ECLI:NL:RBMNE:2013:2758

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 juni 2013
Publicatiedatum
16 juli 2013
Zaaknummer
07.662293-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld en vrijheidsberoving in Almere

Op 25 juni 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld en vrijheidsberoving. De zaak vond zijn oorsprong in een woningoverval die plaatsvond op 15 maart 2012 in Almere. De verdachte, samen met mededaders, heeft de woning van het slachtoffer binnengedrongen, waarbij geweld werd gebruikt en de vrijheid van het slachtoffer werd ontnomen. De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder DNA-matches en vingerafdrukken die op de plaats delict zijn aangetroffen. Het slachtoffer verklaarde dat zij tijdens de overval werd bedreigd en fysiek werd vastgehouden door de daders, die haar mond dichtknepen en haar handen en voeten met tape vastbonden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de ten laste gelegde feiten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vijf jaar geëist, maar de rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan het slachtoffer voor de geleden schade, die door de rechtbank werd vastgesteld op € 3.663,21. De rechtbank benadrukte de noodzaak om streng op te treden tegen woningovervallen, gezien de toenemende onveiligheid in de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 07.662293-12 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 25 juni 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Curaçao (Nederlandse Antillen),
wonende te [woonplaats 2],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Almere.

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter openbare terechtzitting van 11 juni 2013 te Lelystad, waarbij de verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H. Raza, advocaat te Rotterdam.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. W.S. Ludwig en van de standpunten door de raadsman van verdachte naar voren gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 maart 2012 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan [adres] heeft weggenomen
  • een ID-kaart (op naam staand van [slachtoffer]) en/of
  • een rijbewijs (op naam staand van [slachtoffer]) en/of
  • twee bankpassen (op naam staand van [slachtoffer]) en/of
  • twee notebooks (merk: HP) en/of
  • een laptop (merk: Acer) en/of
  • een (plasmascreen) televisie (merk: LG) en/of
  • twee mobiele telefoons (merk: Nokia) en/of
  • twee huistelefoons (merk(en): Panasonic en/of Profoon) en/of
  • een (auto)sleutel en/of
  • twee fotocamera's (merk(en): Nexia en/of Sony),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of een zus van die [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), meermalen, in ieder geval éénmaal, (met kracht)
  • via de voordeur van voornoemde woning de woning is/zijn binnengedrongen en/of
  • op/tegen de mond, in ieder geval op/tegen/in het gezicht van die [slachtoffer] heeft geduwd/gedrukt en/of
  • die [slachtoffer] bij de middel, in ieder geval bij het lichaam heeft vastgepakt en/of
  • vervolgens) die [slachtoffer] (achterwaarts) de woonkamer in heeft geduwd, terwijl er een hand op/tegen de mond, in ieder geval op/tegen/in het gezicht, werd geduwd/gedrukt gehouden en/of die [slachtoffer] bij de middel, in ieder geval bij het lichaam, werd vastgehouden en/of
  • vervolgens) die [slachtoffer] in het gezicht heeft geduwd, waardoor die [slachtoffer] op een bank terechtkwam en/of
  • bij/naast die [slachtoffer] is/zijn gaan zitten en/of
