Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
‘dat Tiscali aansprakelijk is voor de schade van [verzoeker] bestaande uit de belasting die geheven zal worden door de bevoegde belastingsautoriteit over de gecumuleerde rente over het restant in escrow.’
‘(n)aar het oordeel van de rechtbank (-) de reële kans aanwezig(is)
dat het voor [verzoeker] mogelijk was om het door hem opgebouwde rentebedrag vóór 6 april 2008 belastingvrij in te voeren.’Daarop heeft de rechter in r.o. 4.21 van het tussenvonnis overwogen:
‘Wel is de rechtbank vooralsnog van oordeel dat voor een definitieve positieve beantwoording van de vraag of het naar Engels fiscaal recht mogelijk was om vóór 6 april 2008 de tot 6 april 2007 opgebouwde rente belastingvrij in te voeren in Engeland, noodzakelijk is om vragen te stellen aan het Internationaal Juridisch Instituut te Den Haag.’Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de vragen, die de rechter voornemens is aan dit instituut te stellen.
3.Het verzoek en het verweer
definitieve positieve’beantwoording noodzakelijk is om aan het instituut vragen te stellen, heeft de rechter al een voorschot genomen op de beantwoording van één van de meest cruciale geschilpunten, en de facto reeds zijn eindoordeel over het ‘eigen schuld’-verweer van Tiscali gegeven. Kennelijk is de rechter van oordeel dat er maar één uitkomst mogelijk is, en wel deze dat de onder 4.43 sub 1 van het vonnis voorgestelde vraag bevestigend moet worden beantwoord. Dit is onbegrijpelijk en hierdoor is de schijn gewekt dat de rechter bevooroordeeld is. Door de overweging 4.21 wordt de vraagstelling aan het instituut zodanig gekleurd, en de beantwoording ervan gestuurd, dat een voor [verzoeker] gunstige beantwoording op voorhand is uitgesloten. Een en ander had de rechter ertoe moeten brengen zich in afwachting van het op te dragen onderzoek in r.o. 4.21 van het vonnis in neutrale bewoordingen uit te laten. Nu het hier gaat om een ingewikkelde vraag naar Engels fiscaal recht had de rechter zich van een voorlopig oordeel moeten onthouden.
4.De beoordeling
‘positieve’te hebben bedoeld dat de door Tiscali bepleite beantwoording ook de wat hem betreft gewenste was. Het gebruikte woord
‘definitieve’dient te worden begrepen in samenhang met het in de voorgaande overweging (4.20) van het tussenvonnis gegeven voorlopige oordeel. Met het gebruik van het woord ‘definitieve’ moet de rechter geacht worden tot uitdrukking te hebben willen brengen dat de overgelegde fiscale adviezen van Bird & Bird en[naam] er weliswaar op wijzen dat het voor [verzoeker] mogelijk is geweest om de rente vóór 6 april 2008 belastingvrij in te voeren, maar dat daarover thans nog onvoldoende duidelijkheid bestaat en het daarom noodzakelijk is om het genoemde instituut in te schakelen.