ECLI:NL:RBMNE:2013:3063

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 juli 2013
Publicatiedatum
30 juli 2013
Zaaknummer
UTR 13/2585
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening motorcrossvereniging Utrecht na ongegrondverklaring hoofdzaak

Op 30 juli 2013 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van de Motor Crossvereniging Utrecht (MCU) tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Het verzoek van MCU om een voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat het beroep in de hoofdzaak (UTR 13/2441) ongegrond was verklaard. De zaak betreft een wijziging van geluidsvoorschriften van milieuvergunningen voor het motorcrosscircuit aan de Isotopenweg 27 te Utrecht, die door de gemeente ambtshalve zijn aangepast. MCU had beroep ingesteld tegen dit besluit en vroeg om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor het treffen van een dergelijke voorziening, gezien de uitkomst van de hoofdzaak.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening alleen kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Aangezien het beroep van MCU ongegrond was verklaard in een afzonderlijke uitspraak van dezelfde dag, was er geen reden om het verzoek om voorlopige voorziening te honoreren. De rechtbank had eerder ook uitspraak gedaan in een beroep van de Stichting Milieugroep Zuilen (SMZ), dat wel gegrond werd verklaard, wat leidde tot een gedeeltelijke vernietiging van het bestreden besluit.

De voorzieningenrechter, mr. J.M. Willems, heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken, waarbij ook de griffier, mr. J.C. van Vuren, aanwezig was. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de beslissing definitief is. De uitspraak is op dezelfde dag aan de betrokken partijen verzonden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 13/2585
uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 juli 2013 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

Motor Crossvereniging Utrecht (MCU), te Amsterdam, eiseres

(gemachtigden: ing. R.J.C. Braams)
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder

(gemachtigde: mr. H. Leijten, N. Verhaart en S. Dool).
Als derde-partij hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht, te Utrecht (hierna: Gedeputeerde Staten) aan het geding deelgenomen.
(gemachtigden: mr. A.M.E. van Kessel, ing. H.H.F. van de Ven en ing. R. Sewnarain Sukul).

Procesverloop

Bij besluit van 27 maart 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder de geluidsvoorschriften van de in 1994 en 1995 aan MCU verleende milieuvergunningen betreffende het motorcrosscircuit aan de Isotopenweg 27 te Utrecht ambtshalve gewijzigd. De voorschriften 2.2.1 tot en met 2.2.6 en voorschrift 4.1.1.1 uit de (provinciale) beschikking van 29 november 1994 (met kenmerk 94430741 mmg) en de voorschriften 1 tot en met 7 uit de (provinciale) beschikking van 20 december 1995 (met kenmerk 95432313 mvv) zijn vervangen door de voorschriften zoals opgenomen in bijlage 2 van het bestreden besluit.
MCU heeft hiertegen beroep ingesteld en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. Het beroep is geregistreerd onder nummer UTR 13/2441 en het verzoek om voorlopige voorziening is geregistreerd onder nummer 13/2585.
De Stichting Milieugroep Zuilen (SMZ) heeft ook beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Dit beroep is geregistreerd onder nummer UTR 13/2483.
Gedeputeerde Staten hebben een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is op 2 juli 2013 ter zitting behandeld. Tegelijkertijd zijn de beroepen van MCU en SMZ behandeld, waartoe de voorzieningenrechter tevens fungeerde als voorzitter van de meervoudige kamer. Op de beroepen is bij uitspraak van heden afzonderlijk beslist. Partijen zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Namens MCU zijn verder verschenen [A]en [B]. Namens SMZ zijn ook [C]en [D] verschenen.

Overwegingen

1.
Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2.
Bij afzonderlijke uitspraak van heden heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank uitspraak gedaan in de beroepen van MCU en SMZ tegen het bestreden besluit. Het beroep van MCU is ongegrond verklaard. Het beroep van SMZ is wel gegrond verklaard, en heeft geleid tot vernietiging van het bestreden besluit voor zover het betreft een gedeelte van de voorschriften 1.2.7 en 1.2.9. De rechtbank heeft toepassing gegeven aan haar bevoegdheid om zelf in de zaak te voorzien op de voet van artikel 8:72, derde lid, onder b, van de Awb, en de betreffende voorschriften aangepast in zoverre dat de daarin opgenomen zinsneden ‘dan wel erkende feestdagen’ komen te vervallen en komen te luiden zoals is omschreven in rechtsoverweging 13 van die uitspraak. Bij deze stand van zaken kan in hetgeen door MCU is aangevoerd geen aanleiding worden gevonden voor het treffen van een voorlopige voorziening.
Het verzoek wordt afgewezen.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Willems, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.C. van Vuren, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2013.
griffier voorzieningenrechter
(de griffier is verhinderd deze uitspraak
mede te ondertekenen)
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.