  • de mond van die [slachtoffer] dicht heeft geknepen en/of gehouden en/of
  • de voeten en/of benen en/of polsen en/of armen van die [slachtoffer] met stukken (duck)tape heeft vastgetaped/vastgemaakt, terwijl die [slachtoffer] werd vastgehouden en/of
  • een stuk (duck)tape op de mond van die [slachtoffer] heeft geplakt, terwijl die [slachtoffer] werd vastgehouden en/of
  • achter die [slachtoffer] is gaan staan en/of (vervolgens) een sjaal, in ieder geval een voorwerp/iets voor de ogen van die [slachtoffer] heeft geplaatst en/of gehouden, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped/vastgebonden was en/of
  • die [slachtoffer] bij het lichaam heeft vastgepakt en/of (vervolgens) heen en weer heeft geschud, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped/vastgebonden was en/of
  • een deken over het lichaam van die [slachtoffer] heeft gegooid/gedaan, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped/vastgebonden was en/of
  • diverse vertrekken en/of verdiepingen van voornoemde woning heeft/hebben betreden en/of
  • daarbij/daarna) die [slachtoffer] de volgende woorden heeft/hebben toegevoegd:
* Niet schreeuwen, niet schreeuwen, stil, stil." en/of
* "Is er nog iemand thuis?" en/of
* "Hou je stil, hou je stil, ik heb een pistool met een demper." en/of
* "Houd je ogen dicht." en/of
* "Waar is het geld, waar is het geld?" en/of
* "Zeg het nou maar, want als ik het geld vind, dan moet ik je pijn doen." en/of
* "Ik weet alles over jou, alles en als je de politie gaat bellen, dan pak ik [naam]. Ik ken [naam].", althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking.
2.
hij op of omstreeks 15 maart 2012 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers is/heeft (zijn/hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
  • de woning van die [slachtoffer] binnengedrongen en/of
  • op/tegen de mond, in ieder geval op/tegen/in het gezicht van die [slachtoffer] geduwd/gedrukt en/of
  • die [slachtoffer] bij de middel, in ieder geval bij het lichaam vastgepakt en/of
  • vervolgens) die [slachtoffer] (achterwaarts) de woonkamer ingeduwd, terwijl er een hand op/tegen de mond, in ieder geval op/tegen/in het gezicht, werd geduwd/gedrukt gehouden en/of die [slachtoffer] bij de middel, in ieder geval bij het lichaam, werd vastgehouden en/of
  • vervolgens) die [slachtoffer] in het gezicht heeft geduwd, waardoor die [slachtoffer] op een bank terechtkwam en/of
  • bij/naast die [slachtoffer] gaan zitten en/of
  • de mond van die [slachtoffer] dichtgeknepen en/of gehouden en/of
  • de voeten en/of benen en/of polsen en/of armen van die [slachtoffer] met stukken (duck)tape vastgetaped/vastgemaakt, terwijl die [slachtoffer] werd vastgehouden en/of
  • een stuk (duck)tape op de mond van die [slachtoffer] geplakt, terwijl die [slachtoffer] werd vastgehouden en/of
  • achter die [slachtoffer] gaan staan en/of (vervolgens) een sjaal, in ieder geval een voorwerp/iets voor de ogen van die [slachtoffer] geplaatst en/of gehouden, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped/ vastgebonden was en/of
  • die [slachtoffer] bij het lichaam vastgepakt en/of (vervolgens) heen en weer geschud, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped/vastgebonden was en/of
  • een deken over het lichaam van die [slachtoffer] gegooid/gedaan, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped/vastgebonden was,
terwijl bovengenoemde handelingen hebben plaatsgevonden in een tijdsbestek van
ongeveer twee uur.

