Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Rekestnummer: 13/973 en 13/974
[verzoekster], (hierna te noemen: verzoekster),
Ter zitting van de raadkamer heeft de raadsvrouw een urenspecificatie van de kosten in rechtsbijstand overlegd. Voorts heeft de raadsvrouw aangegeven dat zij bij het opstellen van het verzoekschrift ex artikel 89 Sv is uitgegaan van 3 dagen inverzekeringstelling, maar dat zij bij nadere bestudering van de stukken thans uitgaat van 2 dagen inverzekeringstelling. Het gevorderde bedrag wenst zij echter niet te verminderen, omdat zij op grond van billijkheid omstandigheden aanwezig acht waardoor een hogere dan de forfaitaire vergoeding op zijn plaats is.
Ter zake het verzoekschrift ex artikel 89 Sv
Ter zake het verzoekschrift ex artikel 591a Sv
De rechtbank is van oordeel dat aan kosten van de raadsman voor het indienen en mondeling toelichten van het verzoekschrift een vergoeding op zijn plaats is zoals die gewoonlijk wordt toegewezen, te weten € 550,00 (inclusief BTW).
toeten bedrage van € 210,- (zegge: tweehonderdtien euro);