ECLI:NL:RBMNE:2013:2690

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 juli 2013
Publicatiedatum
10 juli 2013
Zaaknummer
16-700900-12; 16-659240-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarige jongens en recidive

Op 10 juli 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een reeks ontuchtige handelingen met minderjarige jongens. De zaak omvatte twee parketnummers: 16/700900-12 en 16/659240-13. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 juni 2012 heeft geprobeerd om verschillende jongens, waarvan hij wist of moest vermoeden dat zij nog geen 18 jaar waren, te verleiden tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen. Dit gebeurde onder andere door het aanbieden van softdrugs en het creëren van een vertrouwensband. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte in eerdere periodes, van 2002 tot 2006, ontuchtige handelingen heeft gepleegd met andere minderjarigen, waarbij hij misbruik maakte van zijn positie en het aanzienlijke leeftijdsverschil. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en terbeschikkingstelling met dwangverpleging, gezien de ernst van de feiten en het recidiverisico. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als geloofwaardig en consistent beoordeeld, en heeft geconcludeerd dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht en de kwetsbaarheid van de slachtoffers. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummers: 16/700900-12; 16/659240-13 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 10 juli 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum 1] te[geboorteplaats]
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland
gedetineerd in de PI Amsterdam, HvB Demersluis, Amsterdam.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 13 maart 2013 en 26 juni 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsvrouw mr. M.L. Plas, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd.
De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 16/700900-12
feit 1
A: in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 juni 2012 heeft geprobeerd
[slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], waarvan verdachte wist of moest vermoeden dat zij nog geen 18 jaar waren, te verleiden tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen;
B: in de periode van 1 januari 2011 tot en met 1 april 2011 heeft geprobeerd ontuchtige handelingen te plegen met [slachtoffer 1], terwijl hij nog geen 16 jaar was;
feit 3:in de periode van 14 februari 2006 tot en met 13 februari 2007 (
primair)
[slachtoffer 5] heeft aangerand of (
subsidiair) ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 5] heeft gepleegd, terwijl die [slachtoffer 5] nog geen 16 jaar was;
feit 4:in de periode van 14 februari 2007 tot en met 13 februari 2008 (
primair)
[slachtoffer 5] heeft aangerand of (
subsidiair) die [slachtoffer 5], waarvan verdachte wist of moest vermoeden dat hij nog geen 18 jaar was, heeft verleid tot het dulden van ontuchtige handelingen;
parketnummer 16/659240-13
feit 1:in de periode van 26 juni 2002 tot en met 25 juni 2006
A:[slachtoffer 6]heeft aangerand
en/of
B:ontucht heeft gepleegd met de minderjarige[slachtoffer 6], die aan zijn zorg was toevertrouwd;
en/of
C:ontuchtige handelingen heeft gepleegd bij die[slachtoffer 6], terwijl die[slachtoffer 6] nog geen 16 jaar was;
feit 2:in de periode van 24 juni 2002 tot en met 23 juni 2006
A:[… 1] heeft aangerand;
en/of
B:ontucht heeft gepleegd met de minderjarige [… 1], die aan zijn zorg was toevertrouwd;
en/of
C primair(24 juni2002 tot 23 juni 2006) :die [… 1], waarvan verdachte wist of moest vermoeden dat hij nog geen 18 jaar was, heeft verleid tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen;
Subsidiair(24 juni 2002 tot 23 juni 2004):ontuchtige handelingen heeft gepleegd bij die [… 1], terwijl die [… 1] nog geen 16 jaar was;
feit 3:in de periode van 2 maart 2010 tot en met 12 juni 2012 hennep aan [slachtoffer 1], [… 2], [… 3], [slachtoffer 4], [slachtoffer 2] en [… 4] verstrekt.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de (primair) ten laste gelegde feiten heeft begaan. De officier van justitie baseert dit op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen en hetgeen verdachte ter terechtzitting heeft verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen en heeft vrijspraak bepleit.
Kort gezegd zijn er kanttekeningen geplaatst bij de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangevers en zijn er bewijsverweren gevoerd. Niet bewezen kan worden dat aangevers ten tijde van de gepleegde handelingen, voor zover die zijn komen vast te staan, de leeftijd hadden zoals ten laste is gelegd. Tevens ontbreekt het opzet van verdachte op de ten laste gelegde feiten, aldus de verdediging.
4.3
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen uit van de volgende feiten en omstandigheden. [1]
Parketnummer 16/700900-12
Feit 1 A en B
Verdachte is geboren op [geboortedatum 1].
Verdachte wist dat[slachtoffer 2] een kwetsbare jongen was.
[slachtoffer 2] heeft aan verdachte gevraagd of hij bij verdachte mocht overnachten.
Verdachte heeft [slachtoffer 1] naar een feestje gebracht.
Verdachte heeft een massageapparaat op de kleding van [slachtoffer 1] uitgeprobeerd.
Verdachte nam wel eens te blowen mee voor de jongens. Hij heeft voor anderen wiet meegenomen omdat hij voor zichzelf ging halen. [2]
[slachtoffer 1] is geboren op [geboortedatum 2].
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij 13 jaar was toen hij met verdachte in contact kwam in Vianen. Als hij daar was draaide verdachte joints en gaf die door. In twee uur tijd rookte [slachtoffer 1] drie of vier jointjes. Er werd wiet uitgedeeld en ze gingen allemaal roken.
[slachtoffer 3], [slachtoffer 2] en [… 3] waren er ook
Er stonden bij verdachte altijd pornofilms op. Dit waren films die verdachte zelf op DVD had of die op de televisie waren.
Verdachte heeft tegen [slachtoffer 1] gezegd: “ik vind pijpen lekker”.
[slachtoffer 1] heeft zich begin 2011 door verdachte laten masseren. Verdachte heeft zijn rug en nek gemasseerd. [slachtoffer 1] zat op de bank en verdachte stond achter de bank toen hij [slachtoffer 1] ging masseren. Verdachte kwam vervolgens naast [slachtoffer 1] zitten en vroeg of [slachtoffer 1] wilde gaan liggen. Verdachte trok het shirt van [slachtoffer 1] iets omhoog. Verdachte masseerde met zijn handen en een blauw massageapparaat. Verdachte ging op een gegeven moment met zijn handen van achteren naar voren ter hoogte van de rand van zijn onderbroek. [slachtoffer 1] dacht dat verdachte met zijn hand in zijn broek wilde gaan. [slachtoffer 1] heeft op dat moment tegen verdachte gezegd dat het wel goed was zo. [slachtoffer 1] had geblowd en hij was stoned.
[slachtoffer 1] kon geen “nee” zeggen omdat hij bang was om verdachte teleur te stellen.
[slachtoffer 1] had aan verdachte verteld dat hij zich klote voelde omdat zijn moeder borstkanker had en dat zij daarvoor chemokuren kreeg en operaties moest ondergaan.
[slachtoffer 1] heeft voor ongeveer € 30,00 of € 50,00 aan wiet van verdachte gekregen en twee keer heeft hij wiet van hem gekocht. [3]
[slachtoffer 1] heeft 3 a 4 keer in de bus van[verdachte] gezeten.
[slachtoffer 1] heeft in de nacht van 3 op 4 maart 2012 bij verdachte in de auto gezeten waar door hen een joint is gerookt die [slachtoffer 1] van verdachte had gekocht. Verdachte en [slachtoffer 1] zijn naar Kockengen gereden waar [slachtoffer 1] nog een joint van verdachte heeft gekregen. In de woning in Kockengen (de verblijfplaats van verdachte op dat moment), heeft verdachte tegen [slachtoffer 1] gezegd: “Hee [voornaam 1], als je me pijpt, kan je extra wiet krijgen.” [slachtoffer 1] dacht toen: “dit gaat niet goed, ik moet daar weg”. [slachtoffer 1] voelde zich toen niet prettig.
[slachtoffer 1] heeft vervolgens aan verdachte gevraagd om hem terug te brengen naar het feestje, waarna verbalisant [verbalisant] hen die nacht heeft aangehouden.
Verdachte heeft tegen verdachte gezegd: “He [voornaam 1] als je een keer iets anders wil dan geld betalen. Ik vind pijpen heel erg lekker. Dan geef ik je gratis wiet of zo.” [4]
Verbalisant [verbalisant] heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] in de nacht van 3 op 4 maart 2012 bij verdachte in de auto heeft aangetroffen. [slachtoffer 1] was toen 14 jaar. [5]
[slachtoffer 2] is geboren op [geboortedatum 3].
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij wel eens mee reed in de bus van verdachte.