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan hem onder
1. en 2 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De officier van justitie heeft zich daarbij gebaseerd op de verklaring van aangeefster, op de op de tape aangetroffen dactyloscopische sporen van verdachte en op het feit dat het op een stuk tape dat om het hoofd van aangeefster zat gevonden DNA matcht met het DNA van verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De verdediging heeft daarbij gewezen op de in het ter zitting overgelegde schriftelijk pleidooi omschreven gronden.
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank overweegt omtrent de bewezenverklaring als volgt
.
Aangeefster [slachtoffer] heeft bij de politie verklaard dat zij op 15 maart 2012 in de avond in haar woning aan de [adres] in[woonplaats 1] was. [2] Aangeefster hoorde de deurbel. Op het moment dat zij de deur opendeed kwam zij oog in oog te staan met een voor haar onbekende man (dader 1). [3] Dader 1 stapte direct haar woning binnen. De man duwde aangeefster met zijn beide handen naar achteren. Aangeefster voelde dat de man zijn rechterhand tegen haar mond plaatste en dat hij zijn linkerhand om haar middel deed en dat hij haar daardoor naar achteren duwde. Dader 1 zei “niet schreeuwen, niet schreeuwen, stil, stil”. Hij vroeg “is er nog iemand thuis?” Dader 1 duwde aangeefster achterwaarts de woonkamer in en hij duwde haar op de bank. Dader 1 duwde hard in haar gezicht. Hij bleef met kracht tegen haar mond duwen en zei “hou je stil, hou je stil, ik heb een pistool met een demper”. Aangeefster had gezien dat er nog iemand de woning binnen kwam lopen (dader 2). Dader 1 kwam naast aangeefster op de bank zitten en bleef haar mond dichtknijpen. Dader 2 tapte haar voeten vast met grijskleurig tape. Dader 2 heeft daarna haar handen en haar mond vastgetaped. Dader 1 hield haar stevig vast. [4]
Vervolgens kwam er een andere persoon achter aangeefster staan (dader 3). Dader 3 deed iets voor de ogen van aangeefster. Dader 3 hield de hele tijd een doek voor haar ogen, waardoor ze niets kon zien. Dader 2 vroeg vaak “waar is het geld, waar is het geld?”. Dader 3 zei “zeg het nou maar, want als ik het geld vind dan moet ik je pijn doen”. Aangeefster hoorde allemaal geluiden in haar woning. Er werd veel op de trap gelopen. Haar hele woning werd overhoop gehaald. Ze dacht ze beneden met minimaal drie man waren en dat er boven ook iemand was. [5]
Aangeefster verklaarde dat ze zolang op de bank had gezeten dat ze af en toe bijna weg viel voor haar gevoel. Het voelde als verlamd en dan begon dader 3 haar te schudden. Voordat dader 3 wegging zei hij tegen aangeefster “ik weet alles over jou, alles en als je de politie gaat bellen dan pak ik [naam]. Ik ken [naam]”. [naam] is de dochter van aangeefster.
Aangeefster verklaarde dat het alles bij elkaar ongeveer twee uur duurde. Vlak voordat de daders weggingen deed iemand een deken over haar heen. [6]
Bij de overval werden de goederen weggenomen, welke in de tenlastelegging staan vermeld. [7]
De Forensische Opsporing heeft sporenonderzoek in de woning verricht. Het slachtoffer bevond zich op dat moment nog in de woning. Zij was door de daders gekneveld geweest met behulp van grijskleurig zogenaamd duck tape. [8] Bij het sporenonderzoek werden de volgende sporen veiliggesteld:
- een stuk duck tape dat om het hoofd van het slachtoffer gewikkeld had gezeten (SIN nummer: AADZ0562NL) [9] ;
- een stuk duck tape afkomstig van het rechterbeen van het slachtoffer (SIN nummer: AADZ0563NL) [10] ;
- een grijze rol tape (SIN nummer: AADZ0570NL). Op 16 maart 2012 belde het slachtoffer met de mededeling dat zij deze rol had gevonden in het keukenkastje tijdens het opruimen en ze gaf aan deze rol tape nooit eerder gezien te hebben. Verbalisant zag dat de tape op de rol qua afmeting en structuur van de tape exact overeenkwam met de tape waarmee het slachtoffer was gekneveld. [11]
Bij onderzoek in het laboratorium op 4 april 2012 werden op de tape afgescheurde vingertopjes van plastic wegwerphandschoenen aangetroffen. Tevens werden op de tape vingersporen zichtbaar gemaakt. [12]
Op 16 april 2012 werd bericht ontvangen van de Dienst IPOL, afdeling dactyloscopie, dat op drie ingezonden sporen AAEN0714NL (handpalm), AAEN0716NL (handpalm) en AAEN0717NL (vinger), allen afkomstig van de grijze rol tape, veiliggesteld onder SIN nummer AADZ0570NL, een identificatie was verkregen op een persoon genaamd [verdachte], geboren op [geboortedatum]. [13] Volgens een uitdraai van de Strafrechtketendatabank is deze persoon genaamd[verdachte]. [14]
