Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
- geroepen: "Pak je mes, pak je mes, we steken hem neer!" en
- vervolgens met messen in de hand in de richting van die [slachtoffer] zijn gelopen en
- terwijl hij en zijn mededader zich op korte afstand van die [slachtoffer]
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
- een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 25 maart 2013, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het plegen van geweldsmisdrijven en in een proeftijd liep. Dit heeft verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden te recidiveren;
- een verdachte betreffend psychologisch rapport d.d. 1 mei 2013, opgesteld door drs. D. van Luijk, gezondheidszorgpsycholoog, en een psychiatrisch rapport, opgesteld door drs. H.A. Gerritsen, forensisch psychiater. In deze rapporten wordt geconcludeerd dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis in de zin van een reactieve hechtingsstoornis, een antisociale gedragsstoornis met hyperactiviteit/impulsiviteit en een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een zich ontwikkelende persoonlijkheidsstoornis met overwegend antisociale en borderline, maar ook narcistische trekken. De psycholoog en de psychiater adviseren om verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen en adviseren een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen.
- een hem betreffend rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 26 juni 2013, opgesteld door C.M. van Steenderen, raadsonderzoeker, inhoudende de conclusie dat de oplegging van een voorwaardelijke PIJ-maatregel om praktische redenen niet uitvoerbaar is. Bureau Jeugdzorg heeft de mogelijkheid onderzocht om verdachte bij de door het NIFP aanbevolen niet repressieve behandelinstellingen te plaatsen. Wegens inhoudelijke en veiligheidsredenen kon verdachte daar echter niet terecht. Dit bevestigt dat dergelijke instellingen over onvoldoende middelen beschikken om verdachte een passende behandeling te bieden en zijn veiligheid en die van zijn omgeving te waarborgen. Gezien bovenstaande overwegingen adviseert de Raad om verdachte een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen.
- een hem betreffend rapport van Bureau Jeugdzorg d.d. 21 juni 2013, opgemaakt door A. Majdoub, reclasseringswerker, inhoudende het advies om aan verdachte een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen.
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
10.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
146 dagen.
plaatsingvan verdachte in een
inrichting voor jeugdigen.
- met (een) mes(sen) in de hand in de richting van die [slachtoffer] gelopen en/of
- terwijl hij en/of zijn mededader(s) zich op korte afstand van die [slachtoffer]