Als [slachtoffer 2] met een paar jongens in de woning van verdachte in Vianen was, zette een van de jongens of verdachte porno op op de computer.
[slachtoffer 2] heeft wel een trekje van een joint van verdachte gehad.
Verdachte heeft aan [slachtoffer 2] gevraagd: “Wil je even pijpen?”. [slachtoffer 2] dacht dat als hij “ja”zou zeggen verdachte het wel zou doen.
[slachtoffer 2] was toen minderjarig. Verdachte heeft hem een joint aangeboden.
[slachtoffer 2] heeft twee keer bij verdachte geslapen. Dit was in 2011 in Vianen en in 2012 in Kockengen. Dit was nadat [slachtoffer 2] uit huis gezet was door zijn ouders, omdat het slecht ging thuis. [6]
[slachtoffer 3] is geboren op [geboortedatum 4].
[slachtoffer 3] kent verdachte sinds zijn twaalfde. Hij is toen met een vriend bij verdachte naar binnen gegaan in diens woning in Vianen. Hij kwam daar regelmatig.
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat verdachte hem in Vianen heeft gevraagd: “Wil je me pijpen?”. [slachtoffer 3] blowde in die tijd heel veel. [7]
Verdachte heeft aan [slachtoffer 3] [8] een sms-bericht gestuurd met de volgende inhoud:
“(…) Je moet mij wel met alles vertrouwen kerel. Ik weet niet of je het door hebt, maar ……..ik geef eigenlijk best wel veel om jou!!!!!!!Vraag niet waarom, maar je prikkeld mij en mijn hart gaat 10x sneller. (…)” [slachtoffer 3] was op dat moment 15 jaar. [9]
Verdachte heeft aan [slachtoffer 3] verteld dat hij verliefd op [slachtoffer 3] was. [10]
[slachtoffer 3] durfde de straat niet meer op na een vechtpartij en zocht toen zijn toevlucht bij verdachte. [11]
[slachtoffer 4] is geboren op [geboortedatum 5].
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat hij veel heeft geblowd bij verdachte thuis in Vianen en dat verdachte ook wiet uitdeelde.
Verdachte heeft iets over pijpen tegen hem gezegd. [slachtoffer 4] is toen boos geworden op verdachte waarna hij is weggegaan. [slachtoffer 4] betaalde verdachte ongeveer € 10,00 voor een zakje wiet.
Verdachte heeft tegen [slachtoffer 4] gezegd: “Ik wil je wel pijpen voor € 10,00”. [12] [slachtoffer 4] had op dat moment problemen thuis. [13]
Feiten 3 en 4 primair
Verdachte heeft verklaard dat de seksuele handelingen met [slachtoffer 5] zoals vermeld op de tenlastelegging hebben plaatsgevonden. [14]
[slachtoffer 5] is geboren op [geboortedatum 6].
[slachtoffer 5] heeft verklaard dat hij bij verdachte in Den Haag is ingetrokken nadat hij van huis was weggelopen.
Zijn moeder heeft hem toen uitgeschreven uit de gemeentelijke basisadministratie. Dit was in augustus 2006. [15]
Toen [voornaam 2]15 was kwam hij op een keer niet naar huis terug. Dat was een verrassing voor zijn moeder. Toen ze naar het restaurant ging waar [voornaam 2]werkte hoorde ze dat [voornaam 2]door verdachte was gemanipuleerd om daar te gaan wonen. Ze heeft [voornaam 2]naar huis gehaald, maar kort daarop is [voornaam 2]toch weer naar verdachte gegaan. Daarna is verdachte met [voornaam 2]naar De Bilt verhuisd, zonder haar toestemming. [16]
Verdachte bood [voornaam 2]aan om hem in huis te nemen. Verdachte praatte toen regelmatig op [slachtoffer 5] in om seksuele handelingen bij hem te verrichten. Verdachte zei dan dat het niet zo erg was en dat het goed voelde en dat [slachtoffer 5] er geen spijt van zou krijgen. Verdachte zei dat een man het beter kon doen. Verdachte zette pornofilms op waarna hij zei: “zal ik je anders effe een keertje lekker pijpen.”
[slachtoffer 5] was 15 jaar toen verdachte in Den Haag seksuele handelingen bij hem verrichtte. [slachtoffer 5] heeft meerdere malen aangegeven dat hij de seksuele handelingen niet wilde. Verdachte had [slachtoffer 5] voor de keuze gesteld: of hij zou seksuele handelingen verrichten of verdachte zou bellen met het/een kamertrainingscentrum. [17]
[slachtoffer 5] herinnert zich nog goed dat hij nog geen 16 jaar was omdat hij zijn 16e verjaardag nog niet gevierd had (die hij zich goed herinnert omdat hij toen een scooter kreeg). Verdachte heeft tegen hem gezegd dat als hij verdachte niet zou helpen, hij hem dan ook niet kon helpen en dat hij dan zou bellen dat [slachtoffer 5] in een kamertraining zou komen.
Een voorval vond plaats toen [slachtoffer 5], die nog geen 16 jaar was, na 24:00 uur (half) lag te slapen op de bank. Verdachte heeft toen de broek en de onderbroek van [slachtoffer 5] naar beneden gedaan, waarna verdachte de lul van [slachtoffer 5] in zijn mond nam en hem ging pijpen. Terwijl verdachte [slachtoffer 5] aan het pijpen was, trok verdachte zichzelf af.
[slachtoffer 5] heeft er niets van gezegd omdat hij niet naar een kamertraining wilde. Hij was toen nog jong en niet stabiel. [18]
Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 5] in De Bilt heeft gepijpt. [19]
[slachtoffer 5] heeft verklaard dat de tweede keer in De Bilt gebeurde na zijn 16e verjaardag. [slachtoffer 5] was naar een feestje geweest en hij was dronken. Verdachte zat naast hem op de bank en streelde over zijn schouder en rug. Verdachte deed de spijkerbroek van [slachtoffer 5] open en schoof zijn onderbroek aan de kant waarna verdachte hem pijpte. Verdachte pakte [slachtoffer 5] daarbij bij zijn schouders. Ondertussen trok verdachte zichzelf af. [20]
Vanaf 30 augustus 2007 is De Raad voor de Kinderbescherming betrokken bij [slachtoffer 5]; op 13 september 2007 is een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging uithuisplaatsing uitgesproken. [21]
Parketnummer 16/659240-13
Feit 1 A, B, en C[slachtoffer 6]
is geboren op [geboortedatum 7].
[slachtoffer 6] heeft verklaard dat hij in Nieuwegein voor het eerst softdrugs kreeg bij verdachte.[slachtoffer 6] was toen 13 of 14 jaar.[slachtoffer 6] herinnert zich dit omdat hij al rookte en hij daarmee is begonnen na zijn eerste schooljaar.[slachtoffer 6]
werd in Nieuwegein door verdachte naar de badkamer geroepen alwaar verdachte aan[slachtoffer 6] vroeg of hij hem zijn geslachtsdeel wilde laten zien. Verdachte heeft aan[slachtoffer 6] gevraagd of hij hem in zijn mond mocht nemen. Binnen een paar seconden had verdachte hem in zijn handen en weer een paar seconden later had verdachte hem in zijn mond. Verdachte is[slachtoffer 6] toen gaan pijpen.[slachtoffer 6]
had tussen de vijf en tien hijsen gehad van een jont. Verdachte kon zien dat hij gerookt had.
[slachtoffer 6] was al de keren dat verdachte bij hem seksuele handelingen heeft verricht onder invloed van softdrugs.
In die periode bleef[slachtoffer 6] bijna elk weekend bij verdachte slapen. De moeder van[slachtoffer 6] wist dat[slachtoffer 6] bij verdachte bleef en zij vertrouwde verdachte volledig.
[slachtoffer 5] en [… 1] waren er ook vaak bij.
Toen verdachte in Den Haag woonde, gingen ze op de bank zitten en rookten. Het was vervolgens het idee van verdachte om een pornofilm op te zetten. Verdachte zette de aanwezigen dan aan om te masturberen. Hierbij was ook [… 1] aanwezig.[slachtoffer 6]
heeft verklaard dat hij heeft gezien dat verdachte seksuele dingen heeft gedaan bij
[… 1]. Dat was een keer in Utrecht. Verdachte vroeg of hij erbij kwam en heeft toen de een afgetrokken en de ander gepijpt.
Verdachte liep vervolgens langs en zei dan: “Mag ik je even pijpen?“
Het is een aantal keren gebeurd dat[slachtoffer 6] het geslachtsdeel van verdachte heeft beetgehad en dat hij hem heeft gemasturbeerd. Dit is een aantal keer gebeurd terwijl verdachte[slachtoffer 6] dan pijpte.
