbedrag(en) (tweemaal
500 Euro en/of eenmaal 250 Euro en/of 50 Euro en/of 1000 Euro) gepind en/of
opgenomen van een/meerdere rekening(en) van hem, verdachte;
Artikel 420ter, althans 420bis, van het Wetboek van Strafrecht
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Proces-verbaal van aangifte van[benadeelde 1], namens Linde Gas Benelux BV, opgenomen op pagina 43/44 van het proces-verbaal dossiernummer PL0920/09-013756, in de wettelijke vorm opgemaakt en doorgenummerd van 1 tot en met 362
2.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] namens Atal BV, opgenomen op pagina 222/223 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
3.Een emailbericht, opgenomen op pagina 227 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
4.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2], namens Atal BV, opgenomen op pagina 222/223 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
5.Proces-verbaal van bevindingen, opgenomen op pagina 97 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
6.Proces-verbaal van bevindingen, opgenomen op pagina 110 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
7.Afschriften uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, opgenomen op pagina 197-200 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
8.Proces-verbaal van bevindingen, opgenomen op pagina 97 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte, opgenomen op pagina 22-27 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
10.Proces-verbaal van bevindingen, opgenomen op pagina 110 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
11.Proces-verbaal van bevindingen, opgenomen op pagina 109 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte, opgenomen op pagina 24 en 26 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.