Verbalisant heeft gerelateerd dat gelet op het feit dat de vingerafdrukken op de buitenzijde van de rol tape werden aangetroffen, dus werden geplaatst nadat er enkele stroken tape vanaf werden gehaald om het slachtoffer te knevelen, deze vingerafdrukken zijn geplaatst tijdens het gepleegde misdrijf. [15]
Voorts bleek uit het dactyloscopisch onderzoek dat op het ingezonden spoor AAEN0718NL, afkomstig van het stuk tape dat om het rechterbeen van het slachtoffer zat, veiliggesteld onder SIN nummer AADZ0563NL, een identificatie was verkregen op een persoon genaamd [verdachte], geboren op [geboortedatum]. [16]
Op 29 mei 2012 werd door het Nederlands Forensische Instituut gerapporteerd dat er in de bemonstering van het spoor met nummer AAEP3931NL#02, een topje van een plastic handschoen, aangetroffen op het stuk tape dat om het hoofd van het slachtoffer gewikkeld had gezeten en was veiliggesteld onder SIN nummer AADZ0562NL [17] een match is gevonden met het DNA-profiel van[verdachte]. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [18]
De raadsman heeft ter zitting het verweer gevoerd dat het DNA-profiel een onvolledig profiel betreft en dat de aangetroffen match met het DNA van verdachte daarom met grote zorgvuldigheid benaderd moet worden. Omdat het een onvolledig DNA-profiel betreft bestaat de mogelijkheid dat de match niet afkomstig is van verdachte. De bewijswaarde van de aangetroffen match is daarom laag. Rekening houdend met de verwantschap kan het in het onvolledige DNA-profiel aangetroffen DNA ook aan de broer van verdachte toebehoren, aldus de raadsman.
De rechtbank leest in het rapport van 29 mei 2012 in de toelichting van het NFI dat de wetenschappelijke bewijswaarde van een DNA-databank match met een onvolledig DNA-profiel lager kan zijn vanwege een verminderde zeldzaamheid van het betreffende onvolledige DNA-profiel. Daar de gerapporteerde matchkans van het DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard gaat de rechtbank ervan uit dat in deze zaak, ondanks het feit dat sprake is van een onvolledig profiel, geen sprake is van een verminderde zeldzaamheid of verlaagde bewijswaarde van de match. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig ander persoon (zijnde niet verwant aan verdachte) matcht met dit onvolledige DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
Wat betreft het verweer dat het onvolledige DNA-profiel afkomstig zou kunnen zijn van de broer van verdachte, merkt de rechtbank op dat over deze mogelijkheid door het NFI niet is gerapporteerd. Daar het een onvolledig profiel betreft en het algemeen bekend is dat verwanten een hogere kans hebben om overeenkomsten te vertonen in hun DNA-profielen kan de rechtbank in zoverre meegaan met deze redenering dat er inderdaad sprake zou kunnen zijn van een verhoogde kans dat zowel DNA materiaal van verdachte als DNA materiaal van zijn broer een overeenkomst vertoont met dat deel van het DNA dat is aangetroffen in het onvolledige DNA-profiel.
Nu het NFI niet gevraagd is over deze kans te rapporteren en er op dit punt ook geen deskundige ter zitting is gehoord kan de rechtbank geen andere gevolgtrekking maken dan dat DNA-materiaal van de broer van de verdachte zou kunnen matchen met het onvolledige DNA-profiel.
De rechtbank is echter van oordeel dat het aantreffen van vingerafdrukken van verdachte op het stuk tape dat om het rechterbeen van het slachtoffer gewikkeld zat, alsmede het aantreffen van vingerafdrukken en afdrukken van de handpalm van verdachte op de rol grijze tape die in het keukenkastje van de woning werd gevonden in combinatie met het van de verdachte aangetroffen DNA op het stuk tape dat om het hoofd van het slachtoffer gewikkeld zat, voldoende wettig en overtuigend bewijs oplevert voor betrokkenheid van verdachte bij de aan hem tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft op basis van het dossier geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de stukken tape die op het hoofd en het rechterbeen van het slachtoffer zaten niet afkomstig waren van de rol grijze tape die in het keukenkastje werd aangetroffen. De rechtbank heeft daarbij gelet op de verklaring van het slachtoffer dat zij de rol tape niet herkende en deze rol niet eerder in haar huis had gelegen en op de constatering van de politie dat de vingerafdrukken die van verdachte blijken te zijn op de rol tape zijn gekomen, nadat er stukken tape waren afgescheurd.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij zich niet kan herinneren dat hij in de afgelopen maanden tape of plastic handschoenen had gebruikt bij een klus of iets dergelijks in Almere. De verdachte geeft geen verklaring voor het aantreffen van zijn vingerafdrukken en zijn DNA op de plaats van het delict, terwijl deze situatie naar het oordeel van de rechtbank wel degelijk om een verklaring vraagt.