Af en toe zei verdachte: “Kom jij anders vanavond bij mij in bed slapen?” Dan wist[slachtoffer 6] al wat er ging gebeuren: verdachte ging hem aftrekken en pijpen. Verdachte gaf hem het gevoel dat het normaal was en dat het goed was.[slachtoffer 6] was bang dat verdachte anders naar hem zou kijken als hij niet deed wat verdachte wilde. Het stopte toen[slachtoffer 6] 15 of 16 jaar was.[slachtoffer 6] heeft geen vader gehad en verdachte was een soort vaderfiguur voor hem.[slachtoffer 6] [22]
[slachtoffer 6] is voor het eerst bij verdachte gaan logeren toen hij in de tweede klas van de middelbare school zat. [23]
[slachtoffer 5] heeft verklaard dat hij heeft gezien dat hetzelfde is gebeurd bij [… 1] en[slachtoffer 6]. [24]
Feit 2 A, B en C primair
Verdachte heeft verklaard dat de seksuele handelingen, genoemd op de dagvaarding ten aanzien van [… 1] hebben plaatsgevonden. [… 1] was dagelijks bij hem en hij bleef geregeld bij verdachte slapen. Verdachte haalde wel eens blowtjes voor [… 1]. [25]
[… 1] is geboren op [geboortedatum 8]. [26]
[… 1] heeft verklaard dat hij 14 jaar oud was toen het fysieke contact met verdachte begon. Hij zat toen in de tweede klas van de middelbare school. Als [… 1] bij verdachte in Vianen bleef slapen was[slachtoffer 6] er ook altijd. Verdachte begon met aanrakingen en het eindigde met aftrekken.
Er hebben ook seksuele handelingen plaatsgevonden in Den Haag en in Utrecht.
Verdachte haalde ook wiet voor hen. Als er seksuele handelingen gebeurden, dan had [… 1] geblowd en verdachte was hiervan op de hoogte. In een weekend gingen er wel 15 joints doorheen. [… 1] was de hele dag aan het blowen eigenlijk.
In Den Haag heeft verdachte [… 1] drie of vier keer gepijpt en Nieuwegein is het vaker gebeurd. De reden dat [… 1] zich niet verzette is dat hij bang was voor verdachte.
In de beginperiode verbleef [… 1] met toestemming van zijn moeder bij verdachte. [27]
[… 1] was vaak alleen thuis, zijn moeder werkte veel en daarom kwam hij graag bij verdachte.
[… 1] voelde eigenlijk niets, een soort zwart gat. Het gebeurde gewoon. Er was geen emotie of een lichamelijk gevoel bij. Het was een soort onrealistische ervaring, alsof hij er niet bij was.
Verdachte heeft hem en[slachtoffer 6] afgetrokken en gepijpt.
Het seksuele contact stopte voordat [… 1] 16 jaar werd. [… 1] herinnert zich dat nog goed omdat hij nog geen scooter had toen het stopte. [28]
Verdachte woonde tot 27 oktober 2004 in Nieuwegein en in 2006 woonde hij in Den Haag. [29]
Bewijsoverwegingen
De verklaringen van de aangevers/getuigen
De rechtbank neemt in haar bewijsoverwegingen bovenvermelde verklaringen van de aangevers/getuigen als uitgangspunt. Zij is van oordeel dat deze geloofwaardig zijn zowel wat betreft de door verdachte verrichte handelingen als de periode waarin deze hebben plaatsgevonden. De verklaringen geven een gedetailleerde weergave van hetgeen verdachte bij hen heeft verricht. Verder zijn de verklaringen consistent, niet alleen afzonderlijk maar ook in onderlinge samenhang bezien. De verklaringen ondersteunen elkaar. De handelingen die verdachte bij de aangevers/getuigen heeft verricht zijn op essentiële punten gelijk aan elkaar. Ten slotte heeft de verklaring van verdachte de verklaringen van de aangevers/getuigen zelf voor een groot deel ondersteund.
Hij heeft verklaard over gelijke (seksuele) handelingen die hebben plaatsgevonden als waarover de aangevers/getuigen hebben verklaard. Weliswaar betwist de verdachte (deels) de periode waarin die handelingen hebben plaatsgevonden, maar de rechtbank acht op grond van de hiervoor weergegeven verklaringen van de jongens in onderling verband en samenhang beschouwd aannemelijk dat de feiten ook, en juist, plaatsvonden vóór de jongen 16 jaar waren.
Parketnummer 16/700900-12
Feit 1 onder A
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in voornoemde bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 onder A en B ten laste gelegde.
Nu [slachtoffer 1] op [geboortedatum 2] is geboren, was hij in de ten laste gelegde periode nog geen 16 jaar. Met verdachte - die in de ten laste gelegde periode tussen de 49 en 51 jaar oud was - gold een groot leeftijdsverschil. Ook ten aanzien van [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] was dit het geval. Er gold een leeftijdsverschil van ruim 35 jaar. Geen van de jongens had de leeftijd van 18 jaar nog bereikt. En verdachte wist dat.
Dit aanzienlijke leeftijdsverschil is reeds voldoende om aan te nemen dat verdachte misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiende overwicht. In het onderhavige geval is ook nog sprake van – deels – kwetsbare jongens die onder invloed waren van softdrugs. Door middel van het beschikbaar stellen van de softdrugs heeft verdachte geprobeerd de jongens te brengen tot de seksuele handelingen.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte, het pijpen en aftrekken, zonder meer als ontuchtig kunnen worden aangemerkt zodat sprake is van ontuchtige handelingen in de zin van artikel 248a Sr.
Feit 1 onder B
Zoals hiervoor is overwogen, was [slachtoffer 1] ten tijde van het ten laste gelegde nog geen
1. jaar.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte zonder meer als ontuchtig (handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm) kunnen worden aangemerkt als deze zouden zijn voortgezet door verdachte. Er is dan ook sprake van een poging tot het plegen van ontuchtige handelingen in de zin van artikel 247 Sr.
Dat louter sprake was van een demonstratie van een massageapparaatje wordt weerlegd door de – betrouwbare – verklaring van [slachtoffer 1].
Parketnummer 16/700900-12
Feiten 3 en 4 primair
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in voornoemde bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feiten 3 en 4 primair ten laste gelegde.
[slachtoffer 5] heeft verklaard dat hij 15 respectievelijk 16 jaar was op het moment dat de ten laste gelegde handelingen plaatsvonden. Nu [slachtoffer 5] op [geboortedatum 6] is geboren, was hij in de ten laste gelegde periode 15 respectievelijk 16 jaar oud.
Als ijkpunt voor zijn leeftijd noemt [slachtoffer 5] het feit dat hij zijn 16e verjaardag ten tijde van de eerste seksuele handelingen door verdachte nog niet had gevierd. [slachtoffer 5] kreeg op zijn 16e verjaardag een scooter en die had hij toen nog niet gehad, aldus [slachtoffer 5]. De rechtbank gaat uit van de juistheid van deze verklaring omdat het zeer aannemelijk is dat een gemiddelde jongen van 16 jaar zich het krijgen van een scooter nog herinnert en dat het voorval met verdachte op deze manier kan worden geijkt.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte, het pijpen en aftrekken, zonder meer als ontuchtig kunnen worden aangemerkt zodat sprake is van ontuchtige handelingen in de zin van artikel 246 Sr.
Parketnummer 16/659240-13
Feit 1 A, B en C
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in voornoemde bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 onder A, B en C ten laste gelegde.[slachtoffer 6]
heeft verklaard dat hij 13 of 14 jaar was op het moment dat verdachte de handelingen zoals in de tenlastelegging omschreven bij hem heeft verricht. Nu[slachtoffer 6] is geboren op [geboortedatum 7], had hij deze leeftijd in de ten laste gelegde periode en had hij de leeftijd van 16 jaar nog niet bereikt.
Als ijkpunt voor zijn leeftijd toen het startte noemt[slachtoffer 6] het feit dat hij toen rookte en dat hij dat is gaan doen na zijn eerste jaar op de middelbare school en dat de seksuele handelingen in het tweede jaar van de middelbare school hebben plaatsgevonden. Gemiddeld zijn jongeren in de tweede klas van de middelbare school 13 of 14 jaar. De rechtbank acht het aannemelijk dat[slachtoffer 6] dit moment zich goed kan herinneren en zo de handelingen met verdachte in de tijd kan verankeren. De rechtbank gaat bij haar beoordeling dan ook uit van de juistheid van de verklaring van[slachtoffer 6].
