Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiser sub 3],
[gedaagde sub 4],
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening,
- de akte overlegging producties tevens houdende wijziging/vermeerdering van provisionele vordering tevens houdende wijziging van eis in de hoofdzaak,
- de akte overlegging producties ten behoeve van het incident,
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.De feiten
De directie heeft besloten om de algemene vergadering van aandeelhouders voor het enige agendapunt de benoeming van een tweede directeur van [eisers ], niet conform uw verzoek uit te roepen, aangezien dit orgaan daartoe niet bevoegd is.”. Op 6 maart 2013 heeft [gedaagde sub 1], met een beroep op artikel 31 lid 2 van de statuten, een aandeelhoudersvergadering bijeen geroepen. Die vergadering is op 27 maart 2013 gehouden zonder dat [eiseres sub 2] daarbij aanwezig was. Tijdens die vergadering is besloten om de heer [A] als tweede bestuurder van [eisers ] te benoemen.
3.De beoordeling in het incident
tegen degenen die door de voorzieningenrechter van de rechtbank is aangewezen op een daartoe gedaan verzoek van de rechtspersoon”. Dit betekent dat de rechtspersoon niet zelf tegen haar aandeelhouders, of zoals in dit geval één van haar aandeelhouders, een procedure tot nietigverklaring van haar eigen besluit kan instellen. In een dergelijke situatie moet de rechtspersoon eerst aan de voorzieningenrechter verzoeken om een persoon aan te wijzen om haar belangen te behartigen. Nu niet is gebleken dat een dergelijk verzoek is ingediend zal de rechtbank [eisers ] c.s. niet ontvankelijk dienen te verklaren in de incidentele vordering.
4.De beslissing
11 september 2013voor conclusie van antwoord.