Op grond van het voornoemde acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan hem onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.
De rechtbank komt aan de bespreking van het door de raadsman op grond van artikel 126nd van het Wetboek van Strafvordering gevoerde verweer niet toe nu de rechtbank de gegevens waar dit verweer op ziet niet van belang acht voor het bewijs.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op 15 maart 2012 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning gelegen aan[adres] heeft weggenomen
  • een ID-kaart (op naam staand van [slachtoffer]) en
  • een rijbewijs (op naam staand van [slachtoffer]) en
  • twee bankpassen (op naam staand van [slachtoffer]) en
  • twee notebooks (merk: HP) en
  • een laptop (merk: Acer) en
  • een (plasmascreen) televisie (merk: LG) en
  • twee mobiele telefoons (merk: Nokia) en
  • twee huistelefoons (merken: Panasonic en Profoon) en
  • een autosleutel en
  • twee fotocamera's (merken: Nexia en Sony),
toebehorende aan [slachtoffer] of een zus van die [slachtoffer], welke diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
  • via de voordeur van voornoemde woning de woning zijn binnengedrongen en
  • tegen de mond van die [slachtoffer] heeft geduwd/gedrukt en
  • die [slachtoffer] bij de middel heeft vastgepakt en
  • vervolgens die [slachtoffer] achterwaarts de woonkamer in heeft geduwd, terwijl er een hand tegen de mond werd geduwd/gedrukt gehouden en die [slachtoffer] bij de middel werd vastgehouden en
  • vervolgens die [slachtoffer] in het gezicht heeft geduwd, waardoor die [slachtoffer] op een bank terechtkwam en
  • naast die [slachtoffer] is/zijn gaan zitten en
  • de mond van die [slachtoffer] dicht heeft geknepen en
  • de voeten en polsen van die [slachtoffer] met stukken ducktape heeft vastgetaped, terwijl die [slachtoffer] werd vastgehouden en
  • een stuk ducktape op de mond van die [slachtoffer] heeft geplakt, terwijl die [slachtoffer] werd vastgehouden en
  • achter die [slachtoffer] is gaan staan en vervolgens een voorwerp voor de ogen van die [slachtoffer] heeft geplaatst en gehouden, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped was en
  • die [slachtoffer] bij het lichaam heeft vastgepakt en vervolgens heen en weer heeft geschud, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped was en
  • een deken over het lichaam van die [slachtoffer] heeft gedaan, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped was en
  • diverse vertrekken en verdiepingen van voornoemde woning heeft/hebben betreden en
  • daarbij die [slachtoffer] de volgende woorden heeft/hebben toegevoegd:
* Niet schreeuwen, niet schreeuwen, stil, stil." en
* "Is er nog iemand thuis?" en
* "Hou je stil, hou je stil, ik heb een pistool met een demper." en
* "Houd je ogen dicht." en
* "Waar is het geld, waar is het geld?" en
* "Zeg het nou maar, want als ik het geld vind, dan moet ik je pijn doen." en
* "Ik weet alles over jou, alles en als je de politie gaat bellen, dan pak ik [naam]. Ik ken [naam]."
2.
op 15 maart 2012 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers is/heeft (zijn/hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
  • de woning van die [slachtoffer] binnengedrongen en
  • tegen de mond van die [slachtoffer] geduwd/gedrukt en
  • die [slachtoffer] bij de middel vastgepakt en
  • vervolgens die [slachtoffer] achterwaarts de woonkamer ingeduwd, terwijl er een hand tegen de mond werd geduwd/gedrukt gehouden en die [slachtoffer] bij de middel werd vastgehouden en
  • vervolgens die [slachtoffer] in het gezicht geduwd, waardoor die [slachtoffer] op een bank terechtkwam en
  • naast die [slachtoffer] gaan zitten en
  • de mond van die [slachtoffer] dichtgeknepen en
  • de voeten en polsen van die [slachtoffer] met stukken ducktape vastgetaped, terwijl die [slachtoffer] werd vastgehouden en
  • een stuk ducktape op de mond van die [slachtoffer] geplakt, terwijl die [slachtoffer] werd vastgehouden en
  • achter die [slachtoffer] gaan staan en vervolgens een voorwerp voor de ogen van die [slachtoffer] geplaatst en gehouden, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped was en
  • die [slachtoffer] bij het lichaam vastgepakt en vervolgens heen en weer geschud, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped was en
  • een deken over het lichaam van die [slachtoffer] gegooid, terwijl die [slachtoffer] vastgetaped was,
terwijl bovengenoemde handelingen hebben plaatsgevonden in een tijdsbestek van
ongeveer twee uur.
Van het onder feit 1 en feit 2 meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.