Ook ten aanzien van dit feit acht de rechtbank bewezen dat verdachte misbruik heeft gemaakt van de uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, bestaande uit het aanzienlijke leeftijdsverschil met[slachtoffer 6] (ongeveer 30 jaar), het onder invloed van softdrugs verkeren, het overnachten in de woning van verdachte, het vertonen van pornofilms en seksueel getinte opmerkingen maken. Door middel van deze feitelijkheden heeft verdachte[slachtoffer 6] gedwongen tot het ondergaan en zelf plegen van seksuele handelingen. Verdachte heeft[slachtoffer 6] zijn keuzevrijheid hiermee ontnomen.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte, het pijpen en aftrekken, zonder meer als ontuchtig kunnen worden aangemerkt zodat sprake is van ontuchtige handelingen in de zin van artikel 246 Sr.
De moeder van[slachtoffer 6] vertrouwde verdachte volledig en was op de hoogte van het regelmatige verblijf van[slachtoffer 6] bij verdachte. Onder deze omstandigheden was[slachtoffer 6] aan de zorg en waakzaamheid van verdachte toevertrouwd in de zin van artikel 249 Sr.
Feit 2 A, B en C primair
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in voornoemde bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 onder A, B en C ten laste gelegde.
[… 1] heeft verklaard dat hij 14 en 15 jaar was op het moment dat verdachte de handelingen zoals in de tenlastelegging omschreven bij hem heeft verricht. Nu [… 1] is geboren op [geboortedatum 8], had hij deze leeftijd in de ten laste gelegde periode en had hij de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt.
Als ijkpunt voor zijn leeftijd noemt [… 1] het feit dat de seksuele handelingen door verdachte stopten voordat hij 16 jaar werd.[… 1] herinnert dit zich nog goed omdat hij nog geen scooter had toen het stopte. Net als bij de overweging ten aanzien [slachtoffer 5] gaat de rechtbank uit van de juistheid van deze verklaring omdat het zeer aannemelijk is dat een gemiddelde jongen van 16 jaar zich het hebben van een scooter nog herinnert en dat de handelingen met verdachte op deze manier kunnen worden geijkt.
Ook ten aanzien van dit feit acht de rechtbank bewezen dat verdachte misbruik heeft gemaakt van de uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, bestaande uit het aanzienlijke leeftijdsverschil met[… 1] (ongeveer 28 jaar), het onder invloed van softdrugs verkeren, het overnachten in de woning van verdachte en de kwetsbaarheid van [… 1]. Door middel van deze feitelijkheden heeft verdachte [… 1] gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen. Verdachte heeft [… 1] zijn keuzevrijheid hiermee ontnomen.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte, het pijpen en aftrekken, zonder meer als ontuchtig kunnen worden aangemerkt zodat sprake is van ontuchtige handelingen in de zin van artikelen 246, 249 en 248a Sr.
Parketnummer 16/659240-13
Feit 3
Met betrekking tot feit 3 is verdachte een bekennende verdachte, waarbij de verdediging geen vrijspraak heeft bepleit. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering ten aanzien van beide feiten volstaan met onderstaande opsomming van de bewijsmiddelen:
- de verklaringen van [slachtoffer 1] [30] , [… 2] [31] , [… 3] [32] en [slachtoffer 4] [33] ;
- een bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting [34] .

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Parketnummer 16/700900-12
1. A
op tijdstippen omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 juni 2012 te Kockengen, gemeente Stichtse Vecht en Vianen, meermalen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk, door giften en beloften van goed en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, personen, te weten:
  • [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2], en
  • [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 3], en
  • [slachtoffer 3] geboren [geboortedatum 4] en
  • [slachtoffer 4], geboren [geboortedatum 5],
waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt, te bewegen tot ontuchtige handelingen, waaronder het pijpen van verdachte of het door hem, verdachte, gepijpt worden, met dat opzet,
bestaande dat uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht uit onder meer:
  • een groot leeftijdsverschil tussen hem, verdachte en die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en
  • het onder invloed van verdovende middelen verkeren van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en
  • de kwetsbaarheid en gemoedstoestand van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]:
  • die [slachtoffer 1] heeft meegenomen en vervoerd met/in zijn, verdachte’s, auto/busje en met hem in de auto heeft verbleven en hem naar zijn, verdachte’s, woning heeft vervoerd, en/of
  • met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gedurende de nachtelijke uren of avond in die woning is verbleven en terwijl op de televisie of via de laptop of computer pornografische afbeeldingen werden vertoond/afgespeeld en/of
  • met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] pornofilms heeft bekeken en/of
  • die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] wiet heeft verstrekt en gegeven en aangeboden en wiet voor hen is gaan halen bij een coffeeshop en/of
  • die [slachtoffer 1] heeft gemasseerd met een voorwerp en zijn handen en met zijn handen over de gedeeltelijk ontblote rug van die [slachtoffer 1] richting de broeksband aan de voorzijde van het lichaam van die [slachtoffer 1] is gegaan en/of
  • heeft aangeboden die [slachtoffer 1] te pijpen in ruil voor wiet en/of
  • tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gezegd “W
  • tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd “
  • tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd “
  • die [slachtoffer 3] een sms-bericht heeft gezonden met (onder meer) de tekst “
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
en
B.
in de periode van 01 januari 2011 tot en met 1 april 2011 in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen te plegen, die [slachtoffer 1]:
  • in zijn, verdachte’s, woning heeft laten verblijven en samen met hem in zijn, verdachte’s, woning is verbleven en
  • naast die [slachtoffer 1] is gaan zitten en
  • vervolgens die [slachtoffer 1] heeft gevraagd/voorgesteld te gaan liggen op de bank en
  • vervolgens het shirt van die [slachtoffer 1] omhoog heeft gedaan en/of opzij heeft geschoven en
  • met een voorwerp en zijn handen de blote rug van die [slachtoffer 1] heeft gemasseerd en
  • hierbij/vervolgens over de rug van die [slachtoffer 1] met zijn handen in de richting van en naar de broeksband aan de voorzijde van het lichaam van die [slachtoffer 1] is gegaan,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
3. Primair
in de periode van 14 februari 2006 tot en met 13 februari 2007 te ’s-Gravenhage door een andere feitelijkheid [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot dulden van ontuchtige handelingen, te weten het:
  • pijpen van die [slachtoffer 5] en
  • daarbij in het bijzijn van die [slachtoffer 5] aftrekken van zichzelf
bestaande die feitelijkheid hierin dat verdachte
  • misbruik heeft gemaakt van een uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bestaande uit onder meer: een groot leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer 5] en het door verdachte onttrekken en onttrokken houden van die [slachtoffer 5] aan het bevoegde gezag/bevoegd opzicht en het door verdachte verschaffen van onderdak aan die van huis weggelopen [slachtoffer 5] en
  • regelmatig opmerkingen tegen die [slachtoffer 5] maakte over het uitvoeren/ondergaan van seksuele handelingen en pijpen en hierbij tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat een man het beter kon, en
  • pornofilms heeft vertoond en afgespeeld en na het vertonen/afspelen van die pornofilms tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd “ Zal ik je anders effe een keertje lekker pijpen?”, en
  • tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd: "als je mij niet helpt, dan kan ik jou niet helpen en moet je terug naar de kamertraining", en
  • tijdens de nachtelijke uren naar die deels/half slapende en slaperige [slachtoffer 5] is toegegaan en de broek en onderbroek van die [slachtoffer 5] heeft uitgetrokken en de penis van die [slachtoffer 5] in zijn, verdachte’s, mond heeft genomen;
4. Primair
in de periode van 14 februari 2007 tot en met 13 februari 2008 te De Bilt door een andere feitelijkheid [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, het
  • door verdachte pijpen van die [slachtoffer 5] en
  • daarbij in het bijzijn van die [slachtoffer 5] zichzelf aftrekken door verdachte
bestaande die feitelijkheid hierin dat verdachte
  • misbruik heeft gemaakt van een uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bestaande uit onder meer: een groot leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer 5] en het door verdachte tot aan 30 augustus 2007 onttrekken en onttrokken houden van die [slachtoffer 5] aan het bevoegde gezag en het door verdachte verschaffen van onderdak aan die van huis weggelopen [slachtoffer 5] en het onder invloed van alcohol verkeren en dronken zijn van die [slachtoffer 5] en
  • regelmatig opmerkingen tegen die [slachtoffer 5] maakte over het uitvoeren/ondergaan van seksuele handelingen en pijpen en hierbij tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat een man het beter kon, en
  • tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd: "als je mij niet helpt, dan kan ik jou niet helpen en moet je terug naar de kamertraining", en
  • die [slachtoffer 5] heeft betast/gestreeld over de schouder en rug de broek van die [slachtoffer 5] heeft losgemaakt/opengemaakt en de onderbroek van die [slachtoffer 5] opzij heeft geschoven/naar beneden heeft getrokken en die [slachtoffer 5] bij diens schouders heeft vastgepakt;
Parketnummer 16/659240-13
1.A.
