In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 april 2013 uitspraak gedaan in een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte, die eerder op 11 december 2012 was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, heeft zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan deze straf waren verbonden. De officier van justitie heeft daarom de rechtbank verzocht om de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Tijdens de zitting is de verdediging, vertegenwoordigd door mr. F. Tukker, ingegaan op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die op 19-jarige leeftijd te maken heeft gehad met meerdere ingrijpende gebeurtenissen, waaronder het overlijden van naasten en een ernstig verkeersongeval. De verdediging pleitte voor begrip en vroeg om de voorwaarden op te heffen of de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf.
De rechtbank heeft de situatie van de verdachte in overweging genomen, evenals het advies van de reclassering, die had geconstateerd dat de verdachte zich niet aan de meldplicht had gehouden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte onvoldoende gemotiveerd was om zich aan de voorwaarden te houden en dat hij liever zijn straf uitzit. Desondanks heeft de rechtbank besloten om de gevangenisstraf om te zetten in een werkstraf van 60 uren, rekening houdend met de jonge leeftijd van de verdachte en de moeilijke omstandigheden waarin hij zich bevond. De rechtbank heeft daarbij bepaald dat als de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis van 30 dagen kan worden opgelegd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van rechters en is openbaar uitgesproken.