6.KWALIFICATIE

Het bewezene levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 2:
Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.

7.STRAFBAARHEID

De feiten en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.

8.STRAFOPLEGGING

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt de door de officier van justitie gevorderde straf te hoog is. Rekening houdend met de richtlijnen die gelden voor dit soort strafbare feiten en met de recidiefvrije periode, voordat deze feiten werden gepleegd, dient een aanzienlijk lagere straf te worden opgelegd, aldus de raadsman.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft samen met twee anderen een woningoverval gepleegd, waarbij de bewoonster werd bedreigd en geweld tegen haar is gebruikt. De overval heeft twee uur lang geduurd. Gedurende de overval werd er een hand tegen de mond van het slachtoffer gedrukt, werd zij op de bank geduwd en werden haar handen, voeten en mond vastgetaped. Het slachtoffer werd daarbij voortdurend vastgehouden door één van de overvallers, terwijl zij niets kon zien, omdat er een voorwerp voor haar ogen werd gehouden. Uiteindelijk zijn de overvallers met meerdere spullen vertrokken. Het behoeft geen uitleg dat het ondergaan van een dergelijke overval in haar eigen woning zeer traumatiserend voor het slachtoffer moet zijn geweest. Dit volgt ook uit het schadeonderbouwingsformulier, waarin het slachtoffer omschrijft hoe bang zij was ten tijde van de overval en de gevolgen die de overval nadien voor haar heeft gehad. Verdachte heeft hier kennelijk niet bij stil gestaan en zijn eigen (financiële) gewin vooropgesteld. Verdachte heeft met zijn handelen eraan bijgedragen dat in de samenleving bestaande gevoelens van onveiligheid en onrust worden versterkt. Het plegen van woningovervallen komt steeds vaker voor en hiertegen dient streng opgetreden te worden. Bij het bepalen van de strafmaat neemt de rechtbank dan ook in overweging dat de op te leggen straf mede ter afschrikking en als signaal naar de samenleving dient om aan te geven dat dergelijke feiten als zeer ernstig gekwalificeerd worden en te allen tijde afgekeurd moeten worden.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte d.d. 4 juni 2013 volgt dat verdachte in 2008 is veroordeeld voor het medeplegen van een poging tot afpersing, meermalen gepleegd.
Uit de Triple-rapportage d.d. 1 mei 2013, bij het opstellen waarvan forensisch milieuonderzoeker L. van der Wielen, psycholoog drs. A.J. Klumpenaar en psychiater J.M.J.F. Offermans betrokken zijn geweest, volgt dat bij verdachte geen sprake is van een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Verdachte kan aldus volgens de deskundigen als volledig toerekeningsvatbaar worden beschouwd.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de door verdachte gepleegde feiten een forse onvoorwaardelijke straf in de vorm van een gevangenisstraf rechtvaardigt. Volgens de richtlijnen van het LOVS is een gevangenisstraf van drie jaar voor een woningoverval een passende straf. Rekening houdend met de strafverzwarende omstandigheden in de onderhavige zaak die erin bestaan dat verdachte de woningoverval met meerdere mededaders heeft gepleegd, er geweld is gebruikt bij de woningoverval en deze overval twee uur lang heeft geduurd, acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaar passend en geboden. De rechtbank ziet in het feit dat verdachte na zijn veroordeling in 2008 niet met justitie in aanraking is geweest geen aanleiding om deze straf te matigen.
De rechtbank zal verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar opleggen met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten.