op tijdstippen in de periode van 26 juni 2002 tot en met 25 juni 2006 te Nieuwegein en
's-Gravenhage en Utrecht, door een andere feitelijkheid[slachtoffer 6] meermalen heeft gedwongen tot dulden van ontuchtige handelingen, te weten het:
- betasten en aanraken van de penis van verdachte en het aftrekken van verdachte en
- daarbij en gelijktijdig pijpen van die[slachtoffer 6] en
- betasten van de penis van die[slachtoffer 6] en het aftrekken van die[slachtoffer 6] bestaande die feitelijkheid hierin dat verdachte:
- misbruik heeft gemaakt van een uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bestaande uit onder meer: een groot leeftijdsverschil tussen verdachte en die[slachtoffer 6] en het onder invloed van verdovende middelen verkeren van die[slachtoffer 6] en het overnachten van die[slachtoffer 6] in de woning van verdachte en
- die[slachtoffer 6] heeft verzocht naar de badkamer te komen en vervolgens die[slachtoffer 6] heeft gevraagd zijn penis te tonen en vervolgens die[slachtoffer 6] heeft gevraagd of hij "hem eens in zijn mond mocht nemen", en vervolgens de penis van die[slachtoffer 6] heeft betast en in zijn, verdachtes, mond heeft genomen en
- meermalen pornografie in zijn, verdachtes, woning heeft vertoond in de aanwezigheid van[slachtoffer 6] en toe heeft gelaten dat die[slachtoffer 6] in die woning pornografie bekeek en daarbij masturbeerde en vervolgens die masturberende[slachtoffer 6] te vragen of die[slachtoffer 6] mocht pijpen, en
- meermalen aan die[slachtoffer 6] heeft gevraagd of hij bij hem, verdachte, in bed kwam slapen;
en
B.
op tijdstippen in de periode van 26 juni 2002 tot en met 25 juni 2006 te Nieuwegein en
's-Gravenhage en Utrecht, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige[slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 7], immers heeft hij:
- de penis van die[slachtoffer 6] betast en die[slachtoffer 6] afgetrokken en gepijpt en
- die[slachtoffer 6] zijn penis laten betasten en die[slachtoffer 6] hem, verdachte, laten aftrekken;
en
C.
op tijdstippen in de periode van 26 juni 2002 tot en met 25 juni 2006 te Nieuwegein en
's-Gravenhage en Utrecht,[slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 7], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig:
- betasten en aanraken en aftrekken en pijpen van de penis van die[slachtoffer 6] en van die[slachtoffer 6] en
- het laten betasten en aftrekken van zijn, verdachtes, penis door die[slachtoffer 6];
2.A.
op tijdstippen in de periode van 24 juni 2002 tot en met 23 juni 2006 te Nieuwegein en
's-Gravenhage en Utrecht door een andere feitelijkheid [… 1] meermalen heeft gedwongen tot dulden van ontuchtige handelingen, te weten het:
  • betasten en aftrekken en pijpen van de penis van die [… 1] en
  • betasten van het lichaam van die [… 1],
bestaande die feitelijkheid hierin dat verdachte:
- telkens misbruik heeft gemaakt van een uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bestaande uit onder meer: een groot leeftijdsverschil tussen verdachte en die [… 1] en het onder invloed van verdovende middelen zijn van die [… 1] en de kwetsbaarheid en gemoedstoestand van die [… 1]
en
B.
op tijdstippen in de periode van 24 juni 2002 tot en met 23 juni 2006 te Nieuwegein en
's-Gravenhage en Utrecht ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [… 1], geboren op [geboortedatum 8], immers heeft hij meermalen de penis van die [… 1] betast en die [… 1] afgetrokken en gepijpt;
en
C. Primair.
op tijdstippen in de periode van 24 juni 2002 tot en met 23 juni 2006 te Nieuwegein en
's-Gravenhage en Utrecht, een persoon, te weten [… 1], geboren op [geboortedatum 8], waarvan verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door giften en beloften van goed en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht,
bestaande die giften en beloften van goed en dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht uit onder meer:
  • het door verdachte geven en verstrekken en verkopen van wiet aan die [… 1] en
  • het onder invloed van verdovende middelen verkeren van die [… 1] en
  • een groot leeftijdsverschil tussen verdachte en die [… 1] en
telkens opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen van hem te dulden te weten het:
  • betasten en aftrekken en pijpen van de penis van die [… 1] en
  • betasten van het lichaam van die [… 1];
3.
in de periode van 02 maart 2010 t/m 12 juni 2012 te Vianen en Kockengen, gemeente Stichtse Vecht en elders in Nederland, meermalen, hennep heeft vervoerd en verkocht en afgeleverd en verstrekt aan [slachtoffer 1] en [… 2] en [… 3] en [slachtoffer 4] en
[slachtoffer 2] en [… 4], zijnde hennep telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

6.De strafbaarheid van het feit

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezen verklaarde levert de navolgende strafbare feiten op:
feit 1 A (parketnummer 16/700900-12):
poging tot door giften of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 1 B (parketnummer 16/700900-12):
poging tot met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 3 primair, feit 4 primair (parketnummer 16/700900-12) en
feit 1A en feit 2 A (parketnummer 16/659240-13):
telkens feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
feit 1 B en feit 2 B (16/659240-13):
telkens ontucht plegen met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
feit 1 C (16/659240-13):
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 2 C primair:
door giften of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 3:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Er is sprake van eendaadse samenloop:
wat betreft feit 1 A (parketnummer 16/700900-12)- 8e gedachtenstreepje en feit 1 B (parketnummer 16/700900-12);
wat betreft de feiten 1A, B en C (parketnummer 16/700900-12) en
wat betreft de feiten 2A, B en C (parketnummer 16/700900-12).
De rechtbank houdt hiermee rekening bij de strafoplegging.

7.De strafbaarheid van verdachte

De rechtbank is van oordeel dat het bewezenverklaarde de verdachte niet volledig kan worden toegerekend. Voor de motivering verwijst zij naar hetgeen hierna onder 8.3 is opgenomen.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek van voorarrest en dat daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging (hierna te noemen: TBS) zal worden gelast.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft een strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rapporten van de deskundigen
De psycholoog Van de Kant komt in zijn rapport van 26 oktober 2012 tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een narcistische persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken, alsook van cannabismisbruik (thans in remissie door zijn detentie).
Wat betreft de toerekening stelt de psycholoog aanvankelijk, toen geraadpleegd naar aanleiding van verdenking van de feiten 1 en 2 van de dagvaarding met parketnummer 16/700900-12, dat niet mogelijk is gebleken het tenlastegelegde in het licht van de aanwezige problematiek te zien door de ontkenning van de verdachte.
In het aanvullend rapport van 7 maart 2013 concludeert Van de Kant dat de persoonlijkheidsstoornis bevestigd wordt door de nieuwe informatie, verklaart hij dat er sterkere vermoedens zijn van parafilie, maar dat dit niet enkel kan worden vastgesteld op basis van het tenlastegelegde.
Bij bewezenverklaring zou, aldus Van de Kant, het recidiverisico hoger ingeschat moeten worden en is wellicht in sterkere mate sprake van dwang of drang vanuit de stoornis dan eerder aangegeven.
Het rapport van het Pieter Baan Centrum d.d. 21 juni 2013 verschaft veel informatie over het gedrag van de verdachte tijdens de observatie, maar een diagnose wordt niet gesteld, kort gezegd omdat de onderzoekers niet het gewenste onderzoek konden verrichten, bij gebrek aan medewerking door de verdachte.
Het bagatelliseren (het stelde niet veel voor) en externaliseren (de jongens zochten hem op) door verdachte vormen wel aanwijzingen voor een onrijpe persoonlijkheid, net als de bijzonder positieve presentatie die verdachte van zichzelf geeft. Ook zijn er wel aanwijzingen voor persoonlijkheidsproblematiek. [35]
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank neemt de conclusie van Van de Kant over dat sprake is van een persoonlijkheidsstoornis. Het rapport van het Pieter Baan Centrum weerspreekt dit niet, maar is wat terughoudender in de diagnostiek omdat de verdachte beperkt medewerking verleende, in ieder geval minder dan bij Van de Kant.
Er wordt door het Pieter Baan Centrum wel gesignaleerd dat er aanwijzingen zijn voor narcistische dynamiek. [36]
Van de Kant geeft aan dat bij bewezenverklaring er sterke aanwijzingen zijn dat de stoornis het handelen van verdachte beïnvloedt. Dat is ook het oordeel van de rechtbank. Zij acht de verdachte verminderd toerekenbaar.
Als aan de verdachte louter een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf, zonder behandelverplichting, wordt opgelegd is het gevaar dat hij in de toekomst opnieuw soortgelijke feiten zal plegen zeer groot.
Dit baseert de rechtbank op het feit dat de verdachte al twee keer eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld zoals blijkt uit zijn strafblad d.d. 13 mei 2013 en dat de thans bewezenverklaarde feiten zijn gepleegd over een periode van ongeveer 10 jaar, welke periode begon toen de vorige strafzaak nog speelde en deels tijdens de proeftijd die bij de laatste veroordeling was bepaald bij 6 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. Er zijn, in ieder geval volgens de psycholoog Van de Kant, vermoedens van parafilie, hetgeen het door de rechtbank gevreesde gevaar bevestigt.
Verdachte heeft overigens het – eveneens strafbare – verleiden van 16-jarigen niet ontkend.
De rechtbank ziet een causaal verband tussen de stoornis en het herhalingsgevaar.
De onderschatting van de feiten en de overschatting van zichzelf doen vrezen dat de verdachte niet of nauwelijks openstaat voor behandeling.
Dat betekent dat aan de formele vereisten voor oplegging van TBS is voldaan.
  • bij verdachte bestond ten tijde van het plegen van het feit een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens;
  • op het gepleegde misdrijf is een gevangenisstraf van vier jaren of meer gesteld;
  • de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist het opleggen van die maatregel.
Hoewel feiten zoals de bewezenverklaarde feiten van een andere orde zijn dan zaken, zoals de laatste jaren veel in het nieuws, waarbij jonge kinderen met geweld worden gedwongen om seksuele handelingen te ondergaan, gaat het ook hier om strafbare feiten die grote schade kunnen aanrichten bij de slachtoffers. Dat waren in dit geval jongens tussen de 12 en 16 of 18 jaar, deels kwetsbare kinderen, die door de verdachte gemanipuleerd werden tot handelingen waarvan zij zich soms pas later realiseerden dat die hen door verdachte waren opgedrongen.
Wanneer de verdachte volledig zou hebben meegewerkt aan dubbelrapportage en/of het onderzoek in het Pieter Baan Centrum en wanneer de daaruit voortvloeiende rapportages en adviezen voldoende inzicht hadden getoond in zijn persoon en handelwijze had voor de deskundigen misschien aanleiding bestaan om een andere weg te adviseren en voor de rechtbank om die te kiezen.
Bij gebreke van dat inzicht en advies en gelet op het gevaar voor herhaling ziet de rechtbank geen andere mogelijkheid dan de verdachte TBS op te leggen om die herhaling te voorkomen.
De rechtbank overweegt voorts dat de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Voor een TBS met voorwaarden ziet de rechtbank geen ruimte, omdat daarmee onvoldoende de veiligheid van anderen kan worden gegarandeerd
Daarnaast acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar noodzakelijk.
De persoonlijkheid van de verdachte staat daar niet aan in de weg. Bij de bepaling van de duur van die straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de mate waarin de feiten aan verdachte kunnen worden toegerekend, de gevolgen die de gepleegde feiten op de verschillende slachtoffers en hun omgeving hebben gehad.

9.Het beslag

9.1
Verbeurdverklaring
Onder verdachte is in beslag genomen: een zwarte mobiele telefoon van het merk Nokia
(nr. 660547). Het voorwerp behoort aan verdachte toe. Nu met behulp van dit voorwerp het onder feit 1 (parketnummer 16/700900-12) bewezen geachte is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard.
9.2
Teruggave
Onder verdachte is tevens het volgende in beslag genomen:
  • een grijs fototoestel van het merk Canon Powershot (nr. 660908);
  • een zwarte computer van het merk HP, Probook portable (nr. 660901);
  • een zwarte computer van het merk Antec (nr. 662029).
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van deze goederen, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.
Onder verdachte zijn ten slotte in beslag genomen: 11 opgeplakte pasfoto’s (nr. 660552).
De rechtbank zal ten aanzien van deze goederen de teruggave gelasten aan de personen wiens afbeelding op de pasfoto’s staan, nu zij zijn aan te merken als de rechthebbenden.

10.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

Parketnummer 16/700900-12
Feiten 3 en 4 primair
De behandeling van de vordering van
[slachtoffer 5]levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder feiten 3 en 4 primair (
parketnummer 16/700900-12) bewezen geachte feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 2.500,00 (zegge: vijf en twintig honderd euro en nul eurocent) aan immateriële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
Parketnummer 16/659240-13
Feit 2
De behandeling van de vordering van
[… 1]levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder feit 2 (
parketnummer16/659240-13) bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 5.246,36 (zegge: vijfduizend tweehonderd zesenveertig euro en zesendertig eurocent), te weten € 5.000,00 aan immateriële schade en 246,36 aan materiële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 37a, 37b, 45, 55, 57, 246, 247, 248a en 249 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 11 van de Opiumwet zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
1.
Beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 A (parketnummer 16/700900-12):
poging tot door giften of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 1 B (parketnummer 16/700900-12):
poging tot met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 3 primair, feit 4 primair (parketnummer 16/700900-12) en
feit 1A en feit 2 A (parketnummer 16/659240-13):
telkens feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
feit 1 B en feit 2 B (16/659240-13):
telkens ontucht plegen met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
feit 1 C (16/659240-13):
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 2 C primair:
door giften of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 3:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
2 (twee) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Maatregel
Gelast de terbeschikkingstelling van verdachte.
Beveelt dat de terbeschikkinggestelde van overheidswege wordt verpleegd.
Beslag
Verklaart verbeurd: een zwarte mobiele telefoon van het merk Nokia (nr. 660547).
Gelast de teruggave aan verdachte van:
  • een grijs fototoestel van het merk Canon Powershot (nr. 660908);
  • een zwarte computer van het merk HP, Probook portable (nr. 660901);
  • een zwarte computer van het merk Antec (nr. 662029).
Gelast de teruggave aan de rechtmatige eigenaren van:
- 11 opgeplakte pasfoto’s met (nr. 660552).
Benadeelde partijen
Parketnummer 16/700900-12
Feiten 3 en 4 primair
Wijst de vordering van
[slachtoffer 5]toe tot € 2.500,00 (zegge: vijf en twintig honderd euro en nul eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 februari 2006 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan
[slachtoffer 5]voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van
[slachtoffer 5]aan de Staat
€ 2.500,00 (zegge: vijf en twintig honderd euro en nul eurocent) te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 35 dagen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 februari 2006 tot aan de dag van de algehele voldoening. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Parketnummer 16/659240-13
Feit 2
Wijst de vordering van
[… 1]toe tot € 5.246,36 (zegge: vijfduizend tweehonderd zesenveertig euro en zesendertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 juni 2002 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan
[… 1]voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van[… 1]aan de Staat
€ 5.246,36 (zegge: vijfduizend tweehonderd zesenveertig euro en zesendertig eurocent), te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 61 dagen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 juni 2002 tot aan de dag van de algehele voldoening. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Grapperhaus, voorzitter, mr. J.P.W. Helmonds en
mr. V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.A.B. Kleemans, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 juli 2013.