10.DE BENADEELDE PARTIJ

Voor aanvang van de terechtzitting heeft [slachtoffer] zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De hoogte van die schade wordt door de benadeelde partij begroot op een bedrag van € 3.663,21, waarvan € 1.163,21 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de door de benadeelde partij ingediende vordering tot schadevergoeding, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de door de benadeelde partij ingediende vordering niet eenvoudig te beoordelen is en daarom niet-ontvankelijk dient te worden verklaard dan wel dient te worden afgewezen.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij
[slachtoffer] rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten. De hoogte van die schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 3.663,21, vermeerderd met de kosten die – tot op heden – worden begroot op nihil, alsmede vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van het ontstaan van de schade tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank zal de vordering dan ook tot dit bedrag toewijzen.
De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
Als extra waarborg voor betaling aan de benadeelde partij zal de rechtbank overeenkomstig artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom ten behoeve van de benadeelde partij.

12.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 47, 57, 282, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat onder feit 1 en feit 2 meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar en kwalificeert deze feiten zoals hierboven onder 6 is omschreven;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 jaar;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te[woonplaats 1], van een bedrag van € 3.663,21 (zegge: zesendertighonderddrieenzestig euro en eenentwintig eurocent), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededaders betalen, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 15 maart 2012, tot die van de voldoening;
- veroordeelt de verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 3.663,21 ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 46 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte en/of zijn mededaders (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte en/of zijn mededaders (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, mrs. A. van Holten en
M. Ferschtman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.F. van Dam, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 juni 2013.
Mr. Ferschtman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer 2012018683, doorgenummerd blz. 1 tot en met 177
2.Proces-verbaal van aangifte, blz. 11
3.Proces-verbaal van aangifte, blz. 12
4.Proces-verbaal van aangifte, blz. 13
5.Proces-verbaal van aangifte, blz. 14
6.Proces-verbaal van aangifte, blz. 15
7.Proces-verbaal van aangifte, blz. 15 onderaan en blz. 16 bovenaan en goederenbijlage, blz. 19 en
8.Proces-verbaal Forensische Opsporing, blz. 73
9.Proces-verbaal Forensische Opsporing, blz. 73
10.Proces-verbaal Forensische Opsporing, blz. 73
11.Proces-verbaal Forensische Opsporing, blz. 74 en foto’s blz. 85
12.Proces-verbaal Forensische Opsporing, blz. 74 en blz. 75
13.Proces-verbaal Forensische Opsporing, blz. 74 + proces-verbaal van bevindingen, blz. 87 + rapporten dactyloscopisch onderzoek, blz. 98-99, blz. 100-101 en blz. 102-103
14.Proces-verbaal Forensische Opsporing, blz. 74
15.Proces-verbaal Forensische Opsporing, blz. 75
16.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 87 + rapport dactyloscopisch onderzoek, blz. 104-105
17.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 87
18.Proces-verbaal Forensische Opsporing, blz. 75 + Rapport NFI d.d. 29 mei 2012 met als bijlage DNA profielcluster 20541, blz. 107 tot en met 111