Mr. Van Dam is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan[verdachte] wordt tenlastegelegd dat
Parketnummer 16/700900-12
1. A
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 juni 2012 te Kockengen, gemeente Stichtse Vecht en/of Vianen en/of elders in Nederland, (meermalen) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk door giften en/of beloften van geld en/of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding (een) perso(o)n(en), te weten:
  • [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2], en/of
  • [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 3], en/of
  • [slachtoffer 3] geboren [geboortedatum 4] en/of
  • [slachtoffer 4], geboren [geboortedatum 5],
waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt, te bewegen tot (een) ontuchtige handeling(en), waaronder het pijpen van verdachte en/of het door hem, verdachte gepijpt worden, en/of het betasten van zijn/hun licha(a)m(en) en/of andere ontuchtige handelingen, met dat opzet,
(bestaande dat uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht (telkens) uit onder meer:
  • een {groot} leeftijdsverschil tussen hem, verdachte en die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of
  • het onder invloed van verdovende middelen verkeren van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of
  • de kwetsbaarheid en/of beïnvloedbaarheid en/of gemoedstoestand van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4],)
(meermalen):
  • die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft meegenomen en/of vervoerd met/in zijn, verdachte’s , auto/busje en/of met hem/hen in de auto heeft verbleven en/of hem/hen naar zijn, verdachte’s , woning heeft vervoerd, en/of
  • met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] (gedurende de nachtelijke uren en/of avond en/of dag) in die woning is verbleven en/of (terwijl) (op de televisie en/of via de laptop en/of computer) (een) pornografische afbeelding(en) werd(en) vertoond/afgespeeld in elk geval te zien was/waren en/of
  • met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] porno(films ) heeft bekeken en/of
  • die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] wiet en/of verdovende middelen heeft verstrekt en/of gegeven en/of aangeboden en/of wiet en/of verdovende middelen voor hem/hen is gaan halen bij een coffeeshop en/of
  • die [slachtoffer 1] heeft gemasseerd met een voorwerp en/of zijn handen en/of met zijn handen over de (gedeeltelijk) (ont)blote rug van die [slachtoffer 1] richting de broeksband (aan de voorzijde van het lichaam) van die [slachtoffer 1] is gegaan en/of
  • heeft aangeboden die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] te pijpen in ruil voor wiet althans verdovende middelen en/of enig goed, en/of
  • tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gezegd “W
  • tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd “
  • tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd “
  • die [slachtoffer 3] een sms-bericht heeft gezonden met (onder meer) de tekst “
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 248a Wetboek van Strafrecht
en/of
B.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2011 tot en met 1 april 2011 te Vianen, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen te plegen, die [slachtoffer 1] (meermalen):
  • in zijn, verdachte’s, woning heeft laten verblijven en/of samen met hem in zijn, verdachte’s, woning is verbleven en/of
  • naast die [slachtoffer 1] is gaan zitten en/of
  • (vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft gevraagd/voorgesteld te gaan liggen op de bank en/of
  • (vervolgens) het shirt van die [slachtoffer 1] omhoog heeft gedaan en/of opzij heeft geschoven en/of
  • met een voorwerp en/of zijn hand(en) de (blote) rug van die [slachtoffer 1] heeft gemasseerd en/of betast en/of
  • (hierbij/vervolgens) over de rug van die [slachtoffer 1] met zijn handen in de richting van en/of naar de broeksband (aan de voorzijde van het lichaam) van die [slachtoffer 1] is gegaan,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 247 Wetboek van strafrecht
art 45 Wetboek van strafrecht
3. Primair
hij in of omstreeks de periode van 14 februari 2006 tot en met 13 februari 2007 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland, door geweld en / of een andere feitelijkheid en / of door bedreiging met geweld en /of een andere feitelijkheid [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot het plegen en / of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het:
  • pijpen van die [slachtoffer 5] en/of
  • (daarbij en/of vervolgens en/of in het bijzijn van die [slachtoffer 5]) aftrekken van zichzelf
bestaande dat geweld/die feitelijkheid en/of bestaande die bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin dat verdachte
- misbruik van een uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht
( bestaande uit onder meer: een {groot} leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer 5] en/of het door verdachte onttrekken en/of onttrokken houden van die [slachtoffer 5] aan het bevoegde gezag / bevoegd opzicht en/of het door verdachte verschaffen van onderdak aan die (van huis weggelopen) [slachtoffer 5]) heeft gemaakt en/of
  • dagelijks en/of wekelijks en/of regelmatig opmerkingen tegen die [slachtoffer 5] maakte over (het uitvoeren/ondergaan van) seksuele handelingen en/of pijpen en/of (hierbij) tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat een man het beter kon, althans woorden van gelijke strekking of aard en/of
  • pornofilms heeft vertoond en/of afgespeeld en/of (tijdens en/of na het vertonen/afspelen van die pornofilms) tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd “ Zal ik je anders effe een keertje lekker pijpen?” , althans woorden van gelijke strekking of aard en/of
  • tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd: "als je mij niet helpt, dan kan ik jou niet helpen en moet je terug naar de kamertraining", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
  • (tijdens de nachtelijke uren) naar die (deels/half slapende en/of slaperige) [slachtoffer 5] is toegegaan en/of (onverhoeds) de broek en/of (onder)broek van die [slachtoffer 5] heeft uitgetrokken en/of (onverhoeds) de penis van die [slachtoffer 5] in zijn, verdachte’s, mond heeft genomen;
art 246 Wetboek van strafrecht
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 14 februari 2006 tot en met 13 februari 2007 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, met [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 6], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig:
  • door verdachte pijpen van die [slachtoffer 5] en/of
  • (daarbij en/of vervolgens en/of in het bijzijn van die [slachtoffer 5]) zichzelf aftrekken door verdachte;
art 247 Wetboek van strafrecht
4. Primair
hij in of omstreeks de periode van 14 februari 2007 tot en met 13 februari 2008 te De Bilt, althans in Nederland, door geweld en / of een andere feitelijkheid en / of door bedreiging met geweld en /of een andere feitelijkheid [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot het plegen en / of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, het
  • door verdachte pijpen van die [slachtoffer 5] en/of
  • daarbij en/of vervolgens en/of in het bijzijn van die [slachtoffer 5]) zichzelf aftrekken door verdachte
bestaande dat geweld/die feitelijkheid en/of bestaande die bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin dat verdachte
- misbruik van een uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht
( bestaande uit onder meer: een {groot} leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer 5] en/of het door verdachte tot aan 30 augustus 2007 onttrekken en onttrokken houden van die [slachtoffer 5] aan het bevoegde gezag / opzicht en/of het door verdachte verschaffen van onderdak aan die (van huis weggelopen) [slachtoffer 5] en/of het onder invloed van alcohol verkeren en/of dronken zijn van die [slachtoffer 5]) heeft gemaakt en/of
  • dagelijks en/of wekelijks en/of regelmatig opmerkingen tegen die [slachtoffer 5] maakte over (het uitvoeren/ondergaan van) seksuele handelingen en/of pijpen en/of (hierbij) tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat een man het beter kon, althans woorden van gelijke strekking of aard en/of
  • tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd: "als je mij niet helpt, dan kan ik jou niet helpen en moet je terug naar de kamertraining", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
  • (tijdens de nachtelijke uren) die [slachtoffer 5] heeft betast/gestreeld over de schouder en/of rug de broek van die [slachtoffer 5] heeft losgemaakt/opengemaakt en/of de onderbroek van die [slachtoffer 5] opzij heeft geschoven/ naar beneden heeft getrokken en/of die [slachtoffer 5] (bij diens schouders) heeft vastgepakt en/of heeft opgeschoven;
art 246 Wetboek van strafrecht
Subsidiair.
hij in of omstreeks de periode van 14 februari 2007 tot en met 13 februari 2008 te De Bilt, en/of elders in Nederland, een persoon, te weten [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 6], waarvan verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door giften en/of beloften van geld en/of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding
(bestaande dat uit feitelijke verhoudingen voortvloeiende overwicht uit onder meer:
  • een {groot} leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer 5] en/of
  • het (tot 30 augustus 2007) door verdachte onttrekken en/of onttrokken houden van die [slachtoffer 5] aan het bevoegde gezag / opzicht en/of het door verdachte verschaffen van onderdak aan die (van huis weggelopen) [slachtoffer 5] en/of )
(meermalen) (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of zodanige handelingen van hem te dulden te weten het:
  • pijpen van die [slachtoffer 5] door verdachte en/of
  • daarbij en/of vervolgens en/of in het bijzijn van die [slachtoffer 5]) zichzelf aftrekken door verdachte;
Art. 248A Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 16/659240-13
1. A.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 juni 2002 tot en met 25 juni 2006 te Nieuwegein en/of 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of elders in Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid[slachtoffer 6] (meermalen) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het:
  • betasten en/of aanraken van de penis van verdachte en/of het aftrekken van verdachte en/of
  • daarbij en/of gelijktijdig en/of vervolgens) pijpen van die[slachtoffer 6] en/of
  • betasten van het lichaam en/of de penis van die[slachtoffer 6] en/of het aftrekken van die[slachtoffer 6] bestaande dat geweld/die feitelijkheid en/of bestaande die bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin dat verdachte:
  • telkens) misbruik van een uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht (bestaande uit onder meer: een [groot] leeftijdsverschil tussen verdachte en die[slachtoffer 6] en/of het onder invloed van verdovende middelen verkeren van die[slachtoffer 6] en/of het overnachten van die[slachtoffer 6] in de woning van
verdachte) heeft gemaakt en/of
- die[slachtoffer 6] heeft verzocht (naar de badkamer) te komen en/of (vervolgens) die[slachtoffer 6] heeft gevraagd zijn penis te tonen en/of te ontbloten en/of (vervolgens) die[slachtoffer 6] heeft gevraagd of hij "hem eens in zijn mond mocht nemen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (vervolgens) (onverhoeds) de penis van die[slachtoffer 6] heeft betast en/of in zijn, verdachtes, mond heeft genomen
en/of
- ( meermalen) pornografie in zijn, verdachtes, woning heeft vertoond in de aanwezigheid van[slachtoffer 6] en/of toe heeft gelaten dat die[slachtoffer 6] in die woning pornografie bekeek (en daarbij masturbeerde) en/of vervolgens die masturberende[slachtoffer 6] te vragen of hij, verdachte het af mocht maken en/of die
[slachtoffer 6] mocht pijpen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( meermalen) aan die[slachtoffer 6] heeft gevraagd of hij bij hem, verdachte, in bed kwam slapen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
art 246 Wetboek van strafrecht
en/of
B.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 juni 2002 tot en met 25 juni 2006 te Nieuwegein en/of 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of elders in Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige[slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 7], immers heeft hij:
  • de penis en/of het lichaam van die[slachtoffer 6] betast en/of die[slachtoffer 6] afgetrokken en/of gepijpt en/of
  • die[slachtoffer 6] zijn penis laten betasten en/of die[slachtoffer 6] hem, verdachte, laten aftrekken;
art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
C.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 juni 2002 tot en met 25 juni 2006 te Nieuwegein en/of 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of elders in Nederland,[slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 7], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig:
  • betasten en/of aanraken en/of aftrekken en/of pijpen van de penis van die[slachtoffer 6] en/of van die[slachtoffer 6] en/of
  • het laten betasten en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penis door die[slachtoffer 6];
art 247 Wetboek van strafrecht
art 246 Wetboek van Strafrecht
2.A.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 juni 2002
tot en met 23 juni 2006 te Nieuwegein en/of 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of
elders in Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [… 1] (meermalen) heeft gedwongen tot
het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het:
- betasten en/of aanraken en/of aftrekken en/of pijpen van de penis van die
[… 1] en/of van die [… 1] en/of
- betasten van het lichaam van die [… 1],
bestaande dat geweld/die feitelijkheid en/of bestaande die bedreiging met
geweld en/of een andere feitelijkheid hierin dat verdachte:
  • telkens) misbruik van een uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht (bestaande uit onder meer: een [groot] leeftijdsverschil tussen verdachte en die [… 1] en/of het onder invloed van verdovende middelen zijn van die [… 1] en/of de kwetsbaarheid en/of beïnvloedbaarheid en/of gemoedstoestand van die [… 1]) heeft gemaakt en/of
  • onverhoeds) de kleding van die [… 1] heeft uitgetrokken en/of (vervolgens) het lichaam
van die [… 1] heeft betast
art 246 Wetboek van Strafrecht
en/of
B.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 juni 2002 tot en met 23 juni 2006 te Nieuwegein en/of 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of elders in Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [… 1], geboren op [geboortedatum 8], immers heeft hij (meermalen) de penis van die [… 1] betast en/of die [… 1] afgetrokken en/of gepijpt;
art 249 Wetboek van strafrecht
en/of
C. Primair.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 juni 2002 tot en met 23 juni 2006 te Nieuwegein en/of 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of elders in Nederland, een persoon, te weten [… 1], geboren op [geboortedatum 8], waarvan verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door giften en/of beloften van geld en/of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding,
(bestaande die giften en/of beloften van geld en/of goed en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding uit onder meer:
  • het door verdachte geven en/of verstrekken en/of verkopen van wiet en/of verdovende middelen aan die [… 1] en/of
  • het door verdachte gaan kopen en/of halen van wiet en/of verdovende middelen voor die [… 1] en/of
  • het onder invloed van verdovende middelen verkeren van die [… 1] en/of
  • een [groot] leeftijdsverschil tussen verdachte en die [… 1] en/of)
(telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of
zodanige handelingen van hem te dulden te weten het:
  • betasten en/of aanraken en/of aftrekken en/of pijpen van de penis en/of van die [… 1] en/of
  • betasten van het lichaam van die [… 1];
art. 248A Wetboek van Strafrecht
en/of
C. Subsidiair.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 juni 2002 tot en met 23 juni 2004 te Nieuwegein en/of 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of elders in Nederland, M. [… 1], geboren op [geboortedatum 8], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het (meermalen) ontuchtig:
  • betasten en/of aanraken en/of aftrekken en/of pijpen van de penis en/of van die [… 1] en/of
  • betasten van het lichaam van die [… 1];
art 247 Wetboek van strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 02 maart 2010 t/m 12 juni 2012 te Vianen en/of Kockengen, gemeente Stichtse Vecht en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) hennep heeft vervoerd en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt aan [slachtoffer 1] en/of [… 2] en/of [… 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 2] en/of [… 4], zijnde hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 3/B/C Opiumwet
art 3 ahf/ond B Opiumwet

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met dossiernummer PL0960 2012048241 G, genummerd van pagina 877 tot en met 1731. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 maart 2013.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, opgenomen op pagina 1167, 1168 en 1169 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal en proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 1] d.d. 22 juni 2012, opgenomen op pagina 1180, 1181, 1182, 1184, 1185 en 1186 van het onder voetnoot
4.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris d.d. 5 december 2012 en proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 1] d.d. 22 juni 2012, opgenomen op pagina 1183 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
5.Proces-verbaal verhoor van getuige[verbalisant] bij de rechter-commissaris d.d. 19 december 2012.
6.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 2] bij de rechter-commissaris d.d. 5 december 2012.
7.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 3] bij de rechter-commissaris d.d. 19 december 2012.
8.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 3] bij de rechter-commissaris d.d. 19 december 2012.
9.Proces-verbaal verhoor getuige[getuige] d.d. 21 juni 2012, opgenomen op 1331 en 1334 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
10.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 3] bij de rechter-commissaris d.d. 19 december 2012.
11.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige] d.d. 21 juni 2012, opgenomen op pagina 1331 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal
12.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 4] bij de rechter-commissaris d.d. 19 december 2012.
13.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 4] d.d. 3 augustus 2012, opgenomen op pagina 1377 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
14.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 maart 2013.
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2012 met bijlage, pagina 1228 tot en met 1230 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
16.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 januari 2013, pagina 1217 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
17.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 5] bij de rechter-commissaris d.d. 19 december 2012.
18.Proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 5] d.d. 6 augustus 2012, opgenomen op pagina 1201, 1202 en 1203 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
19.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 maart 2013.
20.Proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 5] d.d. 6 augustus 2012, opgenomen op pagina 1203 en 1204 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
21.Rapport Raad voor de Kinderbescherming d.d. 14 december 2007, opgenomen op pagina 1233 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
22.Proces-verbaal verhoor aangever[slachtoffer 6] d.d. 11 november 2012, opgenomen op pagina 1284, 1286, 1287, 1289, 1290 , 1291, 1293, 1294, 1295 en 1296 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
23.Proces-verbaal verhoor van getuige[slachtoffer 6] bij de rechter-commissaris d.d. 7 januari 2013.
24.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 5] bij de rechter-commissaris d.d. 19 december 2012.
25.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 maart 2013.
26.Proces-verbaal verhoor van getuige [… 1] bij de rechter-commissaris d.d. 28 februari 2013.
27.Proces-verbaal verhoor van getuige [… 1] bij de rechter-commissaris d.d. 28 februari 2013.
28.Proces-verbaal aangifte [… 1] d.d. 6 februari 2013, opgenomen op 1316 en 1317 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
29.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2012 met bijlage, opgenomen op pagina 1228 tot en met 1230 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
30.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris d.d. 5 december 2012 en proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] d.d. 1 juni 2012 opgenomen op pagina 1167 en 1168 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
31.Proces-verbaal verhoor van getuige [… 2] d.d. 25 juni 2012, opgenomen op pagina 1395 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
32.Proces-verbaal verhoor van getuige [… 3] d.d. 7 juli 2012, opgenomen op pagina 1350 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
33.Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 4] bij de rechter-commissaris d.d. 19 december 2012.
34.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 maart 2013.
35.Rapportage Pro Justitia Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie locatie Pieter Baan Centrum d.d. 21 juni 2013, pagina 50 en 51.
36.Rapportage Pro Justitia Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie Pieter Baan Centrum d.d. 21 juni 2013, pagina 51.